De meest krankzinnige Eredivisie-wedstrijd ooit
In de rubriek Achter de Kleedkamerdeur blikt Voetbal International terug op wedstrijden die na de rust compleet kantelden. Soms zijn de eerste en tweede helft van een duel een wereld van verschil. Hoe komt zo’n remontada eigenlijk tot stand? In deze aflevering neemt Marc van Hintum (56) ons mee naar RKC-FC Twente uit het seizoen 1990/91.
De bewegende beelden van het duel tussen RKC en FC Twente uit 1991 zijn zelfs in de archieven van Beeld & Geluid onvindbaar. Het enige dat nog over is, zijn enkele krantenberichten en een wedstrijdblokje in de VI. Mensen die er niet bij waren, zullen het amper geloven: RKC stond in de rust 0-3 achter, waarna het duel eindigde in 6-6. ‘Ik vertel weleens aan mensen over deze wedstrijd’, zegt toenmalig RKC-speler Marc van Hintum, die nu interim technisch manager bij VVV-Venlo is. ‘Ze vragen zich dan af hoe het in hemelsnaam in zo’n uitslag kan eindigen. Mensen dachten zelfs dat het duel verkocht moest zijn, maar daar was totaal geen sprake van.’
Van Hintum zou later acht keer het shirt van Oranje dragen, maar destijds was hij nog een jonge speler. Hij legt uit dat deze iconische wedstrijd op meerdere vlakken belangrijk voor hem was. Na zijn debuutseizoen op het tweede niveau bij Helmond Sport kreeg hij te horen dat hij weg moest. ‘Mijn voetbaldroom viel in duigen. Samen met mijn vader ben ik met mijn tasje achterin richting RKC gereden. Met de vraag of ik mee mocht trainen. Daardoor ben ik toch nog profvoetballer geworden. Die pot tegen FC Twente was wel tekenend voor de ommekeer in mijn carrière.’
Van Hintum weet nog dat tegenstanders destijds een hekel hadden om bij RKC te voetballen. ‘We werden de gangsters van Waalwijk genoemd. We hadden spelers als Marcel Brands, Marco Boogers en André Hoekstra. Allemaal échte winnaars. De overtredingen waren vaak niet mals.’ Hij denkt dat ze in het VAR-tijdperk veel potjes met een mannetje minder waren geëindigd.
Daarnaast hadden grote voetballers ook weinig met het oude Sportpark Olympia van RKC. Door de troosteloze uitstraling stond het bekend als de fietsenstalling. ‘De tegenstanders vreesden dat ze legionella zouden oplopen als ze tien minuten onder de douche stonden’, lacht Van Hintum. ‘Tegen goede ploegen gaf trainer Leo van Veen ons de opdracht om het irrigatiesysteem van het trainingsveld in het stadion te leggen. Dan sjouwden we die buizen, werd het veld compleet nat en gingen we trainen. Dat deden we puur om de grasmat kapot te maken, zodat de komende tegenstander daar moeite mee zou hebben.’
De wedstrijd tussen RKC en FC Twente was de laatste van het seizoen 1990/91. Beide ploegen konden niet meer degraderen of Europees voetbal halen, maar de teams konden nog wel boven elkaar eindigen op de zesde of zevende plaats. Van Hintum vertelt dat RKC de wedstrijd heel serieus nam, maar toch keken ze in de rust tegen een 0-3 achterstand aan. ‘We waren zo ongelooflijk slecht’, verzucht de voormalige linkshalf van RKC. ‘Ik was compleet onzichtbaar. Misschien was ik als jonkie bevangen door spanning.’
In de rust donderde het in de Brabantse kleedkamer. Er zat geen woord Spaans bij. ‘De woorden waren niet mis te verstaan. Dat ging altijd erg fel en ongenuanceerd tegen elkaar.’ Ook trainer Leo van Veen deed er nog een schepje bovenop. ‘Als hij boos was, dan wist je dat hij écht boos was.’ Met een wissel en de afspraak dat ze wat opportunistischer gingen spelen, renden de Brabanders weer de grasmat op. Wat volgde was een van de meest onvergetelijke 45 minuten in het profvoetbal.
Negentien minuten na de rust keek Van Hintum richting het scorebord en stond er een gelijke stand: 3-3. Weer een minuut later kreeg RKC een vrije trap. ‘Volgens mij stond ik samen met rechtspoot Brands achter de bal. Ik was nog jong, maar zag een gaatje. Ik vroeg of ik hem alsjeblieft mocht nemen.’ Brands knikte, waarna Van Hintum de bal binnenkrulde. ‘Niemand verwachtte dat ik hem zou nemen, dat was mijn voordeel.’
‘Ik kreeg daardoor echt vleugels’, herinnert Van Hintum zich nog. Alle spanning viel in één keer van hem af. ‘Ik had echt het gevoel dat ik zweefde.’ Vier minuten na zijn rake vrije trap, tikte hij ook nog de 5-3 binnen. ‘De doelpunten vielen als rijpe appeltjes. Op de tribune was er vooral ongeloof: Wat gebeurt hier in hemelsnaam?’ Het kon klaarblijkelijk allemaal nog een stapje gestoorder.
FC Twente kwam een doelpunt terug, waarna RKC uitliep naar een 6-4 voorsprong. Op dat moment misten de Brabanders ook nog een strafschop. ‘Als we die hadden gemaakt, was het waarschijnlijk een walk-over geworden.’
Het liep allemaal compleet anders; na de gemiste strafschop kreeg de uitploeg weer hoop. ‘Het was een soort bokswedstrijd. Nu kregen wij weer een uppercut en lagen we even op de grond.’ Uiteindelijk kwam FC Twente – dat in de rust nog 0-3 voorstond – terug tot 6-6. ‘Ik was zelf als jonge speler blij met mijn optreden. Toch overheerste bij onze ploeg vooral teleurstelling, maar daar maakten we wel snel een einde aan. We gingen boven in het stadion gezellig een biertje drinken en een feestje bouwen. Er was muziek, een zangertje en het duurde tot in de late uurtjes.’
Later zag hij bij Studio Sport de beelden terug. ‘Dat was een behoorlijk lange samenvatting’, lacht hij. ‘Ik was natuurlijk zo trots als een pauw.’ In de VI van destijds werd Van Hintum uitgeroepen tot Man van de Wedstrijd en kreeg hij een 8 als cijfer. Hij kan zich ook de kop in het Brabants Dagblad nog goed herinneren: Revelatie Van Hintum draait wedstrijd om. ‘Dat vond ik als jonkie natuurlijk fantastisch.’
De verhalen over matchfixing verwijst Van Hintum resoluut naar het rijk der fabelen. 'De gangsters van Waalwijk gaven geen duimbreedte toe'
Dat de beelden nu zijn verdwenen, maakt de mythe van de twaalf doelpunten in de fietsenstalling nóg groter. De verhalen over matchfixing verwijst Van Hintum resoluut naar het rijk der fabelen. ‘De gangsters van Waalwijk gaven geen duimbreedte toe. Je kon het op de klompen aanvoelen dat wij altijd alleen maar wilden winnen.’
Van Hintum zou nog een mooie carrière tegemoet gaan en als linksachter uitgroeien tot Oranje-international. Later werkte hij bij verschillende clubs als assistent-trainer, technisch directeur en hoofdscout. Een maffer duel zou hij nooit meer zien. ‘Dit was echt uniek’, zegt hij over misschien wel de meest krankzinnige Eredivisie-wedstrijd ooit. ‘Laten we hem die titel geven. Ik kan me in ieder geval geen vergelijkbaar duel herinneren.’
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login