De ene interland die altijd terugkwam: 'Dat wilde ik dan weleens aandikken'
Het is inmiddels bijna vijftig jaar geleden dat Heini Otto zijn eerste en enige interland voor het Nederlands elftal speelde. Het verhaal dat daarachter zit is haast niet te geloven. Voor Otto was het een meer dan geschikt onderwerp voor de lezingen die hij tot een paar jaar geleden nog gaf.
Otto mocht in mei 1975 mee met het Nederlands elftal naar Joegoslavië, nadat bondscoach George Knobel er op Schiphol achter was gekomen dat hij een mannetje miste. Otto, destijds speler van FC Amsterdam, had net ploeggenoot Jan Jongbloed afgezet op de luchthaven. Knobel besloot om Otto maar mee te nemen naar Joegoslavië en liet de jongeling daar ook daadwerkelijk zijn Oranje-debuut maken.
De inmiddels bijna zeventig jaar oude Otto kan daar geweldig over vertellen. Dat doet hij onder meer in een groot verhaal in de VI, in onze zomerserie over Bijzondere Internationals. Otto is met zijn verhaal misschien wel de meest bijzondere van het hele stel.
'Tot een paar jaar geleden gaf ik nog lezingen', vertelt de Amsterdammer, 'en dan kwam die ene interland natuurlijk steeds terug. Dat wilde ik dan nog weleens een beetje aandikken en dan vertelde ik grappend dat ik na die wedstrijd tegen Joegoslavië zelf naar de bondscoach was gegaan, om te zeggen dat ik meteen wilde stoppen bij het Nederlands elftal. Want als het zo makkelijk gaat, een taxichauffeur in Oranje: dan hoeft het voor mij niet meer. Vonden de mensen schitterend.'
Lees via VI PRO het volledige verhaal van Heini Otto:
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login