Barcelona krijgt weer klop van Atlético
Op de avond dat Barcelona hoopte een record te evenaren, ging de club hard onderuit. Opnieuw was Atlético Madrid de plaaggeest voor de Spaanse kampioen: 1-3.
Barcelona had de laatste veertien competitieduels in winst omgezet. Bovendien had de ploeg van coach Frank Rijkaard al achttien competitiewedstrijden niet meer verloren. De laatste nederlaag dateerde van 18 september toen Atlético met 2-1 zegevierde in het Vicente Calderón.
Maar zonder de in Afrika verblijvende Samuel Eto'o, de geblesseerde Xavi en de geschorste Ronaldinho stond er een stuurloos Barça in het Camp Nou. Geen moment zat de thuisploeg in de wedstrijd. Sterker, het was eigenlijk vanaf de aftrap dat de rojiblancos de baas waren op het veld.
In de 33ste minuut kwamen de bezoekers verdiend op voorsprong. Oleguer en Gabri zaten elkaar in de weg, waarna Fernando Torres simpel de bal achter Víctor Valdés schoot. Twee minuten na rust (waarin Rijkaard Mark van Bommel en Lionel Messi naar de kant haalde) vergrootte Maxi Rodríguez het verschil door ogenschijnlijk in buitenspelpositie op aangeven van Martin Petrov de 0-2 in het doel te tikken.
Via Henrik Larsson kwam Barcelona nog wel dichterbij, maar in de 75ste minuut was het opnieuw Fernando Torres die koel bleef oog in oog met doelman Valdés. Ook de ingevallen Giovanni van Bronckhorst kon daar geen verandering meer in aanbrengen.
Door de eerste thuisnederlaag van dit seizoen slonk de voorsprong op Valencia tot negen punten en op Real Madrid tot tien punten. Atlético blijft in de subtop bivakkeren.