Benfica bevestigt status als exportkampioen met vroege verkopen

Met beide transfers is in totaal ongeveer tachtig miljoen euro gemoeid. Daarmee bevestigt Benfica zijn status van 's werelds best exporterende voetbalclub, als puur naar de transferbedragen wordt gekeken.

Sinds medio 2012 deed Benfica voor liefst 527 miljoen euro spelers van de hand. De ploeg uit Lissabon blijft daarmee Chelsea (483 miljoen euro) en Tottenham Hotspur (409 miljoen euro) voor in die periode. Onderaan de streep, als de aankopen worden meegeteld, noteert Chelsea echter een verlies van 117 miljoen euro op de transfermarkt, waar Benfica een plus van 336 miljoen euro realiseert.

In de praktijk houdt de Europa Cup 1-winnaar van 1961 en 1962 wel veel minder over omdat er vaak wordt samengewerkt met derde partijen.

Sinds medio 2012 nam Benfica in ruil voor een stevige vergoeding afscheid van vele steunpilaren. Tot tien keer toe werd een speler voor minimaal 25 miljoen euro verkocht: Axel Witsel (2012, Zenit Sint-Petersburg), Nemanja Matic (2013, Chelsea), Lazar Markovic (2014, Liverpool), Enzo Pérez (2014, Valencia), Rodrigo (2015, Valencia), Nicolás Gaitán (2016, Atlético Madrid), Gonçalo Guedes (2016, Paris Saint-Germain), Renato Sanches (2016, Bayern München), Ederson (2017, Manchester City) en Lindelöf (2017, Manchester United).

Het knappe van Benfica is dat ze het economische beleid weet te koppelen aan uitstekende sportieve resultaten. Afgelopen maand voltooide het team van trainer Rui Vitoria zelfs de tetralogie: de vierde achtereenvolgende Portugese landstitel.

Clubs met meeste transferinkomsten sinds 2012:

Transferbedragen via Transfermarkt.de

• Meer over

• Ederson
• V. Lindelöf
• Benfica