Dapper IJsland laat Engeland ontsnappen na kortsluiting bij Walker

De aanloop naar de interland tegen IJsland was aardig bewogen voor Engeland, waar Manchester United-verdediger Harry Maguire eerst voor werd geselecteerd. Na diens veroordeling – hij had gevochten in Griekenland – besloot bondscoach Gareth Southgate hem toch niet op te roepen voor de eerste interlandperiode na de coronabreak.

Achterin koos Southgate daarom voor Joe Gomez en Eric Dier, voorin vormden Raheem Sterling, Jadon Sancho en Harry Kane de voorhoede. Laatstgenoemde leek al vroeg voor de openingstreffer te zorgen, maar Kane's goal in de zevende minuut ging niet door wegens vermeend buitenspel. Uit de herhaling – er was geen VAR aanwezig bij dit duel – bleek dat het millimeterwerk was.

In het resterende deel van de wedstrijd creëerde Engeland, tijdens de vorige editie van de Nations League nog derde, bar weinig. Declan Rice had in de eerste helft de 0-1 op zijn schoen, maar de middenvelder maaide vol over de bal heen. Twintig minuten voor tijd leek alle hoop op een resultaat voor Engeland vervlogen, toen Kyle Walker zijn tweede gele kaart pakte voor een drieste tackle. Met tien man lukte het Engeland echter alsnog om tot scoren te komen.

Daar had het land een penalty voor nodig, Sverrir Ingason maakte hands en de bal ging op de stip. Het buitenkansje werd benut door Sterling. Daarmee leek Engeland ietwat te veel te krijgen en dus grepen de voetbalgoden in. Kort na de 0-1 ging de bal ook aan de andere kant op de stip, na een overtreding van Gomez. Birkir Bjarnason deed echter niet wat Sterling deed: de IJslander schoot de bal niet eens tussen de palen vanaf elf meter.

Zo ontsnapte Engeland alsnog aan puntenverlies tijdens de opening van de tweede editie van de Nations League, over drie dagen speelt het land tegen Denemarken.

• Meer over

• K. Walker
• Engeland
• UEFA Nations League 2020/2021
• IJsland - Engeland (0-1)