Zit Oranje in een dip? Is het echt zo slecht als de uitslagen doen vermoeden? Is het systeem te moeilijk? De hele simpele antwoorden luiden ja, ja en ja. Drie nederlagen op rij, weinig kansen en matig spel en een discussie over de speelwijze. Tijd voor eerherstel en dat kwam er. Oranje klopte in een lang niet uitverkocht Rat Verlegh-stadion in Breda Noorwegen met 1-0 en is een van de vier koplopers in de EK-kwalificatiegroep.
Zo snel kan het gaan. Van een zeperd in Cosenza naar opluchting in Breda. Het is de waan van de dag die ook in het vrouwenvoetbal heerst. De kritiek daalde neer op Oranje. Terecht, maar ook confronterend. Sommige speelsters lieten duidelijk merken het allemaal maar overdreven te vinden, bondscoach Andries Jonker liet het wat gemakkelijker van zich afglijden, maar sprak ook zijn verbazing uit.
Dat Nederland de weg omhoog weer had gevonden en zich op het WK en in de Nations League prima getoond had, leek teniet gedaan door de laatste resultaten. Blessures, afwezigen, het was een geldig excuus, maar van de overtuiging dat er nog altijd kwaliteit voldoende aanwezig was bleek in de praktijk weinig. Het was gewoon niet goed genoeg en dan mag dat gezegd en geschreven worden. Voor vol aangezien willen worden, betekent ook tegen kritische meningen kunnen.