Ajax onnodig in moeilijkheden bij Utrecht
Ajax was FC Utrecht weer eens de baas in De Galgenwaard. Kenneth Perez moest van de bank komen om de zege (3-2) veilig te stellen, want de Amsterdammers gaven een fortuinlijk verkregen voorsprong uit handen.
Trainer Henk ten Cate zorgde voor een verrassing in zijn opstelling. Hij liet Ajax aantreden met een versterkt middenveld als tegenwicht van de fysieke kracht van Utrecht. Thomas Vermaelen kwam in de ploeg als linksback en Urby Emanuelson schoof door naar de linkshalfpositie.
De strijdwijze, die veel weg had van een 4-4-2 opstelling, deed een aantal spelers zichtbaar goed. Wesley Sneijder maakte optimaal gebruik van zijn vrije rol op het middenveld en in de voorhoede oogde Ryan Babel bevrijd doordat hij niet meer links aan de zijlijn hoefde te spelen. Babel was de grote uitblinker bij Ajax. De international zocht slim de duels op met de trage Joost Broerse en zorgde voor veel gevaar.
Utrecht leek wat verrast door de speelwijze van Ajax en kwam niet toe aan het beproefde recept in thuiswedstrijden van Sturm und Drang. Pas in de tweede helft ontplooide de thuisclub iets dat op druk leek. Het gevaar bij Utrecht moest komen van Marc-Antoine Fortuné.
De sterke Fransman bezorgde Jaap Stam bij vlagen handenvol werk en forceerde een kwartier voor tijd een onterecht toegekende strafschop. Stam zette buiten het strafschopgebied een blok, maar scheidsrechter Dick van Egmond legde de bal op de stip. Gregoor van Dijk zorgde voor de 1-2. Diezelfde Van Dijk leek zijn ploeg even later de das om te doen door een rode kaart te incasseren voor een trappende beweging naar Sneijder.
De hectische slotfase kreeg echter een vervolg door toedoen van opnieuw Fortuné, die wegdraaide bij Zdenek Grygera en de 2-2 onder doelman Maarten Stekelenburg door schoof. Ten Cate reageerde onmiddellijk door Perez binnen de lijnen te brengen. De Deen scoorde met zijn eerste balcontact. Hij kreeg de bal aangespeeld door de eveneens ingevallen Markus Rosenberg en stifte hem fraai over doelman Michel Vorm heen.
Het was de eerste echte uitgespeelde goal van Ajax. In de eerste helft mocht het twee gelukkige doelpunten begroeten. Na afleggen van Sneijder schoot Gabri raak via het been van Babel en vlak voor de rust strafte John Heitinga een fout van Vorm af die een vrije trap van Sneijder liet glippen.