Crisis Real Madrid bereikt kookpunt door thuisnederlaag

Zinedine Zidane zei vorige week na de 2-2 bij Celta de Vigo al dat het voor Real niet meer het moment was om te praten over de titelkansen. Eerst moest er een einde komen aan de wisselvalligheid, dan pas kon gedacht worden aan het wegwerken van de al uiterst grote achterstand op koploper Barcelona. In het bekertoernooi werd midweeks nog met 2-2 gelijkgespeeld tegen Numancia en dus snakte het Madrileense publiek des te meer naar eindelijk weer eens een overtuigende wedstrijd van Real.

Zidane koos bij afwezigheid van de geblesseerde Karim Benzema voor Gareth Bale en Cristiano Ronaldo als spitsenduo, met daarachter Isco in plaats van bijvoorbeeld Marco Asensio. Real nam het initiatief en dwong Villarreal al snel naar achteren. De bezoekers leken wel vrede te hebben met die rolverdeling en hielden de ruimtes klein. Zo af en toe glipte Real voorbij de verdedigers, zo werd Ronaldo vrijgespeeld maar ging zijn schot voorlangs. De thuisploeg moest het echter veelal met pogingen uit de tweede lijn doen. Marcelo stuurde de bal met een geweldige uithaal richting de kruising, maar doelman Sergio Asenjo pareerde uitstekend. Dat deed de Spaanse goalie ook bij een vrije trap van Ronaldo.

Asenjo groeide met zijn reddingen langzaam maar zeker uit tot de hoofdrolspeler en kwelgeest voor Ronaldo. Het ultieme moment van glorie voor de keeper kwam er in de extra tijd van de eerste helft bij een niet te missen kans van de Portugees. Isco gaf vanaf rechts strak voor en Ronaldo had de bal op vijf meter van het doel voor het intikken. Asenjo dook haast tegen beter weten in en kreeg het schot tegen zijn lichaam.

Het ongeduld bij Real nam zichtbaar toe en ook de onvrede van de achterban klonk steeds meer vanaf de tribunes. Villarreal verdedigde stug net als drie weken geleden op bezoek bij Valencia, dat als titelkandidaat in eigen huis verrassend verloor met 0-1. Real wist door het countergevaar dat de risico's zouden toenemen bij het verhogen van de druk, maar het kon niet anders. Zeker omdat Asenjo niet te passeren bleef, zo ondervond Toni Kroos met een volley.

In de hoop eindelijk voorbij de bewegende muur in het Villarreal-doel te komen, bracht Zidane met Lucas Vázquez en Asensio twee frisse aanvallers voor Isco en Bale. Vázquez schonk Luka Modric een uitgelezen mogelijkheid om de score te openen, maar de Kroaat knalde na goed terugleggen over. Asensio miste even later de tijd om van dichtbij af te ronden uit een voorzet van Marcelo.

Enes Ünal was ondertussen ingevallen bij Villarreal en kreeg dé kans om Real te pijnigen. De ex-spits van FC Twente werd door Denis Cheryshev (ex-Real) vrij voor Keylor Navas gezet. De Turk kwam niet voorbij de Real-goalie, maar de Costa Ricaan was kansloos toen Pablo Fornals de bal met veel gevoel in het lege doel stiftte bij de rebound: 0-1. Het was de genadeklap voor Real, dat niet meer terugkwam.

De Madrilenen hebben in La Liga nu een achterstand van liefst zestien punten op Barcelona. Real dreigt als nummer vier van Spanje echter ook de aansluiting te verliezen met Atlético Madrid en Valencia.