Ajax-flops Magallán en Cassierra in de voetsporen van Juan en Gabrich
Ajax nam op Deadline Day afscheid van Lisandro Magallán, die op huurbasis naar Alavés vertrok, en vond vlak voor het einde van de markt ook een oplossing voor Mateo Cassierra. De Colombiaanse aanvaller tekende na twee matige verhuurperiodes een driejarig contract bij het Portugese Belenenses.
De samenwerking met Magallán en Cassierra viel bijzonder tegen, zoals er in het verleden wel meer huwelijken tussen Ajax en Zuid-Amerikaanse spelers mislukten. Maar Ajax had ook succes op de Zuid-Amerikaanse markt, met bijvoorbeeld Maxwell en Luis Suárez, en uit de huidige selectie Nicolás Tagliafico en Lisandro Martínez. Hoe is de Amsterdamse balans wat betreft de Zuid-Amerikaanse spelers?
Noot: in dit overzicht staan alleen de Zuid-Amerikanen die speelminuten in het eerste elftal hebben gemaakt. Spelers als Filipe Luís, Kerlon en Danilo Pereira zijn daarom niet in deze lijst opgenomen. Daarnaast ontbreken spelers uit Suriname en de Antillen.
Márcio Santos (Brazilië) - Halverwege de jaren negentig werd Márcio Santos de eerste Zuid-Amerikaan in dienst van Ajax. De verdediger werd in 1994 met Brazilië wereldkampioen en maakte een jaar later de overstap naar Amsterdam. Mede door blessureleed speelde Santos slechts 25 wedstrijden voor Ajax. Het dieptepunt in zijn Ajax-loopbaan was de rode kaart die hij op 22 december 1996 kreeg tegen PSV. Santos stond als invaller pas negentien seconden op het veld toen hij werd weggestuurd door scheidsrechter Dick Jol.
Mariano Juan (Argentinië) - Na de eerste Braziliaanse aanwinst volgde al snel de eerste Argentijn. Ajax was op zoek naar een opvolger voor Danny Blind, die zijn loopbaan overigens pas in 1999 zou beëindigen, en kwam in 1996 uit bij Mariano Juan. Hij was met Argentinië Onder-20 wereldkampioen geworden en hoopte bij Ajax zijn definitieve doorbraak te kunnen maken. De samenwerking met Juan werd geen succes. De Argentijn speelde niet meer dan 21 wedstrijden voor Ajax en vertrok in januari 2000 naar het Spaanse Getafe.
Iván Gabrich (Argentinië) - Staat in de boeken als misschien wel de grootste miskoop aller tijden van Ajax. Iván Gabrich werd gepresenteerd als 'de spits die nooit omvalt', maar bleek helemaal niet zo goed te kunnen voetballen. 'Na een halfjaar wisten we nog steeds niet of hij nou links- of rechtsbenig was', zouden de gebroeders De Boer ooit over de Argentijn zeggen. Gabrich speelde maar tien competitiewedstrijden voor Ajax en scoorde daarin niet. Hij vertrok al na één jaar, naar het Spaanse Mérida.
Daniel Cruz (Colombia) - Daniel Cruz werd geboren in het Colombiaanse Cali en werd al op jonge leeftijd naar Amsterdam gehaald. Hij begon in de A-junioren van Ajax en kwam tot veertien officiële wedstrijden in het eerste elftal. Omdat een echte doorbraak uitbleef werd Cruz eerst verhuurd aan Germinal Beerschot, voordat hij zijn loopbaan vervolgens definitief voortzette in België.
Wamberto (Brazilië) - De vrolijke aanvaller die altijd lachte, ook na een gemiste kans. Wamberto maakte in 1998 de overstap van Standard Luik naar Ajax en maakte in 122 wedstrijden voor de club 26 doelpunten. In 2002 maakte hij in de bekerfinale tegen FC Utrecht nog in buitenspelpositie de gelijkmaker, waarna Ajax in de verlenging de wedstrijd naar zich toetrok. Zijn zoontje Danilo Sousa Campos was nog actief in de jeugdopleiding van Ajax.
