Countdown naar start CL: memorabele comeback Reds
VI telt dagelijks met een opmerkelijke statistiek af naar de start van het 21ste Champions League-seizoen op 18 september, vandaag over drie dagen.
In de historie van de Champions League zijn er slechts drie ploegen die terugkwamen van een 3-0 achterstand. De meest memorabele comeback is nog altijd die van Liverpool, dat in de finale van 2004/05 halverwege een voorsprong van drie goals goed moesten maken tegen AC Milan.
De bizarre eindstrijd in Istanbul ontbrandde al vroeg, toen Paolo Maldini op 37-jarige leeftijd de oudste en snelste doelpuntenmaker in de finale werd door al na één minuut een vrije trap van Andrea Pirlo binnen te koppen. Milan maakte zich na twee goals van Hernán Crespo vlak voor rust al op voor de prijsuitreiking, maar Liverpool dacht daar anders over.
In een tijdsbestek van zes minuten dichtte de ploeg van trainer Rafael Benítez het gat met De Rossoneri, door een rake kopbal van Steven Gerrard in de 54ste minuut, een geplaatst schot van Vladimir Smicer in de 56ste minuut en een binnengewerkte rebound van Xabi Alonso na een uur spelen, nadat de Spanjaard zijn strafschop nog gekeerd zag worden door Milan-doelman Dida.
In het zinderende uur dat daarop volgde scoorden beide ploegen niet meer. In de allesbeslissende penaltyserie kon Milan de inzinking van de tweede helft niet meer te boven komen. Missers van Serginho, Pirlo en Andriy Shevchenko (foto onder) schonken Liverpool de Champions League. Als Milan zich voorafgaand aan de finale even had verdiept in de CL-historie van Liverpool, had het de inhaalrace wellicht zien aankomen. In november 2002 liet Liverpool zich op bezoek bij FC Basel ook al niet ontmoedigen door een 3-0 achterstand. Ondanks goals in het laatste halfuur van Danny Murphy, Smicer en Michael Owen verkeerden de Engelsen na afloop in rouwstemming, want door het gelijke spel plaatste niet Liverpool maar Basel zich voor de volgende ronde.
Negen jaar eerder was Werder Bremen de eerste club die in CL-verband een voorsprong van drie goals te niet deed. De Duitsers wonnen in het eigen Weser-stadion met 5-3 van Anderlecht, dat nog ging rusten met een 3-0 voorsprong. De Nieuw-Zeelandse aanvaller Wynton Rufer nam twee van de vijf Bremense doelpunten voor zijn rekening.
Op 7 maart 2011 waren 21.364 toeschouwers in El Riazor eveneens getuige van een klein voetbalwonder. Deportivo La Coruña kwam op eigen veld na 55 minuten met 3-0 achter tegen Paris Saint-Germain. Het thuispubliek uit Galicië beleefde vervolgens de avond van zijn leven, toen Walter Pandiani in amper een halfuur tijd drie keer raak kopte en ook Diego Tristán (foto onder) één treffer met het hoofd maakte. (Tim Vos)