Cruijff als speler: dribbelkoning en regisseur

Reacties

Johan Cruijff gaat de geschiedenis in als beste Nederlandse voetballer aller tijden. Hij bestormde met jeugdliefde Ajax de wereldtop, bracht Barcelona zelfbewustzijn bij en keerde terug in Nederland om Ajax en Feyenoord naar de titel te leiden. Daarnaast was Cruijff regisseur en aanvoerder van het Oranje dat op het WK 1974 de voetbalwereld betoverde.

Cruijff als speler: dribbelkoning en regisseur

'In voetbal is het simpel: je bent op tijd of je bent te laat. Als je te laat bent, moet je zorgen dat je op tijd vertrekt', is een gevleugelde uitspraak van Cruijff. Die quote had op zijn eigen voetballoopbaan kunnen slaan, want het orakel van Betondorp brak exact op het juiste moment door. Toen Cruijff op 15 november 1964 als zeventienjarige aanvaller debuteerde voor Ajax in de uitwedstrijd tegen GVAV (3-1) was het Nederlandse voetbal namelijk ingrijpend aan het veranderen. In 1954 had de KNVB het verbod op betaald voetbal opgeheven en dat leidde een flinke professionaliseringsslag in.

Cruijff, die al vanaf zijn zesde actief was in de opleiding van Ajax, werd na zijn ploeggenoot Piet Keizer de tweede Nederlandse fullprof. Dat was een idee van trainer Rinus Michels, die een half jaar na het debuut van Cruijff werd aangesteld in Amsterdam. Toen Michels arriveerde was Ajax een degradatiekandidaat. De keiharde coach reorganiseerde de hele club en stippelde een plan uit om de top te bestormen.

Cruijff speelde een sleutelrol in het project van Michels. Tijdens het eerste seizoen onder de nieuwe oefenmeester was hij nog niet altijd zeker van zijn basisplaats, maar al snel was hij niet meer weg te denken uit de ploeg. Met rechtsvoor Sjaak Swart en linksbuiten Piet Keizer vormde hij een gevreesde voorhoede. Soms ontlastte Michels zijn oogappel door Henk Groot (en later Dick van Dijk) naast hem in de spits te zetten. Cruijff was dankzij zijn dribbels en doelpuntendrift de sterspeler van het team dat in Nederland tussen 1964 en 1973 zes keer kampioen werd en vier keer de KNVB-beker veroverde.

Johan Cruijff in een duel met Aad Mansveld van FC Den Haag tijdens het seizoen 1971/72.
Johan Cruijff in een duel met Aad Mansveld van FC Den Haag tijdens het seizoen 1971/72.

Ajax bestormde met zijn attractieve speelstijl behalve de Nederlandse ook de Europese top. Op 7 december 1966 maakte Cruijff een van de vijf Amsterdamse treffers in de legendarische mistwedstrijd tegen Liverpool (5-1). Een week later nam de spits beide Ajax-doelpunten voor zijn rekening op Anfield (2-2). Hoewel Ajax vervolgens in de kwartfinale sneuvelde tegen Dukla Praag waren de resultaten tegen Liverpool de bevestiging dat Ajax ook Europees aan de weg aan het timmeren was. In 1969 bereikten de Amsterdammers als eerste Nederlandse club de finale van de Europa Cup I, maar daarin bleek AC Milan met 4-1 te sterk. Een jaar later werd Feyenoord de eerste Nederlandse Europa Cup-winnaar met een zege (2-1) op Celtic.

Tussen 1971 en 1973 boekte Ajax onder aanvoering van Cruijff een nog steeds ongeëvenaarde prestatie door als Nederlandse club drie keer op rij de Europa Cup I te veroveren. Bij de eerste triomf, op Wembley tegen het Griekse Panathinaikos, zat Michels nog op de bank. Cruijff leverde in dat duel met een assist een bijdrage aan de 2-0 van Arie Haan, die daarmee de eindstand bepaalde. Een jaar later beleefde Cruijff het hoogtepunt van zijn actieve loopbaan door in De Kuip twee keer te scoren in de finale tegen Internazionale (2-0). Op dat moment had de Roemeen Stefan Kovacs de leiding bij Ajax overgenomen, waardoor de spelersgroep – met Cruijff als natuurlijke leider – steeds meer verantwoordelijkheid kreeg. Na de derde gewonnen finale tegen Juventus, dat geklopt werd door een snelle goal van John Rep (1-0), nam Kovacs afscheid.

Blijdschap na de winst van de derde Europa Cup I op rij.
Blijdschap na de winst van de derde Europa Cup I op rij.

Cruijff trainde in de voorbereiding op het seizoen 1973/74 nog mee bij Ajax, maar toen hem zijn aanvoerdersband werd afgenomen, nam hij de wijk naar Barcelona. Daar werd hij herenigd met Michels, die hij zag als tweede vader. Zijn eigen vader Manus was overleden toen Cruijff twaalf jaar was. Cruijff veroverde al snel de harten van de socio’s, onder meer door een glansrol in de 5-0 overwinning bij eeuwige rivaal Real Madrid. In zijn eerste jaar in Catalonië pakte El Flaco (de magere) direct de landstitel. Belangrijker was misschien nog wel dat Cruijff de visie van Michels als regisseur kon vertalen naar het veld, waardoor Barcelona in staat bleek om de supporters te vermaken met swingend voetbal.

