Blessures frustreren Been: 'Om gek van te worden'
Feyenoord treft woensdag Roda JC in de derde ronde van de KNVB-beker. Trainer Mario Been neemt de ontmoeting uiterst serieus. 'Omdat het toch een kans is op een prijs. Vorig jaar waren we er dichtbij, maar verloren we de twee finales van Ajax.'
'Toch was het een mooi toernooi waarin we goed hebben gespeeld en clubs zoals AZ, FC Twente en PSV hebben uitgeschakeld', vertelt Been in Voetbal International. Bovendien is de ontmoeting met de Limburgers een kans op eerherstel na het kansloze verlies tegen Ajax.
'Ik ben blij dat we weer mogen spelen, want iedereen heeft daar behoefte aan. Tegen Ajax kwamen we kwalitatief tekort. In fases speelden we redelijk mee en kregen we wat halve kansen, maar was de eindpass niet goed. Toch kan ik mijn spelers weinig verwijten. Ze doen hun stinkende best. Roda JC is een goede tegenstander. Die ploeg steekt prima in elkaar, maar wij willen verder in de beker omdat dat toernooi de kortste weg is naar Europees voetbal. Het is een enorm cliché, maar wel gewoon de waarheid.'
Been mist tegen Roda wel de nodige spelers. Bruno Martins Indi ontbreekt vanwege een schorsing, terwijl Ron Vlaar last heeft van een hamstringblessure. Sekou Cissé zit wel bij de groep, maar kan nog steeds niet aan een wedstrijd beginnen. De Ivoriaan zegt nog steeds last te hebben van zijn grote teen, een blessure waar hij nu al bijna een jaar mee tobt.
Ook Jon Dahl Tomasson zal voorlopig niet spelen. De Deen kampt met een bovenbeenblessure en is nu al bijna drie maanden uit de roulatie. 'Het is om gek van te worden', stelt Been. 'Speler zoals Cissé en Tomasson hebben we gewoon nodig, maar het mag niet zo zijn. Als je dan ook nog je aanvoerder, Ron Vlaar moet missen, is dat heel vervelend. Maar het is zoals het is.'
Been blijft onverstoorbaar onder de slechte competitiestart van Feyenoord. 'Ik heb dit eerder meegemaakt bij NEC', stelt de trainer. 'Je kunt gaan zeuren, klagen, of weet ik veel wat, maar dat helpt niet. Het enige dat wij moeten doen, is hard blijven werken en doorgáán. Uiteindelijk betaalt zich dat uit.'