Maxwell (Brazilië) - In de zomer van 2001 streek Maxwell neer in Amsterdam. De sierlijke vleugelspeler had even de tijd nodig om op stoom te komen, maar groeide vervolgens uit tot een publiekslieveling. Toch eindigde zijn periode bij Ajax teleurstellend. Maxwell liep in het seizoen 2004/05 een zware knieblessure op en kwam vervolgens niet meer in actie voor Ajax. Zijn contract werd in januari 2006 ontbonden, waarna Maxwell bij Internazionale het voetbalgeluk terug vond.
Mauro Rosales (Argentinië) - Mauro Rosales deed in 2004 met Argentinië mee aan de Olympische Spelen en in de finale leverde hij de assist op het winnende doelpunt van Carlos Tévez tegen Paraguay. Niet veel later tekende hij een contract bij Ajax. Rosales speelde 91 officiële wedstrijden voor de Amsterdammers, waarin hij dertien keer scoorde. Zijn periode bij Ajax werd overschaduwd door zware enkelblessures.
Leonardo (Brazilië) - Leonardo werd door Feyenoord naar Nederland gehaald en speelde nog voor NAC Breda, voordat Henk ten Cate hem in januari 2007 naar Ajax haalde. De Braziliaan speelde veertig officiële wedstrijden voor Ajax en maakte vijf goals. Zijn belangrijkste doelpunten maakte Leonardo in de UEFA Cup, tegen Hamburger SV en Fiorentina. Tegen laatstgenoemde club was de 1-1 van Leonardo genoeg voor Ajax om de achtste finale te bereiken.
Dario Cvitanich (Argentinië) - In de zoektocht naar een opvolger voor Klaas Jan Huntelaar kwam Ajax in 2008 uit bij Dario Cvitanich. De aanvaller werd voor 7,5 miljoen euro overgenomen van Banfield, destijds een flink bedrag voor Ajax. Cvitanich bleek echter niet eenzelfde soort speler te zijn als Huntelaar en had moeite met het Ajax-systeem. Na 42 wedstrijden en dertien doelpunten belandde hij via Pachuca en Boca Juniors in 2012 bij het Franse OGC Nice.
Luis Suárez (Uruguay) - Luis Suárez werd een daverend succes in Amsterdam. De spits maakte in 2007 de overstap naar Ajax, na een succesvol seizoen bij FC Groningen, en maakte in 159 wedstrijden voor de club 111 doelpunten. Suárez vertrok in januari 2011 naar Liverpool: net een halfjaar te vroeg om een kampioenschap met Ajax mee te kunnen maken. Inmiddels speelt de Uruguayaan al jarenlang bij zijn droomclub Barcelona.
Bruno Silva (Uruguay) - Na Luis Suárez ging ook Bruno Silva van FC Groningen naar Ajax. De rechtsback werd geplaagd door blessureleed en kwam mede daardoor niet verder dan 31 officiële wedstrijden voor de Amsterdammers. Bruno Silva sloot zijn loopbaan vorig jaar af bij Cerro Largo FC in Uruguay.
Nicolás Lodeiro (Uruguay) - Vanaf januari 2010 had Ajax opeens drie Uruguayanen op de loonlijst staan. Nicolás Lodeiro werd overgenomen van Nacional, maar kon niet uitgroeien tot een vaste basisspeler. Door een blessure die hij opliep op het WK in Zuid-Afrika speelde hij in het seizoen 2010/11 zelfs geen enkele wedstrijd voor de Amsterdammers. In de zomer van 2012 nam Lodeiro afscheid van Ajax en ging hij verder bij het Braziliaanse Botafogo. De middenvelder speelt nu al een tijdje in de Verenigde Staten, bij Seattle Sounders FC.
