Dries Mertens: het torinstinct van een sociaal dier
Voetbal International kiest na elke speelronde in de Eredivisie de Speler van de Week. Voor de zevende speelronde was dat PSV-aanvaller Dries Mertens.
Het is een bekend stokpaardje geworden van de media aan het begin van elk seizoen: een speler die aan de lopende band het net vindt confronteren met de fameuze Coen Dillen-index. De indrukwekkende scoringsdrift van de oud- spits van PSV is nog altijd onaangetast gebleven.
Liefst 43 goals maakte hij in het seizoen 1956/57 in de Eredivisie. Een aantal waarmee grootheden als Luis Suarez, Ronaldo, Klaas-Jan Huntelaar, Afonso Alves en Ruud van Nistelrooy werden lastiggevallen, maar zonder historisch resultaat.
Na zeven speelronden in de huidige competitie is het opvallend genoeg geen centrumspits die de ene na de andere bal tegen de touwen jast, maar een kleine Belgische balvirtuoos die op papier als linkerspits fungeert.
Op papier, want vanaf de aftrap laat Dries Mertens zich niet leiden door restricties. Op intuïtie zweeft hij over het veld, met de bal kort aan zijn voeten, zijn blik op een steekpass en sinds kort een onbegrensd torinstinct als belangrijkste kenmerken.
Met elf doelpunten in de eerste zeven competitieduels heeft Mertens zijn totaal van vorig seizoen bij FC Utrecht al overtroffen. Het geeft zijn razendsnelle ontwikkeling en aanpassing in Eindhoven aan. In een paar maanden tijd hebben de PSV-supporters weer een held in hun harten gesloten. Een kleine Belgische technicus die precies past in het door de regio zo bewierookte plaatje van gemoedelijkheid, vriendelijkheid en clubgevoel. Een speler die niet alleen voetbalt voor zichzelf, maar ook voor zijn club en zijn medespelers. Of, zoals hij het zelf twee jaar geleden verwoordde toen hij als Gast in Gouda op de burelen van VI te gast was: 'Als je elkaar beter leert kennen, komt dat de verhoudingen in het team ten goede. Het is wel een teamsport, hè? Ik ben een sociaal dier, ik hou er niet van altijd maar binnen te zitten. Bovendien streven we met een club naar een bepaald doel. Alles wat dat doel kan helpen, moet je benutten.'
Het typeert zijn open blik op de omgeving en verklaart waarom hij nu al als de troetelbeer van Brabant wordt beschouwd. Mertens is volledig geaccepteerd en geïntegreerd, maar vergeet niet het verleden. Via de achterdeur kwam hij bij AGOVV Apeldoorn het vaderlandse profvoetbal binnen, waarna Nederland hem pas écht leerde kennen bij FC Utrecht. Een periode waarin hij veel hoogtepunten kende, maar die eindigde met een gitzwarte bladzijde.
Voor teamspeler Mertens, die zich het wel en wee van zijn ploeggenoten aantrekt, vormt het dagelijkse leed van Mihai Nesu een blijvende wond. Vorige week bezocht Mertens de door het noodlot getroffen Roemeen, met wie hij de laatste jaren de linkerflank in de Domstad bestreek. De confrontatie maakte veel indruk op de Belg.
Tussen alle obligate analyses over de 7-1 tegen Roda JC was het een openhartige en persoonlijke uitleg van de topschutter, die er nog aan toevoegde: 'Al mijn doelpunten waren voor Nesu, en na de wedstrijd kreeg ik een sms’je van hem dat hij het leuk had gevonden dat ik vier keer had gescoord.'
Deze week gaat PSV voor de Europa League op bezoek in Boekarest. De stad van Nesu, waar hij jarenlang furore maakte. Ook daar zal Mertens met zijn gedachten afdwalen naar zijn goede vriend, om wellicht opnieuw voor hém te scoren. De doelpuntenhonger van de Belg is immers nog lang niet gestild. En Coen Dillen? Die stond na zeven duels op slechts vier treffers…
Freek Jansen Foto's: VI Images