'Ik snap dat Veerman en Mühren niet naar Volendam wilden'

De start van het seizoen is goed. Voor de uitwedstrijd tegen VVV-Venlo van vrijdagavond is het vertrouwen groot, ondanks de 3-0 nederlaag die Het andere Oranje vorig jaar leed in Limburg. Wat is er nu anders?
'Als ploeg zijn we veel stabieler. Ik kan me de wedstrijd van vorig jaar nog goed herinneren: we waren toen defensief op de flanken mager bezet en voorin niet effectief genoeg. Dat is nu anders. We misten Kees Kwakman vorig jaar heel veel, maar nu is hij helemaal terug. Bovendien hebben we Paul Kok, Kevin Visser en Rihairo Meulens aangetrokken. Zowel in de breedte als qua kwaliteit zijn we sterker geworden deze zomer. Al is het nog vroeg voor zo'n oordeel, want vorig seizoen begonnen we ook fantastisch. Wij willen dit seizoen zolang mogelijk meestrijden om promotie. Een plek bij de eerste vijf is, net als vorig seizoen, de doelstelling. Het gaat tussen ons en clubs als VVV-Venlo, SC Cambuur, De Graafschap en NAC Breda. Die clubs hebben zich ook goed versterkt. En dan doen Jong Ajax en Jong PSV het natuurlijk ook erg goed vooralsnog.'

Promoveren kunnen Jong Ajax en Jong PSV echter niet. Er is nog veel te doen rondom de beloftenelftallen in de Jupiler League. Wat vindt u daar nou echt van?
'Wat misschien wat minder eerlijk is, is dat je de ene week tegen een Eredivisie-waardige aanval speelt en de andere week tegen junioren. Maar wij verloren vorig jaar met 2-1 van Jong Ajax, dat toen alleen jeugdspelers opgesteld had plus Diederik Boer. Dan kan je dus alsnog verliezen. De aanvallers van Jong Ajax liegen er doorgaans niet om, dat zijn zeer goede spelers. Maar mijn spelers worden ook beter door meer weerstand te krijgen. Je moet gewoon uitgaan van jezelf en vertrouwen op je eigen speelwijze. Ik ben liever met mijn eigen ploeg bezig dan dat ik mijn energie steek in andere dingen.'

Door de intrede van de beloftenteams is het voor een club als FC Volendam lastiger om zich met grote Nederlandse talenten te versterken. Waar voorheen spelers op huurbasis overkwamen van bijvoorbeeld Ajax en PSV, spelen zij nu met hun eigen club in de Jupiler League. Hoe wapenen jullie je tegen die verandering?
'Je merkt een kentering. Vorig jaar haalden wij bijvoorbeeld Gyliano van Velzen op bij FC Utrecht en Daniël van Son heeft daar ook een verleden. Nu zou dat misschien niet meer gaan. Daar klagen wij niet over. Je moet nu als Jupiler League-club zelf je broek ophouden en vertrouwen op je eigen scouting. Dat zit bij FC Volendam wel goed. Wij hadden de selectie ook al vrij snel rond dit keer, omdat we onze zaakjes goed op orde hebben. Er zijn altijd mogelijkheden om je te versterken.'

'Het klopt dat we geïnformeerd hebben naar Henk Veerman (SC Heerenveen) en Robert Mühren (AZ). Niet alleen omdat zij echte Volendammers zijn, maar omdat zij kwaliteit kunnen leveren en aangaven te willen vertrekken bij hun eigen club. Zij hebben de kwaliteit voor de Eredivisie en ik snap dan ook dat ze nog niet terug naar de Jupiler League wilden. Zij hebben recht op hun eigen ambities. Misschien lukt het in de toekomst, al zitten wij niet te wachten op spelers die hier komen uitballen. Wij hebben ambitie. Toen we Kees en Jack (Tuyp, red.) terughaalden, hebben we hen ook eerst heel diep in de ogen gekeken. We eisen dat dergelijke spelers een voortrekkersrol op zich nemen, zowel op als naast het veld. Als een speler op wat oudere leeftijd zich daar niet voor kan opladen, is hij niet welkom bij Volendam. Bovendien hebben we het nu over andere spelers, terwijl ik zeer blij ben met mijn selectie. We hebben weer genoeg jongens die straks een stap hogerop kunnen maken. Daar werken wij als Volendam hard aan, want dat is rol van onze club.'

