Conte heeft Italiaanse eer hoog te houden bij Chelsea
Antonio Conte moet Chelsea vanaf komend seizoen weer het aanzien gaan geven van een prijzenpakker. De manager heeft een nationale eer hoog te houden bij The Blues, die in het verleden erg gelukkig waren met Italiaanse coaches aan het roer.
Het gaat Chelsea dit seizoen niet bepaald voor de wind. De ploeg is al uitgespeeld in de Champions League, maakt geen kans meer op de FA Cup en werd al in de vierde ronde uitgeschakeld in de strijd om de League Cup. In de Premier League is een 'Europese plek' ver uit het zicht voor de ploeg van interim-manager Guus Hiddink, met een achterstand van zeven punten op nummer zes West Ham United.
Conte treft zeker geen gespreid bedje als hij komende zomer, na het EK in Frankrijk waar hij als bondscoach van Italië actief zal zijn, aan de slag gaat op Stamford Bridge. Toch - of misschien juist daarom - rust er een enorme druk op zijn schouders. Chelsea wil terug naar de top en de fans hunkeren naar succes. Conte mag zijn landgenoten die hem voorgingen daarvoor 'bedanken'. Het waren Gianluca Vialli, Carlo Ancelotti en Roberto Di Matteo die de club het succes brachten en de lat zo hoog legden voor de voormalig hoofdcoach van Juventus.
Prijzenkast
Chelsea ging vanaf 1996 op de buitenlandse toer. De club koos niet langer voor Engelse managers - interim-managers Graham Rix, Ray Wilkins en Steve Holland (allen één wedstrijd) buiten beschouwing gelaten - maar trok na Ruud Gullit (1996-1998) enkel nog oefenmeesters van buiten het Verenigd Koninkrijk aan. De Portugees José Mourinho zorgde er in zijn twee periodes bij The Blues voor dat de prijzenkast flink uitdijde. Het meubel, dat exact dertig prijzen mag tonen, werd echter voor een derde aangekleed door de vierkoppige Italiaanse afvaardiging.
Vialli, die Gullit in 1998 opvolgde als speler/coach, sleepte in twee jaar liefst vijf prijzen in de wacht, waarna hij werd opgevolgd door zijn veel minder succesvolle landgenoot Claudio Ranieri. De huidige manager van stuntploeg Leicester City mocht in vier jaar tijd geen enkele beker omhoog tillen of medaille omhangen, waarna hij het stokje overdroeg aan Mourinho. Na diens eerste vertrek - hij werd dit seizoen in december op straat gezet en vervangen door Guus Hiddink - stond Chelsea onder leiding van achtereenvolgens Avram Grant (Israël), Felipe Scolari (Brazilië) en Hiddink (Nederland), waarna Ancelotti aantrad. Drie prijzen later werd hij opgevolgd door André Villas-Boas.
De Portugees kon niet voldoen aan de verwachtingen en werd in maart op straat gezet. Zijn Italiaanse assistent Di Matteo nam het over, liet een frisse wind waaien over Stamford Bridge en sleepte met Chelsea - naast een FA Cup - voor het eerst in de clubhistorie De Cup met de Grote Oren in de wacht. Een herhaling van die prestatie lijkt door de huidige tiende plaats op de ranglijst onmogelijk, maar dat Italianen er in Londen hun specialiteit van hebben gemaakt om eremetaal te smeden is voor de Chelsea-aanhangers een fraaie kapstok om hun ideaalbeeld voor het komende seizoen aan op te hangen.
Manager | Periode | Prijzen |
Gianluca Vialli | 1998-2000 | League Cup (1998) |
Europa Cup II (1998) | ||
UEFA Super Cup (1998) | ||
FA Cup (2000) | ||
Charity Shield (2000) | ||
Claudio Ranieri | 2000-2004 | - |
Carlo Ancelotti | 2009-2011 | Community Shield (2009) |
Premier League (2010) | ||
FA Cup (2010) | ||
Roberto Di Matteo | 2012 | FA Cup (2012) |
Champions League (2012) |
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login