Atlético laat hulpeloos Real ontsnappen
Real Madrid was met een 1-1 gelijkspel tegen Atlético Madrid spekkoper. De Koninklijke maakte in Vincente Calderón weer een hulpeloze indruk.
In 1999 had Atlético voor het laatst in eigen huis het genoegen mogen smaken van een overwinning op Real. Gezien de hachelijke situatie bij de Koninklijke zagen de Rojiblanco's acht jaar later hun kans schoon.
Real Madrid werd direct bij de keel gegrepen. De treffer van Fernando Torres was volkomen verdiend gezien de overdonderende start van Atlético Madrid, dat doorzette voor de genadeklap.
Luis Perea dacht enkele minuten na de 1-0 de tweede Atlético-treffer op zijn naam te hebben gezet, maar de feestvreugde werd verstoord door scheidsrechter Daudén Ibañez die de goal onterecht afkeurde.
Ook na rust had Atlético de stadsrivaal bij de keel. Maar de ploeg van trainer Javier Aguirre verzuimde opnieuw door te bijten en kreeg daar compleet onverwacht na ruim een uur de rekening voor gepresenteerd.
Op aangeven van de ingevallen Antonio Cassano tekende Gonzalo Higuaín voor de Real-gelijkmaker, waar Fabio Cannavaro kort voor rust zo'n andere zeldzame mogelijkheid om zeep had geholpen.
Met hangen en wurgen sleepte Real, dat Ruud van Nistelrooy op de wedstrijddag geblesseerd zag afhaken, het punt over de eindstreep. Keeper Iker Casillas zag te pas en te onpas een Atlético-speler voor zich opduiken.
Het werd er niet beter op voor Real, toen Cannavaro voor een elleboog planten in de nek van Fernando Torres zijn tweede gele kaart kreeg. Maar de laatste acht minuten kon Atlético ook met een man meer de begeerde en verdiende tweede treffer niet maken.