Column Engels voetbal: gokcultuur in de Premier League
Tom van Hulsen, operationeel hoofdredacteur van Voetbal International, schrijft voor VI.nl iedere zaterdag een column over het Engels voetbal.
Dat de glamourwereld van de voetballerij zo zijn schaduwkanten kent, werd afgelopen week maar weer eens duidelijk. Michael Chopra, tegenwoordig onder contract bij Blackpool, werd door de rechtbank gehoord in een zaak over een drugsdeal. De spits bekende dat hij zo'n twaalf jaar geleden, als achttienjarige speler van Newcastle United, al gokverslaafd was en duizenden ponden per week verspeelde. Chopra noemde ontluisterende details over zijn tijd bij Newcastle, dat destijds werd getraind door Bobby Robson. Rond 2001, toen Alan Shearer en Craig Bellamy nog voor de club voetbalden, was het vaste prik dat de spelers op weg naar een wedstrijd in de bus kaartspelletjes deden waarbij soms dertigduizend pond werd ingezet. 'We kaartten om echt geld', vertelde Chopra in de rechtbank. 'Als je voor dertigduizend pond wilde spelen, dan moest je het wél bij je hebben. Vooraf gingen we dan ook naar de bank om geld op te nemen, zodat we altijd genoeg hadden.'
Michael Chopra was destijds achttien jaar en kon als jonge jongen geen weerstand bieden aan de verleidingen waarmee de oudere spelers hem bekend hadden gemaakt. Chopra dacht al snel aan weinig anders meer dan gokken en maakte enorme schulden, ook in zijn tijd als speler van Cardiff City en later Sunderland. Criminele schuldeisers kwamen verhaal halen. Toen Chopra bij Ipswich Town onder contract stond kreeg hij rond een training bezoek van een paar mannen die hem een handtekening vroegen, en hem ondertussen in zijn oor fluisterden dat ze wisten waar hij woonde, waar zijn ouders woonden en waar zijn zoontje op school zat. Ipswich Town-eigenaar Marcus Evans betaalde vervolgens uit eigen zak de kosten voor een afkickkliniek in de Verenigde Staten.
Het verhaal van Michael Chopra staat niet op zichzelf in Groot-Brittannië. Talloze voetballers en oud-voetballers van naam zijn verslaafd geraakt aan gokken, drugs of alcohol. Arjan de Zeeuw, die voor vier Engelse clubs speelde, vertelde mij eens een anekdote over een trainingskamp met Portsmouth, waar hij van 2002 tot 2005 actief was. Hij lag op de kamer naast Paul Merson, toen hij om drie uur 's nachts een enorm kabaal hoorde. Merson schreeuwde het uit en rende door de kamer. 'Bleek dat hij die avond tienduizend pond op een wedstrijd uit de Amerikaanse basketball-league had gezet, en hij had de winnaar goed voorspeld', aldus De Zeeuw. Dat seizoen promoveerde Portsmouth naar de Premier League. Op het promotiefeest werd op last van manager Harry Redknapp geen drank geschonken, omdat Merson net was afgekickt van zijn alcoholverslaving.
Paul Merson, vooral bekend door zijn jaren bij Arsenal (foto), vergokte tijdens zijn voetbalcarrière zo'n zeven miljoen pond. In zijn boek How not to be a professional footballer vertelt hij openhartig over zijn verslavingen. Over het moment dat hij, als speler van Aston Villa, serieus overwoog zijn eigen vingers te breken, zodat hij de telefoon niet meer kon pakken om een weddenschap af te sluiten. Over het moment dat hij zijn huis ter waarde van achthonderdduizend pond verkocht en korte tijd later het hele bedrag alweer vergokt had. 'Het grootste probleem was dat het voor mij een soort Monopoly-geld was', aldus Merson. 'Ik gokte op van-alles-en-nog-wat, soms was ik zo van de wereld dat ik niet eens wist waarop. Tienduizend pond op de winnaar van het Eurovisie Songfestival, vijfduizend op een bowls-wedstrijd op BBC 2 of twintigduizend pond op een American Football-wedstrijd. En duizenden weddenschappen op paarden en honden.'
Merson zal wellicht de grootste gokker onder de voetballers zijn geweest, maar de rij verslaafden in Groot-Brittannië is lang. Zo openbaarden voormalig Newcastle-speler Keith Gillespie, Matthew Etherington van Stoke City, Cameron Jerome van Crystal Palace, David Bentley van Blackburn Rovers en international Andros Townsend van Tottenham Hotspur allemaal gokverslaafd te zijn geweest. En allemaal komen ze met dezelfde verklaring: ze bulkten van het geld en verveelden zich – vooral in hotelkamers – kapot.
Ik heb de indruk dat maar weinig oud-spelers de talenten van tegenwoordig waarschuwen tegen de verleidingen waaraan ze bloot komen te staan. Iemand als Alan Shearer, toch een betrokkene als we de verhalen van Michael Chopra mogen geloven, is geen type van wie we dat hoeven te verwachten. En ik heb nog geen manager gehoord die een oplossing heeft bedacht om verveling in trainingskampen tegen te gaan.
Zou het verplicht stellen van een leesuurtje wellicht een idee zijn? Te beginnen met het boek van Paul Merson.