Johan Derksen - Het leven van Johnny Rep is een film
Johnny Rep, geboren op 25 november 1951 in Zaandam, was een mooie jongen, een cultheld en een van de eerste Nederlandse voetballers met het charisma van een popidool. Ajax ontdekte hem niet eens.
Zijn oom Jan ging in 1968 naar de grammofoonplatenzaak van voorzitter Jaap van Praag in de Spuistraat in Amsterdam, met de boodschap dat er bij ZFC een geweldige voetballer in de jeugd liep.
Zonder dat Johnny Rep het wist, bekeek Cor Brom, de assistent van trainer Rinus Michels, hem tijdens een wedstrijd van de interregionale jeugd tegen Haarlem. Vervolgens ontving Rep een brief thuis met overschrijvingsformulieren.
Bij Ajax speelde hij met de iconen Johan Cruijff en Piet Keizer. Hij won met de Amsterdamse club twee keer de landstitel, de nationale beker, twee keer de Europa Cup I, twee keer de Europese Super Cup en de Wereldbeker.
Vervolgens speelde Rep twee jaar voor de Spaanse topclub Valencia, met het Franse SC Bastia bereikte hij in 1978 de UEFA Cup-finale en met Saint-Etienne werd hij in 1981 kampioen van Frankrijk. Tussen 1973 en 1981 sroerigpeelde hij 42 interlands, waaronder de WK-finales in 1974 en 1978.
Dezelfde Rep woont nu op een sober flatje in Wormerveer en nam op advies van zijn eerste vrouw en jeugdliefde Trudy contact op met een psychiater om wat aan zijn alcoholprobleem te doen. Vorige zomer verbleef hij in een afkickkliniek op de Veluwe.
In 1994 was zijn flamboyante levenswandel er de oorzaak van dat Trudy hem het huis uitzette. Rep trok meteen in bij een andere vrouw, Paula. Ze trouwden in stilte, doordat Rep geen afstand kon nemen van Trudy en haar vooral niet wilde kwetsen.
Het was nooit zijn bedoeling geweest Trudy en de kinderen te verlaten. In 2001 werd Sylvester geboren, de zoon van Paula en Johnny Rep. Het was een gecompliceerde bevalling, waardoor er wat spanningen ontstonden. Een week nadat Sylvester was ontslagen uit het ziekenhuis, kwam Rep dronken thuis, waardoor ook Paula hem buiten de deur zette.
De scheiding kostte hem opnieuw een vermogen, waardoor hij zijn huis moest verkopen. Om niet dakloos te worden betrok hij, met de eveneens net gescheiden ex-Feyenoorder André Stafleu, een appartement in Zaandam.
Daarna verbleef Rep veel op een kamer boven café-restaurant Henk-Jan Klok in De Koog op Texel, waar zijn vriend woont, de dichter Theun de Winter. Intussen gaat Rep gefrustreerd door het leven.
Bij zijn amateurclub Hellas Sport komt hij niet meer, doordat de vereniging hem negeerde als trainer, terwijl er in het gedenkboek over het honderdjarig bestaan geen enkele aandacht aan de beroemdste speler uit de clubhistorie werd besteed.
Bovenstaande feiten heb ik uit het onlangs verschenen boek Rep, een roerig (voetbal)leven. Boeken over ietwat verloederde en aan lager wal geraakte voetballers zijn prachtig en treurig tegelijk. De openhartigheid van deze spelers verdient respect, maar als lezer weet je meteen dat je slechts kennisneemt van het topje van de ijsberg.
De werkelijke gang van zaken is nog veel triester en zou daardoor te gênant voor woorden zijn. Voetballers werken mee aan een boek vanwege de eventuele inkomsten en staan weer even, net als vroeger, in het middelpunt van de belangstelling. Verder wil ik niet de amateurpsycholoog uithangen, want het gaat om volwassen kerels met veel levenservaring en ze kennen het effect van de media als geen ander.
Ik heb het boek van Johnny Rep in één ruk uitgelezen. Het zijn verhalen die ook geschikt zijn voor een film. Zoals de Braziliaanse superster Garrincha die dakloos en straatarm overleed, Queens Park Rangers-aanvaller Stan Bowles die ten onder ging aan een gokverslaving en de Belgische spits Roger Claessen die zelfmoord pleegde.
De Duitse topscorer Gerd Müller was alcoholist en werd opgevangen en begeleid door zijn vroegere werkgever Bayern München. Franz Beckenbauer en Uli Hoeness zorgden voor professionele hulp en een baan voor het leven bij hun club.
Die warmte is Ajax vreemd. In Amsterdam worden spelers met een roemrucht verleden, die in een sociale dip komen, op geen enkele wijze geholpen. Ajax trekt trainers aan op basis van een psychologische test. Kan het nog killer? Johnny Rep en Wim Suurbier, die het moeilijk hebben in het leven, hoeven niet te rekenen op een helpende Ajax-hand. Toen Suurbier serieuze problemen kende, schoten directeur Maarten Fontein en Piet Keizer op persoonlijke titel te hulp.
