Atlético Madrid zet treurige traditie titelverdedigers voort
Atlético Madrid zet met de vroege uitschakeling in de Europa League een treurige traditie van titelverdedigers voort. Sinds Sevilla in 2007 de UEFA Cup prolongeerde, werden de bekerhouders altijd uit het toernooi gestoten voordat de kwartfinales aanbraken.
Twee jaar geleden toonde Atlético zich ook al geen waardig kampioen. Nadat het onder aanvoering van Diego Forlán de eerste editie van de Europa League op zijn naam had geschreven, liet het zich in 2010/11 al in de groepsfase uit het toernooi stoten. Bayer Leverkusen en het op voorhand toch minder hoog ingeschatte Aris Saloniki gingen wel door.
Afgelopen zomer nam Atlético de beker over van FC Porto, dat net als Atlético dit seizoen al in de zestiende finales strandde. Het kapitaalkrachtige Manchester City was te sterk voor de Portugezen, die zonder de naar Atlético vertrokken Radamel Falcao waren doorgestroomd uit de poulefase van de Champions League als een van de nummers drie.
Toen de Europa League nog UEFA Cup heette stelden de titelhouders in recente jaren ook al teleur. Shakhtar Donetsk kwam in 2009/10 als laatste winnaar van het oude toernooi in de zestiende finales niet voorbij de latere finalist Fulham.
Ook Zenit Sint-Petersburg kon in 2008/09 de erfenis van tweevoudig winnaar Sevilla geen vervolg geven. De Russen overleefden de eerste knock-outronde tegen VfB Stuttgart nog wel, maar strandden een ronde later in de achtste finales alsnog tegen Udinese.
Een seizoen eerder kon Sevilla zijn tweede opeenvolgende UEFA Cup niet verdedigen. De Andalusiërs kwamen uit in de Champions League, waar ze in de achtste finales na strafschoppen ten onder gingen tegen Fenerbahçe. (Willem van Beeren & Tim Vos)
Alle gebruikte foto's op VI.nl zijn afkomstig van VI Images.