Eddy PG, de doelman die eerst de Europa Cup I-finale niet wilde spelen
‘Je doet het niet!’ In de meer dan zestig jaar dat Eddy en Teddy Pieters Graafland getrouwd waren, deelden de twee lief en leed, en bespraken ze ook samen alle zaken die met het voetbal te maken hadden. Zoals Ernst Happels plotselinge verzoek om in de Europa Cup I-finale van 1970 het doel van Feyenoord te verdedigen. Als het aan Teddy had gelegen, had Eddy nee gezegd.
En dan had de iconische doelman, tussen 1950 en 1958 van Ajax en vanaf de megatransfer à 134 duizend gulden (een record indertijd) van Feyenoord toen je dat nog met een lange ij schreef, dus nooit hét hoogtepunt van sportieve leven beleefd. Had Eddy PG, goed voor 47 interlands en afgelopen dinsdag overleden op 86-jarige leeftijd, niet dat uitroepteken achter zijn twee decennia beslaande carrière gezet.
'Ik wil liever niet in details treden, maar blijf erbij dat Happel zijn afspraak met mij niet is nagekomen'
Maar ergens was dat ook weer niet zo heel vreemd geweest. Eddy Pieters Graafland was doorgaans een heel schappelijk mens. Fijn in de omgang ook. Alleen zat die rare Oostenrijkse trainer hem al aardig snel dwars. In de overtuiging dat hij ook in het seizoen 1969/70 gewoon weer als eerste doelman zou fungeren – ‘Ik had de vorige competitie feilloos gekeept en we hadden met mij onder de lat de landstitel en de beker gewonnen’ – koos Happel bij de competitiestart voor zijn ruim twaalf jaar jongere concurrent, Eddy Treijtel. En daarvan werd ook niet meer afgeweken.
Waar Willem van Hanegem, Johan Cruijff en bijvoorbeeld ook Wim Suurbier er in die jaren niet voor terugdeinsden conflicten en conflictjes openlijk via de media uit te vechten, deed de ervaren Pieters Graafland er lang het zwijgen toe. Draafde hij op 35-, 36-jarige leeftijd en met honderden Eredivisie-duels in de benen braaf op voor wedstrijdjes met het tweede elftal. Maar vlak voor de feestdagen van 1969 kon hij zijn onvrede niet meer verbloemen toen hij bij VI-redacteur Kees Jägers aan tafel schoof.
‘Ik ben bij Feyenoord gebleven, omdat door trainer Ernst Happel bepaalde toezeggingen zijn gedaan’, vertelde hij. In die tijd hadden oudere spelers nog recht op een vrije transfer en daarvan had Eddy PG best gebruik kunnen maken, omdat er best wel interesse was bij andere clubs in de Eredivisie. Maar hij bleef de club die hij al voor het twaalfde opeenvolgende seizoen diende dus trouw. ‘Ik wil liever niet in details treden, maar blijf erbij dat Happel zijn afspraak met mij niet is nagekomen. Ik heb daar ook met voorzitter Couwenberg en manager Brox over gesproken. De meningen bleven echter verdeeld. Ik hou ervan rechtdoorzee te zijn. Iemand te zeggen waarop het staat. Ik ben geen draaier. En dat verwacht ik ook niet van mijn medemensen.’
Eddy Pieters Graafland keek Ernst Happel nog eens indringend aan en antwoordde: 'Je hebt me het hele seizoen niet zien staan. Ik doe het niet'
‘Ik ben er enorm teleurgesteld over geweest. En dat ben ik nog. Ik kan dan wel zeggen dat ik ook in het B-elftal met veel plezier het doel verdedig, en dat is ook echt zo, je mist toch het topniveau.’ Met Happel heeft Pieters Graafland het er niet over, ze wisselen dat hele seizoen sowieso amper een woord. Maar ook anderen horen hem niet klagen. ‘Ik heb nooit met mijn problemen te koop gelopen. Ik vreet het altijd zelf op. Ik doe zelden dingen à la minute. Alleen met mijn vrouw praat ik erover. Dat is in feite m’n enige uitlaatklep waar het problemen betreft.’
Compleet bekend met alle gevoelens van haar man reageerde ze een half jaar later dan ook heel beslist toen die met opmerkelijk nieuws thuiskwam.
Vanwege een weifelend optreden van Eddy Treijtel in de topper tegen Ajax (3-3), anderhalve week voor de Europa Cup I-finale in Milaan, was Happel ineens op zijn vaste reservedoelman afgestapt. ‘Du, morgen spreken.’ Toen Pieters Graafland een dag later werd gevraagd om tegen Celtic te keepen, in plaats van Treijtel, keek de routinier Happel eens doordringend aan. En antwoordde: ‘Je hebt me het hele seizoen niet zien staan. Ik doe het niet.’
Maar Happel kon eigenlijk niet meer terug en bood Pieters Graafland aan er nog eens een nachtje over te slapen. En het er eens met zijn vrouw over te hebben. Niet wetende dat die nog een stuk minder vergevingsgezind was dan haar echtgenote. In het boek Voetbalvrouwen van Bram de Graaf vertelde ze later over dat belangrijke moment in hun leven. ‘Jij de finale keepen? Je bent gek, dat doe je niet. Ze hebben jou laten stikken, nu laat je hen mooi stikken.’ Ze ergerde zich ook aan de ploeggenoten van haar man die Eddy probeerden om te praten. Zo probeerden te bewerken dat hij als aloude rots in de branding achterin voor nóg meer noodzakelijke zekerheid zou zorgen in de wedstrijd der wedstrijden tegen Celtic. Nee, dacht ze, en als Feyenoord verliest dan die oude keeper de schuld geven zeker…
Uiteindelijk ging Eddy Pieters Graafland toch overstag. Want ja, welke zichzelf enigszins serieus nemende voetballer laat nu een Europese finale schieten? Thuis kreeg-ie nog eens de wind van voren, want Teddy moest het van anderen horen, maar op die zesde mei 1970 kon ook hij die Cup met Grote Oren de hoogte in tillen. De vrije trap van Tommy Gemmell kon hij mede vanwege een irritant in de weg lopende scheidsrechter niet stoppen, maar op de rest van zijn optreden in Milaan keek hij met trots terug.
Uiteindelijk ging Eddy Pieters Graafland toch overstag. Want ja, welke zichzelf enigszins serieus nemende voetballer laat nu een Europese finale schieten?
‘Ik wist dat ik het nog kon’, zei Eddy PG tegen een verslaggever van Trouw, terwijl Treijtel in dezelfde kleedkamer met gemengde gevoelens het feestje bekeek. ‘Dat ik ook in zo’n belangrijke wedstrijd als tegen Celtic zeker van mezelf kon zijn. Ik heb zo weinig mogelijk risico’s genomen. Ik heb ballen over de lat getikt, die ik misschien ook wel had kunnen vangen, maar er zou een risico in hebben gezeten. Ik heb, behalve het doelpunt, eigenlijk nog maar één echt gevaarlijke situatie te verwerken gekregen. Aan het begin van de tweede verlenging, toen die Hughes doorbrak. Hij schoot tegen me op en Rinus pakte de bal daarna.’
De in Amsterdam geboren en getogen doelman van Feyenoord kon zijn handschoenen toch nog met een goed gevoel voorgoed opbergen.
In onze special over de Europa Cup I-zege van Feyenoord in 1970 meer over de rol van Eddy Pieters Graafland in het historische seizoen van de Rotterdammers.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login