De Serie A wacht op de reuzen uit het zuiden
VI-redacteur Reon Boeringa laat elke speelronde zijn licht schijnen op het Italiaanse voetbal. De Serie A is volgend seizoen meer dan ooit de divisie van het noorden.
'Onder Rome begint Afrika.'
'Ten zuiden van Rome is niet de regering, maar de maffia de baas.'
'In het zuiden wordt het geld uitgegeven dat in het noorden wordt verdiend.'
Het is een greep uit de vooroordelen die in Noord-Italië heersen over het zuiden, dat minder ontwikkeld, armer en daarmee ook crimineler is.
De sociaal-economische verhoudingen komen ook in de voetballerij steeds meer tot uitdrukking. Het heeft er alle schijn van dat er vanaf volgend seizoen slechts twee clubs ten zuiden van Rome in de Serie A spelen. Het gigantische stuk land dat inclusief de eilanden Sardinië en Sicilië ongeveer de helft van het Italiaanse oppervlak beslaat, wordt in de Serie A dan alleen vertegenwoordigd door Napoli (op de foto spits Gonzalo Higuaín) en Palermo.
Waar zijn de Zuid-Italiaanse clubs gebleven? De lagere divisies bulken van de gevallen zuidelijke bolwerken. Zo zijn Catania en Bari nog niet zeker van lijfsbehoud in de Serie B, terwijl ze in theorie ook nog via de play-offs zouden kunnen promoveren. De zuidelijke afdeling van de Lega Pro (Serie C) stemt helemaal droevig, met Reggina als meest trieste uitschieter. De club die tussen 2002 en 2009 onafgebroken in de Serie A speelde kan degradatie naar de amateurs niet meer ontlopen. Hetzelfde lot dreigt voor overbuur Messina, terwijl Lecce is opgegaan in de grijze massa. Alleen Salernitana ontworstelt zich aan de misère. De volksclub uit Salerno speelt volgend seizoen eindelijk weer in de Serie B.
Dat geldt ook voor Cagliari. De trotse Sardiniërs die in 1970 kampioen van Italië werden kunnen alleen in theorie degradatie uit de Serie A nog ontlopen. Daarmee blijven voor volgend seizoen slechts Napoli en Palermo over ten zuiden van Rome. Daar kunnen alleen Avellino en Frosinone, die via de play-offs uit de Serie B zouden kunnen promoveren, nog wat aan veranderen.
In ruil voor clubs uit grote Italiaanse steden als Bari (320.000 inwoners), Catania (294.000) Messina (243.000) heeft de Serie A piepkleine provincieclubs uit het noorden gekregen. Chievo (een voorstad van Verona), Sassuolo, Empoli en het praktisch gepromoveerde Carpi hebben samen nog niet de helft van het aantal inwoners van Bari.
Het miraculeuze succes van clubs als Sassuolo en Carpi worden voetbalsprookjes genoemd. Dat zijn het ook. Maar de opkomst van dreumesen, die sommige duels slechts enkele duizenden fans trekken, heeft ook een keerzijde. Namelijk nog geringere financiële mogelijkheden voor de in dat opzicht toch al zwakke Serie A.
Het wachten is op de wederopstanding van de reuzen uit het zuiden. Het noorden heeft hen hard nodig.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login