Chelsea is Mourinho 'The Special One' kwijt
Zijn laatste avond als coach van Chelsea bracht José Mourinho door in een bioscoop, met een voorvertoning van Blue Revolution, een documentaire over Chelsea sinds de komst van eigenaar Roman Abramovitsj. De trainer ontweek na afloop de pers en zou wezenloos voor zich hebben uitgestaard toen hij het filmtheater verliet.
Niet veel later verstuurde de Portugese trainer sms-berichten naar vijf voorname Chelsea-spelers, onder wie John Terry en Frank Lampard, met de mededeling dat hij per direct opstapte bij de Londense club. Enkele uren nadien maakte Chelsea het vertrek van zijn succescoach bekend. 'Chelsea FC en José Mourinho zijn het eens dat zij per direct uit elkaar gaan', was de summiere boodschap op de clubsite.
Never a dull moment is een uitdrukking die het best past bij het verblijf van Mourinho bij Chelsea: nooit één saai moment. Nou, bijna nooit. Want zo spectaculair als de 44-jarige Portugees zich met zijn mond roerde, zo flets opereerde zijn elftal. Dat laatste leidde waarschijnlijk zijn afscheid in. Vanaf Mourinho's eerste persconferentie in dienst van Chelsea lag de Engelse pers aan de voeten van de welbespraakte en van zelfvertrouwen overlopende coach. 'Please, noem me niet arrogant. Ik ben Europees kampioen en ik denk dat ik bijzonder ben: I'm a special one', introduceerde Mourinho zich in de zomer van 2004 nadat hij FC Porto had verruild voor Stamford Bridge.
Aan die uitspraak werd hij voortdurend herinnerd. En waarom ook niet? Chelsea was in zijn 99-jarige historie weinig succesvol geweest. Voordat Mourinho arriveerde hadden The Blues één landstitel, drie FA Cups, twee League Cups, twee Super Cups, één Europese Super Cup en twee Europa Cups II in de prijzenkast. In de drie seizoenen die volgden kwamen daar twee kampioenschap-en, één FA Cup, twee League Cups en één Super Cup bij. Daarnaast verloor Chelsea geen enkele thuiswedstrijd sinds zijn komst.
Natuurlijk, Mourinho had de steun van de onuitputtelijke bankrekening van Roman Abramovitsj. Maar voorgangers als Ruud Gullit, Gianluca Vialli en Claudio Ranieri hadden evenmin te klagen over financiële middelen. Maar waar zij niet in slaagden, lukte de voormalig assistent van Louis van Gaal wel: Chelsea groeide uit tot een Europese topclub, tot the team to beat in het Premiership. Mourinho maakte van het sterrenensemble een hechte ploeg, uitgerust met een ongekende teamspirit. Ondanks alle successen had Mourinho het in het laatste jaar moeilijk. Het begon met de komst van Andrei Sjevtsjenko in de zomer van 2006. Hij wilde de Oekraïense vedette niet, maar Abramovitsj drukte zijn zin door. Enkele maanden later, op het moment dat Mourinho aandrong op versterking, draaide de Russische miljardair de geldkraan grotendeels dicht: Chelsea moest meer spelers opleiden.
Bovenal zou Abramovitsj zich hebben gestoord aan het uitblijven van succes in de Champions League en de onaantrekkelijke speelstijl van de Londense formatie. Voor aanvang van dit seizoen beloofde Mourinho zijn elftal aanvallender te laten voetballen, maar zonder succes. In de Premier League was Aston Villa dit seizoen al te sterk, terwijl afgelopen dinsdag Rosenborg BK een punt pakte op Stamford Bridge. Dat de doorgaans uitverkochte thuishaven van Chelsea met slechts 25 duizend toeschouwers was gevuld, was een teken dat ook de fans niet blij zijn met het spel van hun ploeg.
Vooralsnog blijft het gissen naar de ware reden voor het ontslag van Mourinho, waarbij moet worden aangetekend dat hij zowel bij Benfica als bij FC Porto op opvallende wijze afscheid nam. Wat de reden van zijn congé ook mag zijn, één ding staat vast: Chelsea is zijn Special One kwijt.