CL-countdown: assistkoning Ibrahimovic nadert Seedorf
Zlatan Ibrahimovic stuwde Paris Saint-Germain afgelopen seizoen tot grote hoogte door zich met het zeldzaam hoge aantal van zeven assists tot beste aangever van de Champions League-jaargang 2012/13 te kronen. In de historie van het miljoenenbal gingen hem slechts acht spelers voor. Bovendien denderde Zlatan de toptien binnen.
Met Ibrahimovic als meest prominente versterking van het nieuw gevormde sterrenensemble reikte PSG vorig seizoen tot de kwartfinales van de Champions League. De ploeg van de inmiddels naar Real Madrid vertrokken trainer Carlo Ancelotti maakte indruk, vooral in het tweeluik met Barcelona. De Catalanen gingen op basis van uitdoelpunten weliswaar naar de halve finale, maar konden nimmer afstand nemen van de Parijzenaren.
In die wedstrijden bewees Ibrahimovic hoe waardevol hij is voor PSG door bij alle drie de Parijse treffers betrokken te zijn. In de thuiswedstrijd (2-2) maakte hij elf minuten voor tijd uit de rebound 1-1, waarna hij in blessuretijd Blaise Matuidi in staat stelde de 2-2 op het scorebord te zetten. En tijdens de return in Camp Nou (1-1) hielp hij Javier Pastore op weg naar de 0-1.
Zijn aanzienlijke aandeel in de twee gelijke spelen tegen Barça was voor Zlatan voldoende om zich met het uitzonderlijke hoge totaal van zeven verzilverde voorzetten, ruim voor achtervolger Mario Götze (vijf keer aangever namens Borussia Dortmund), tot assistkoning van de meest recente editie van het miljoenenbal te kronen.
Voor de laatste keer dat een speler in één CL-seizoen zo vaak aan de basis stond van een treffer, moeten we terug naar de jaargang 2008/09, toen Xavi zijn club Barcelona met zeven assists naar de eindzege in de Champions League hielp. Xavi en Ibrahimovic waren na David Beckham (1998/99, Manchester United), Luis Figo (2000/01, Real Madrid), Thierry Henry (Arsenal 2003/04) en Ryan Giggs (2006/07 Manchester United) respectievelijk pas de vijfde en zesde speler die daarin slaagden.
Slechts een trio CL-giganten slaagde erin om ooit in één seizoen nog vaker ploeggenoten met succes in stelling brengen. Dwight Yorke vestigde in 1998/99 een record door op weg naar de eerste CL-winst van Manchester United liefst acht keer aangever zijn. Figo evenaarde dat aantal een seizoen later op weg naar de tweede eindzege van Real Madrid, terwijl weer een jaar later Gaizka Mendieta met eveneens acht assists Valencia aan een finaleplaats hielp.
Doordat Ibrahimovic zich bij dat selecte gezelschap voegde stoomde hij ook met stip de toptien van beste aangevers aller tijden binnen. Op weg naar zijn huidige negende plaats streefde hij eveneens nog actieve grootheden als Frank Lampard, Kaká, Cristiano Ronaldo, Lionel Messi, Cesc Fabregas, Samuel Eto'o en de tot Beste Speler van Europa verkozen Franck Ribéry voorbij.
Met 21 assists is eeuwige assistkoning Giggs (39 assists) evenwel nog ver verwijderd. Het passeren van Clarence Seedorf, beste Nederlander op de achtste plaats met 24 gouden passes, lijkt voor komend seizoen wél een reëel doel. (Tim Vos)