De Keuken Kampioen Divisie als tussenstation richting Oranje
De Keuken Kampioen Divisie is een ultieme kweekvijver, zo blijkt uit het aantal Oranje-internationals dat ooit speeltijd kreeg op het een na hoogste niveau. Voor VI's themanummer over opleiden doken we in deze materie.
Als we de meest recente voorselectie van Oranje erbij pakken – aangevuld met de geblesseerde aanvallers Memphis Depay, Donyell Malen en Steven Bergwijn – en we gaan na hoe het staat met de Eerste Divisie-ervaring van de internationals, dan komen we tot een veelzeggende conclusie. Liefst 20 van de 33 spelers hebben minuten op het tweede niveau op hun prof-cv staan. De twintig moeten worden onderverdeeld in drie categorieën.
Tot de eerste behoren de voetballers die voor een standaardelftal van een (op dat moment) in de Eerste Divisie uitkomende club in actie kwamen. Die vijf spelers hebben samen precies tweehonderd duels op de teller staan.
In de tweede groep vinden we de mannen die als jongeling hun profdebuut maakten in het beloftenelftal van de club waar ze in het eerste debuteerden in de Eredivisie. Hun totaal komt op 171 wedstrijden.
De voetballers in de derde groep maakten (door de regelgeving toegestaan) Eerste Divisie-minuten bij de beloften om ritme op te doen voordat zij konden terugkeren in de hoofdmacht. Dat levert veertien duels op. De huidige Oranje-groep komt derhalve tot 385 wedstrijden in de Eerste Divisie. Een overtuigender bewijs dat de Keuken Kampioen Divisie de opleidingscompetitie bij uitstek is vind je niet.
Trainers
In zekere zin geldt dat ook voor trainers. Oefenmeesters als Peter Bosz, Erik ten Hag en John van den Brom vierden successen in de Eerste Divisie voordat ze doorbraken op het hoogste niveau. Bosz werd in 2005 met Heracles Almelo kampioen in de Eerste Divisie, Ten Hag gidste Go Ahead Eagles in 2013 naar de Eredivisie en Van den Brom maakte van AGOVV een subtopper in de een na hoogste afdeling.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login