Nadat hij was getroffen door twee tia's, trok de voormalige rechtsback zich terug in het appartement van zijn dochter in Amstelveen. Als sociaal gebaar laat Jaap de Groot, chef-sport van De Telegraaf, Rep en Suurbier wedstrijden bezoeken in de Eredivisie om de spelers cijfers te geven.
Het zijn vaak smeuïge verhalen in de krant, maar er gaat bijna altijd een drama schuil achter zo’n publicatie. Willy Krauss, ooit een verdediger van Go Ahead, werd in Duitsland gearresteerd voor een bankoverval.
De tabloids houden iedereen op de hoogte over de avonturen met vrouwen, drugs en drank van Paul Gascoigne. De legendarische George Best dronk zich dood, terwijl Arsenal-verdediger Peter Storey na zijn voetbalcarrière furore maakte in de Londense onderwereld.
In Nederland kennen we de verhalen over Glenn Helder. Ooit een gevierde linksbuiten bij Arsenal, vervolgens kwam hij voortdurend in aanraking met justitie. Feyenoord-verdediger Ulrich van Gobbel verkocht zijn lease-auto’s en eiste op een ongebruikelijk wijze een voorschot op bij het pensioenfonds CFK.
Ook voetbalanalyticus Wim Kieft is afgegleden, maar wordt vooralsnog op de been gehouden door Sport1-baas Kees Jansma. Je kunt van clubs niet verwachten dat ze zich als sociale instellingen profileren, maar voetballers die in de problemen raken nadat ze echt iets hebben betekend voor een ploeg, hebben wél recht op wat steun in moeilijke tijden.
Ik heb Johnny Rep bij alle clubs meegemaakt en geïnterviewd. Een wereldgozer, altijd goed gehumeurd, wars van sterallures en hij maakte altijd tijd vrij; of het nu in Jisp, Bastia, Zwolle of Buenos Aires was. Rep hield van het leven, hij zag er goed uit en de vrouwen hielden van hem.
Hij heeft er optimaal van geprofiteerd, totdat het thuisfront hem erop aansprak. Als voetballer overleefde hij na zijn succesperiode nog bij PEC Zwolle, Feyenoord, Haarlem en ZFC, dat later na een fusie Hellas Sport werd.
Een trainerscarrière had zijn leven in het gareel kunnen houden, maar hij kwam niet verder dan De Zwarte Schapen, Sporting Flevoland, FC Omniworld, Texel ’94 en RKSV Pancratius; een afgang voor een speler met zo’n roemrucht verleden. Hij heeft een trainersdiploma en een schat aan praktijkervaring, maar alleen FC Den Bosch heeft ooit geïnformeerd.
Rep heeft een besmeurd imago, dan ben je kansloos in Nederland. Hij werd afgerekend op gedrag waar anderen straffeloos mee wegkomen. Het siert hem dan ook dat hij in zijn boek niets loslaat over de losbandigheid van ex-collega’s. Het boek gaat over zíjn leven, hij betrekt er geen anderen bij, omdat hij niemand in verlegenheid wilde brengen.
Rep verdiende zó veel, dat hij onbezorgd had moeten kunnen rentenieren. Uit het boek blijkt dat hij prachtige jaren had als voetballer. Het zwarte geld kwam met bakken tegelijk binnen, de dope lag voor het grijpen en de dames boden zich spontaan aan.
Ook in zijn nadagen vulde Rep zijn zakken nog moeiteloos. Na Saint-Etienne was PEC Zwolle een club onder zijn niveau, maar voorzitter Marten Eibrink haalde hem binnen door als projectontwikkelaar een vrijstaand huis met een wijnkelder te bouwen in het landelijke Jisp.
Toch wordt Rep dagelijks gekweld door frustraties, hij voelt zich miskend. Hij volgde de trainerscursus met Willem van Hanegem, Arie Haan, Huub Stevens, Ronald Spelbos en Wim Rijsbergen. Rep zakte als enige, terwijl Van Hanegem een extra stage moest lopen bij zijn vriend Jan Boskamp, destijds trainer van Anderlecht.
Het zit Rep dwars dat technisch directeur Jeffrey Kooistra hem niet als trainer bij FC Omniworld wilde hebben, maar koos voor Jan Schulting en later Peter Boeve. Het doet Rep pijn dat bijna iedereen hem liet vallen, waardoor hij zonder toekomstperspectief uit het raam van een flatje in Wormerveer zit te staren.
Vol bewondering kijkt hij naar spelers als Van Hanegem en Tscheu La Ling, die óók tegenslagen kenden, maar er niet aan kapotgingen. Hij had graag net als Ruud Krol, Johan Neeskens en Arie Haan een leuke club getraind of als assistent voor Guus Hiddink gewerkt.
Rep beseft dat hij te weinig aan zijn netwerk heeft gedaan en daarom hoopt hij, tegen beter weten in, nog steeds op een telefoontje van een topcoach die hem als rechterhand wil meenemen
Johan Derksen