De Nederlandse nachtmerries van Diego Simeone
Voor het eerst in zijn trainerscarrière krijgt Diego Simeone te maken met een Nederlandse opponent. De trainer van Atlético Madrid zal met weinig positieve herinneringen aan de aftrap verschijnen in het Philips Stadion. Zo scheurde de voormalige middenvelder er ooit zijn kruisband. Ook aan andere ontmoetingen met ploegen uit Nederland bewaart Simeone geen warme herinneringen.
De meest pijnlijke – in de letterlijke zin van het woord - dateert van bijna vijftien jaar geleden. Simeone komt op 26 september 2001 met Lazio op bezoek in Eindhoven in het kader van de groepsfase van de Champions League. Zeven minuten voor rust is de wedstrijd, die PSV met 1-0 wint, voor de dan 31-jarige controleur ten einde. Hij komt na een luchtduel verkeerd terecht. De diagnose: een gedeeltelijk gescheurde kruisband, die hem tot begin april uit de roulatie zou houden. Hij is maar net op tijd fit voor het WK 2002.
Argentinië wordt als titelfavoriet al tijdens de eerste ronde van het toernooi in Japan en Zuid-Korea uitgeschakeld. Toch beschouwt Simeone de in Eindhoven opgelopen knieblessure als het dieptepunt van zijn carrière, zo zou hij in augustus 2009 zeggen in een gesprek met FIFA.com. 'Ik sprong op en landde daarna op mijn linkerbeen. Dat kon mijn gewicht niet dragen en toen zei mijn rechterbeen krak. Ik wist meteen dat het ernstig was. Het voelde alsof mijn knie eraf lag. Het revalidatieproces was zwaar: ik kon twee maanden niet lopen en daarna draaide mijn hele leven om die knie.'
'Het was het allemaal waard, want ik kon het WK uiteindelijk spelen.' Maar prettige herinneringen aan dat toernooi heeft Simeone niet, al kwam de uitschakeling tegen Nederland in de kwartfinale van het WK 1998 bij hem naar eigen zeggen veel harder aan. 'We waren op weg naar iets groots, stonden met een man meer en het leek alsof we gingen verlengen. Toen kwam die lange bal over vijftig meter die Dennis Bergkamp fantastisch afmaakte. Niemand wist precies hoe wie die goal tegen hadden gekregen. Onze hoop was toen zo groot, de frustratie die we voelden was des te groter.'
Hollandse vloek
Het zijn de twee meest aansprekende voorbeelden van de Hollandse vloek die op enkele cruciale momenten de kop op stak tijdens de loopbaan van Simeone. Anderhalf jaar na de beroemde uitschakeling tegen Oranje verliest de strijdlustige controleur met Lazio in de Champions League verrassend van Feyenoord (1-2). Jon Dahl Tomasson haalt zijn gram bij trainer Leo Beenhakker door als invaller twee keer scoren. De Deense aanvaller steekt zijn middelvinger op richting dug-out als hij in het stadion van de aanstaand kampioen van Italië tot matchwinner uitgroeit.
Op 19 maart 1997 zorgt een andere supersub dat Simeone aan zijn eerste ontmoeting met een Nederlandse ploeg ook een zure nasmaak overhoudt. Dani loodst Ajax met een prachtig afstandsschot in de honderdste minuut van de CL-kwartfinale tegen Atlético Madrid naar de laatste vier (2-3). Bijna twintig jaar later komt PSV op Simeones pad in de achtste finale van de Champions League, maar vrezen voor een nieuwe Nederlandse nachtmerrie zit niet in zijn aard. 'Ik ben niet bang voor een specifieke speler of ploeg', zei hij al in 2009. 'Ik vrees mezelf het meest. Als ik mentaal niet voorbereid ben om honderd procent te geven, ben ik niet dezelfde persoon.'
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login