Ajax met dubbele cijfers naar kwartfinale
WHC was in de achtste finale in het KNVB-bekertoernooi een gewillig slachtoffer voor Ajax (1-14), dat na ruim een half uur al de monsterscore binnen handbereik had.
Ajax overleefde met moeite de twee voorgaande rondes. AGOVV Apeldoorn en FC Dordrecht dwongen de Amsterdamse formatie tot een verlenging. Dit keer bleef overwerk de ploeg van trainer Martin Jol bespaard.
In tegenstelling tot de bekerduels met AGOVV en Dordrecht nam Jol voor het duel met WHC geen risico door spelers rust te gunnen. Ajax trad in Zwolle in de sterkste opstelling aan tegen de Zaterdaghoofdklasser, dus ook met Luis Suarez in de basis.
Ajax nam geen halve maatregelen tegen het makke WHC. Na de openingstreffer van Marko Pantelic in de achttiende minuut liep de Amsterdamse ploeg in een tijdsbestek van een kwartier uit naar een 6-0 voorsprong.
Na de 2-0 van Pantelic deden Suarez en Ismail Aissati ieder twee keer van zich spreken. Op slag van rust redde Jolf Stel de eer van WHC, dat in het eerste kwartier van de tweede helft weer het hoofd diep boog voor Ajax. Door Suarez (2x) en een eigen doelpunt van Jeffrey Bosch stond de Amsterdamse formatie na een uur op de rand van dubbele cijfers.
In de 67ste minuut was het raak. Kennedy Bakircioglu bracht de tiende Ajax-treffer op het scorebord. Het clubrecord – in 1961 kreeg Rapiditas in het bekertoernooi met 10-0 klop – kon definitief uit de geschiedenisboeken worden geschrapt na de tweede treffer van de Zweedse aanvaller zeven minuten voor tijd. Na de treffer van Demy de Zeeuw bepaalde Suarez met twee goals de eindstand op 1-14.