De twee-eenheid Michels-Cruijff stond ook centraal bij de ontwikkeling van het Totaalvoetbal, waarmee Oranje indruk maakte op het WK 1974. De fanatieke pressing, gecombineerd met de buitenspelval, en de vele positiewisselingen van het Nederlands elftal op dat eindtoernooi waren nog nooit eerder vertoond. Cruijff was op het veld de spil in het geheel. Hij scoorde drie keer, maar was misschien nog wel belangrijker in zijn rol als aanjager. Smet op het toernooi was de met 2-1 verloren finale tegen gastland West-Duitsland. Na in de eerste minuut een strafschop verdiend te hebben, kon Cruijff zich in dat duel niet meer onderscheiden. Daar werd in de media het zogenoemde zwembadincident als reden voor aangevoerd.

Johan Cruijff in actie tijdens de verloren WK-finale tegen West-Duitsland.
Johan Cruijff in actie tijdens de verloren WK-finale tegen West-Duitsland.

De interlandcarrière van Cruijff ging na dit succesvolle toernooi als een nachtkaars uit. Op 26 oktober 1977 speelde hij zijn 48ste en laatste interland. Hij maakte totaal 33 doelpunten in Oranje. Naar het WK 1978 in Argentinië wilde Cruijff niet afreizen, terwijl het EK 1976 uitliep op een fiasco. Nederland wilde op dat toernooi revanche nemen voor de nederlaag van twee jaar eerder tegen West-Duitsland, maar tot een hernieuwde confrontatie kwam het niet. In de halve finale bleek Tsjecho-Slowakije met 3-1 te sterk. Tegen diezelfde tegenstander had Cruijff in 1966 overigens rood gepakt, waarmee hij de eerste Nederlandse international werd die van het veld gestuurd werd.

Na zijn succesvolle debuutjaar beleefde Cruijff vier mindere seizoenen bij Barcelona. De Catalanen konden geen nieuwe titel veroveren. In 1978 besloot Cruijff op 31-jarige leeftijd te stoppen als voetballer, nadat hij met Barcelona de Copa del Rey veroverd had. Ajax regelde een afscheidswedstrijd voor zijn clubicoon, maar daarin werden de Amsterdammers met 0-8 afgedroogd door Bayern München, dat opmerkelijk strijdlustig voor de dag kwam.  

Doordat Cruijff in geldproblemen kwam, moest hij na een jaar alweer zijn voetbalcarrière hervatten. Dat deed hij in de Verenigde Staten bij de Washington Diplomats. Na een weinig succesvolle tussenstap bij Levante en een hernieuwde periode in Washington keerde Cruijff in december 1981 terug bij jeugdliefde Ajax. Bij zijn debuut tegen Haarlem snoerde de legendarische nummer veertien bij zijn rentree direct al zijn criticasters de mond. Cruijff slalomde in de 21ste minuut langs Piet Huijg en Martin Haar, om vervolgens met een subtiel lobje keeper Edward Metgod te verschalken.

Johan Cruijff in dienst van Ajax tegenover Feyenoord, de club waar hij zijn loopbaan zou afsluiten.
Johan Cruijff in dienst van Ajax tegenover Feyenoord, de club waar hij zijn loopbaan zou afsluiten.

Cruijff was in dit toetje van zijn carrière meer de regisseur dan ooit. Op het veld was hij voortdurend bezig om zijn jeugdige ploeggenoten aanwijzingen te geven. Cruijff tilde zo heel Ajax naar een hoger niveau en zo voegde hij in 1982 en 1983 een landstitel toe aan zijn toch al omvangrijke erelijst. In 1983 werd bovendien ook de KNVB-beker gewonnen. Daarmee leek Cruijff op glorieuze wijze afscheid te nemen in zijn geboortestad, maar mislukte contractonderhandelingen dreven hem in de handen van aartsrivaal Feyenoord.

De Rotterdammers bleken wél bereid om aan de eisen van Cruijff te voldoen en dus speelde hij zijn laatste seizoen als actieve voetballer in het shirt van Feyenoord. Cruijff leed met Feyenoord een pijnlijke 8-2 nederlaag in het Olympisch Stadion tegen Ajax, maar lachte toch als laatste. De 37-jarige topvoetballer pakte namelijk de dubbel en nam vervolgens in mei 1984 definitief afscheid van het voetbal.

In 1999 werd Cruijff vanwege zijn bijzondere prestaties door de KNVB verkozen tot Voetballer van de Eeuw. Daarnaast werd hij twee keer topscorer van de Eredivisie, drie keer Nederlands Voetballer van het Jaar, twee keer Sportman van het Jaar en drie maal Europees voetballer van het jaar. In 1974 werd hij bovendien uitgeroepen tot beste speler van het WK. Het waren terechte onderscheidingen voor een speler die Ajax, Barcelona en het Nederlands elftal met zijn dribbels naar ongekende hoogtes tilde. (Pieter Zwart)

Bekijk hier al onze video's
Gerelateerde artikelen
Praat mee

Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.