Davinson Sánchez (Colombia) - De komst van Davinson Sánchez bleek een schot in de roos te zijn voor Ajax. De verdediger werd in de zomer van 2016 voor slechts vijf miljoen euro overgenomen van Atlético Nacional en vertrok een jaar later, nadat hij met Ajax de Europa League-finale had gehaald, voor maximaal 42 miljoen euro naar Tottenham Hotspur. De fans van Ajax zagen Sánchez in 47 officiële wedstrijden van hun favoriete club in actie.
Mateo Cassierra (Colombia) - Naast Davinson Sánchez werd ook Mateo Cassierra in de zomer van 2016 door Ajax weggehaald uit Colombia. De aanvaller werd voor 5,5 miljoen euro gekocht van Deportivo Cali en maakte indruk bij Jong Ajax, waar hij topscorer én kampioen van de Keuken Kampioen Divisie werd. Die prestaties wist hij echter niet door te trekken naar het eerste elftal. Cassierra werd verhuurd aan FC Groningen en Racing Club en is nu definitief van de loonlijst geschrapt.
David Neres (Brazilië) - David Neres kwam in januari 2017 naar Ajax, voor een transfersom van ongeveer twaalf miljoen euro. Hij kreeg de tijd om zich aan te passen en is inmiddels een belangrijke speler in de eerste selectie. Neres speelde tot dusver 107 officiële wedstrijden voor Ajax en was daarin goed voor 30 doelpunten en 32 assists. Hij werd al regelmatig in verband gebracht met een lucratieve transfer, maar verlengde onlangs zijn contract in Amsterdam.
Luis Manuel Orejuela (Colombia) - Na het succesverhaal met Davinson Sánchez probeerde Ajax het in de zomer van 2017 nog eens met een Colombiaanse verdediger. Luis Manuel Orejuela werd voor 3,6 miljoen euro overgenomen van Deportivo Cali, dezelfde club als waar Mateo Cassierra werd opgepikt, maar bleek een enorme miskoop. Orejuela deed maar één keer mee bij een competitiewedstrijd van Ajax en speelt tot het einde van dit kalenderjaar op huurbasis voor Cruzeiro.
Nicolás Tagliafico (Argentinië) - Nicolás Tagliafico heropende de Argentijnse markt voor Ajax. De linksback werd anderhalf jaar geleden overgenomen van Independiente en groeide direct uit tot een vaste basisspeler bij Ajax. Tagliafico speelde zich zelfs in de Argentijnse WK-selectie en was in de afgelopen maanden een paar keer aanvoerder van zijn land. Net als Neres beloofde hij Ajax nog zeker een jaar trouw te blijven.
Lisandro Magallán (Argentinië) - Ajax zat al geruime tijd achter Lisandro Magallán aan en de vreugde bij de fans was dan ook groot toen de robuuste verdediger in januari dan eindelijk werd overgenomen van Boca Juniors. Die vreugde veranderde echter al snel in teleurstelling. Magallán had veel moeite met het Ajax-spelletje en bleek een stuk minder betrouwbaar dan gehoopt. Bij Alavés hoopt hij zich alsnog te kunnen bewijzen in het Europese voetbal. De Spaanse club huurt Magallán voor één seizoen en heeft vervolgens een optie tot koop. Het is dus mogelijk dat Ajax de Argentijn niet meer terugziet.
Lisandro Martínez (Argentinië) - De eerste indrukken van Lisandro Martínez zijn een stuk positiever dan die van zijn voorganger. Martínez kwam deze zomer voor een geschat bedrag van zeven miljoen euro over van Defensa en bewijst in zijn beginperiode bij Ajax zijn meerwaarde voor het team van Erik ten Hag. Martínez is een vaste basisspeler, in de defensie of op het middenveld, en klopt op de deur bij het Argentijnse elftal. Ajax lijkt met Martínez wél weer een Zuid-Amerikaanse voltreffer in huis te hebben gehaald.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login