Want Molenaar wil winnen met FC Volendam, ten koste van alles. In Engeland werd de voormalige verdediger, die daar speelde voor Leeds United en Bradford City, niet voor niets The Terminator genoemd. Staat die winnaarsmentaliteit centraal in de visie van Molenaar?
'Natuurlijk, maar wij willen ook herkenbaar spelen. Vanuit een goede organisatie, zowel defensief als offensief. Je moet in mijn ogen altijd kijken naar de kwaliteiten in je eigen selectie. Tegen een betere tegenstander sta je onder druk. Dan pas je je aan, maar dan blijft het mogelijk om op je eigen manier te spelen. In Engeland was alles goed als je won, maar werd je door de manager afgemaakt als je verloor. Het is daar veel harder dan in Nederland. Hier hebben we het over tactiek en aanvallend spel. Dat hoort bij Nederland. Wij zijn een opleidingsland en die cultuur moet je niet verloochenen. Natuurlijk kan je wel accenten leggen. In Nederland wil men na de 1-0 ook de 2-0 en de 3-0. In bijvoorbeeld Italië stoppen ze met voetballen na de 1-0 en gooien ze alles op slot. Maar als je daar de bezetting van de stadions ziet, blijken de mensen dat uiteindelijk toch niet zo zaligmakend te vinden als dat wij misschien op voorhand dachten. We moeten ons niet blind staren op het buitenland. Daar is echt niet altijd alles beter.'

Nu het Nederlands elftal slecht presteert en Nederlandse clubs er in Europees verband nauwelijks nog aan te pas komen worden er vraagtekens geplaatst bij de mentaliteit van de spelers uit eigen land. Wat merkt u daarvan?
'Niets. De pure wil om te winnen is er nog hoor, ook bij de jongste jeugd. Natuurlijk is er altijd een groep die niet onder die druk kan spelen, daarom moet je doorselecteren. Het is niet makkelijk hoor, voetballer zijn. Je moet op je tenen lopen, met teleurstellingen om kunnen gaan. Je moet onverstoorbaar zijn eigenlijk. Of je nu met 3-0 voorstaat of met 0-3 achterstaat, als speler mag dat geen invloed hebben op je prestatiegedrag. Dan moet je mentaal sterk zijn. Het containerbegrip mentaliteit behuist vele aspecten. Daar wordt gelukkig veel aan gedaan tegenwoordig. Dat merkte ik al toen ik in de jeugd van AZ werkte (2011 tot 2012, red.). Maar spelers moeten daar zelf ook bewust mee bezig zijn. Om de top te halen, moet je mentaal sterk zijn. Daar ligt het probleem in Nederland zeker niet. Al kan ik niet geheel ontkennen dat er meer afleidingen zijn voor de jeugd en dat van enige pampering van onze kinderen wel sprake is.'

'Waar wel? Spelers van 23 worden tegenwoordig ervaren genoemd. Toen ik 23 was, liet ik mijn oren volledig hangen naar de oudere spelers. Destijds ging je op je 27ste of 28ste pas naar het buitenland, nu als je 22 of 23 bent. En dan hebben we het nog niet over de exceptioneel getalenteerde jeugdspelers die op hun zestiende of zeventiende al vertrokken zijn naar, meestal,  Engeland. Dat is de nivellering in Nederland. Op je 23ste moet je alles nog leren, dan kan je de kar nog niet trekken. Maar dat wordt in Nederland wel van je verwacht. We hebben geen mentaal probleem, het probleem is dat spelers te jong worden weggekocht. Dat merk ik bij Volendam ook. Als wij iemand willen hebben, heeft die speler vaak al aanbiedingen uit het buitenland. Daar is niet mee te concurreren. Ook niet door Eredivisie-clubs.' (Roy van den Berghe)

• Meer over

• FC Volendam
• Keuken Kampioen Divisie 2016/2017