'De druk ligt bij Ajax en dat weet Huntelaar'
Drie weken geleden, de start van het nieuwe voetbalseizoen lag nog ver achter de horizon, deed Klaas-Jan Huntelaar een opmerkelijke uitspraak. We zaten in de serre van een plattelandshotel in Wales en blikten vooruit naar de competitie. Gevraagd naar de belangrijkste titelkandidaat in zijn ogen, antwoordde Huntelaar zonder één seconde bedenktijd: PSV. Zijn ogen straalden even, voordat hij me uitdagend aankeek. Alsof hij wilde zeggen: 'Nu jij weer.' De teruggekaatste bal – de opmerking dat hij PSV als grootste titelkandidaat naar voren schuift om de druk in Eindhoven op te voeren – legde Huntelaar in één beweging dood met een verwijzing naar de statistieken. Vier landstitels op rij, die adel verplicht, wilde hij maar zeggen.
Diep in zijn hart zal Huntelaar beter weten. Hij is van het slag dat zijn ogen en oren altijd wijd open heeft en goed nadenkt over hoe hij naar buiten treedt. Vandaar ook dat het nog niemand is gelukt helderheid te verschaffen over zijn toekomstwensen. Je kunt Huntelaar via honderd verschillende zijpaden uitspraken proberen te ontlokken over zijn nabije toekomst, met zijn antwoorden zorgt hij er telkens weer voor dat alle opties open blijven. Zo houdt hij Ajax tevreden, blijft tegelijkertijd de deur naar het buitenland open staan en schiet de 25-jarige topscorer zichzelf niet in de voeten. Huntelaar kent het spel. In dat licht moet ook zijn opmerking over de titelkansen van PSV bezien worden.
Wat de Eindhovense club de voorbije jaren in de nationale competitie heeft gepresteerd is razend knap, maar het laatste landskampioenschap kwam mede tot stand door de falende concurrentie (lees: Ajax). Sindsdien is PSV twee van zijn beste spelers (Heurelho Gomes en Jefferson Farfán) en z'n grootste talent (Ismail Aissati) kwijtgeraakt. Laatstgenoemde vertrok naar Amsterdam, waar het aankoopbeleid van de nieuwe beleidsbepalers weinig aan de verbeelding overlaat. Ajax gaf een slordige dertig miljoen euro uit aan verse spelers, terwijl PSV zich tot nu toe beperkte tot een totaalinvestering van twaalf miljoen.
De Amsterdamse behoefte om de Brabantse hegemonie te doorbreken is immens en de daadkracht van Ajax op de transfermarkt brengt verwachtingen én verplichtingen met zich mee. Daar doet de laatste oefenwedstrijd van de seizoensvoorbereiding – een beschamende 2-1 nederlaag tegen de Spaanse laagvlieger Real Murcia – niets aan af. Trainer Marco van Basten heeft met Huntelaar, Miralem Sulejmani en Luis Suárez de beste aanval van Nederland tot zijn beschikking en ook het middenveld met Aissati en de controleurs Gabri en Rasmus Lindgren mag er wezen. Op papier heeft Ajax een kampioensploeg, de mentaliteit van de spelers en de kunde van beginnend Eredivisiecoach Van Basten zullen komend seizoen bepalend zijn. Of, zoals de trainer het in Murcia afgelopen week zelf plastisch verwoordde: ‘De opstelling plus de instelling maakt de voorstelling.'
Vooral op het mentale terrein maakte PSV de voorbije jaren het verschil. Op cruciale momenten hielden ze in Eindhoven de rug recht, waar Ajax in het heetst van de titelstrijd meermaals door de hoeven zakte. Op dat vlak ligt voor Marco van Basten straks de grootste uitdaging. Aan de eerste voorwaarde om tot succes te komen – een sterke selectie samenstellen – heeft hij in een mum van tijd voldaan. Ook Huntelaar erkende drie weken geleden dat de selectie de meeste kwaliteit herbergt sinds hij in december 2005 naar Ajax kwam. De spits voegde daar het belang van teamgeest aan toe. Je mag verwachten dat iedereen in Amsterdam daar na vier verloren seizoenen van doordrongen is. De bal ligt bij Ajax en dat weet Huntelaar als geen ander.
Simon Zwartkruis