De 'koninklijke' erfenis: deze iconische Brazilianen gingen Reinier voor

Roberto Carlos
De man met de turbodijen was ruim een decennium niet weg te denken van de linkerflank van De Koninklijke. Al enkele jaren voor het tijdperk van de supersterren gold Roberto Carlos als zo'n Galáctico. Het was de Braziliaan die de assist gaf bij de iconische volley van Zinedine Zidane in de Champions League-finale van 2002 tegen Bayer Leverkusen. Zijn mooiste treffer voor Real Madrid was waarschijnlijk zijn schot tegen Tenerife vanuit een onmogelijke hoek.

Ronaldo
Een van de beroemdste Deadline Day-transfers vond plaats in 2002: Ronaldo verruilde bij het scheiden van de markt Internazionale voor Real Madrid. Eerder in die zomer had de spits zich gekroond tot topscorer van het WK in Japan en Zuid-Korea. Zijn beroemdste optreden was het returnduel met Manchester United in de kwartfinale van de Champions League van 2003, waarin hij een hattrick voor zijn rekening nam. Een minpuntje: Ronaldo won die editie van de elitecompetitie niet, zoals hij nooit de Cup met Grote Oren omhoog mocht houden.

Robinho
Werd met veel trompetgeschal gepresenteerd in Bernabéu en kreeg zelfs het shirt met rugnummer 10, maar een clublegende werd Robinho nooit. De Braziliaan vormde in zijn Real-periode wel een ijzersterk trio met Ruud van Nistelrooy en Raúl. Medio 2008 legde Robinho een contractvoorstel naast zich neer en tekende hij bij Manchester City, al vertelde de dribbelaar bij zijn presentatie doodleuk dat hij veel verwachtte van zijn tijd bij Chelsea.

Marcelo
'Een parel waar half Europa achteraan zat.' Met die woorden werd Marcelo begin 2007 welkom geheten door voorzitter Ramón Calderón. De preses zou nooit spijt krijgen van zijn woorden. Met vier Champions League-eindzeges is de 58-voudig Braziliaans international de succesvolste speler in dit lijstje. Marcelo is ook een van de weinige geslaagde winteraankopen van Real Madrid.

Kaká
In de zomer van 2009 onderging Real Madrid een renovatie zoals we die zelden hebben gezien in het voetbal. Onder anderen Karim Benzema, Cristiano Ronaldo én Kaká streken neer in Bernabéu. De toen 27-jarige Braziliaan was een van de boegbeelden van het laatste (althans, voorlopig) grote AC Milan. De Rossoneri incasseerden bijna zeventig miljoen euro voor Kaká, die toch altijd in de schaduw zou staan van collega-zomeraankoop Ronaldo.

Casemiro
Met het synoniem 'balafpakker' zouden we hem tekortdoen, afgelopen weekeinde tegen Sevilla bewees Casemiro dat hij een complete speler is. Toch zijn het vooral zijn verdedigende acties op het middenveld die de allrounder onmisbaar maken voor Zinedine Zidane. Vlak na de aanstelling van de Fransman begin 2016 kreeg de Braziliaan nog nauwelijks speeltijd. 'Ik vroeg Zidane om opheldering en hij verzekerde me om rustig te blijven. Want als ik zou spelen, zou ik er nooit meer uit gaan', vertelde Casemiro vorig jaar in gesprek met AS.

Vinícius Júnior
De eerste Real Madrid-speler die in het jaar 2000 het levenslicht zag. De Koninklijke presenteerde Vinícius op 20 juli 2018, enkele weken na het vertrek van Cristiano Ronaldo. Niet gedacht werd dat de aanvaller al in zijn eerste seizoen geregeld de plaats van de iconische Portugees moest innemen, maar het was toch echt Vinícius die Ajax' grootste plaaggeest was tijdens de Champions League-tweestrijd van vorig jaar. De blessure die de Braziliaan in deel twee van de ontmoeting opliep vormde een grote smet op zijn eerste Madrileense seizoen.

Rodrygo
Zo'n 45 miljoen euro legde Real Madrid op tafel om het supertalent in te lijven. Rodrygo debuteerde dit seizoen en maakte al meteen veel indruk. De ex-speler van Santos velde in het najaar hoogstpersoonlijk Galatasaray met een hattrick. Op dat moment was hij slechts achttien jaar en 301 dagen oud; alleen Raúl maakte op nog jongere leeftijd drie treffers in een Champions League-wedstrijd.

• Meer over

• Reinier
• Real Madrid
• LaLiga 2019/2020