Ajax tegen Spaanse tegenstanders: geen positieve balans

De eerste keer dat Ajax tegenover een club uit Spanje stond was in 1967. Toen speelden de Amsterdammers de belangrijkste Europese wedstrijden nog in het Olympisch Stadion en was Rinus Michels nog de coach van Ajax. De gouden jaren moesten nog komen, maar spelers als Johan Cruijff, Piet Keizer en Sjaak Swart speelden al wel voor de club uit de hoofdstad.

Tijdens de eerste ontmoeting ooit tussen Ajax en Real Madrid werd het 1-1. Cruijff opende de score in de zeventiende minuut, nog voor rust maakte een clublegende aan de andere kant gelijk, Pirri scoorde. Het tweeluik in het seizoen 1967/1968 leverde ook meteen een eerste teleurstelling op tegen een Spaanse tegenstander, want na de 1-1 in Amsterdam won Real Madrid in eigen huis na verlenging, waardoor Ajax al vroeg werd uitgeschakeld in de strijd om de Europa Cup I.

Real Madrid is ook meteen de Spaanse tegenstander die Ajax het vaakst trof in Europees verband. Veertien keer stonden de clubs tegenover elkaar, met vijf Amsterdamse overwinningen in de boeken. De laatste winstpartij is ook meteen een zeer memorabele, in Estadio Santiago Bernabéu werd Real Madrid door een jeugdig Ajax met 1-4 opzij gezet op weg naar de kwartfinale van de Champions League.

Achter Real Madrid volgt een rits van clubs die Ajax viermaal trof in de clubgeschiedenis. Een daarvan is Valencia, rechtstreeks verantwoordelijk voor de Champions League-uitschakeling van Ajax dit seizoen. In Spanje won Ajax nog met 0-3, maar in de Johan Cruijff Arena ging het kort voor de winterstop mis. Door een 0-1 nederlaag werd Ajax derde in de groepsfase, waardoor Ajax nu tegen Getafe speelt in de zestiende finale van de Europa League.

Ook Atlético Madrid, Barcelona, Celta de Vigo en Real Zaragoza waren viermaal de tegenstander van Ajax in Europa. Niet geheel verrassend kan Ajax alleen tegen Barça geen positieve balans overleggen. De enige keer dat de Catalanen werden verslagen was in 2013, met een man minder werd een voorsprong succesvol verdedigd. Goals van Thulani Serero en Danny Hoesen waren voldoende voor een 2-1 overwinning.

Er zijn ook Spaanse clubs waar Ajax in de historie maar in één tweeluik tegenover stond. Athletic de Bilbao (1978), Real Mallorca (1999) en Osasuna (1991) zijn daar voorbeelden van. De wedstrijd in en tegen Bilbao is natuurlijk hét duel van de spookgoal. Een schot van Vidal ging naast en Ajax hervatte het spel al, maar de scheidsrechter wees naar de stip. Hij was die dag de enige in Estadio San Mamés die het schot van Vidal raak zag gaan. Ajax verloor het duel in Spanje met 2-0. 

Tegen Espanyol werd slechts één keer gespeeld in de clubhistorie. In het seizoen 2006/07 zag de strijd om de UEFA Cup er wat anders uit dan tegenwoordig met de Europa League het geval is. In de groepsfase speelden vijf teams in één poule, elk team speelde maar één keer tegen elkaar. Espanyol is samen met Mallorca het enige Spaanse team waar Ajax wel tegen speelde, maar nooit van won.

• Meer over

• Getafe
• Osasuna
• Athletic Bilbao
• Real Madrid
• Atlético Madrid
• Real Mallorca
• Celta de Vigo
• Real Zaragoza
• Barcelona
• Valencia
• Espanyol
• Ajax
• UEFA Europa League 2019/2020