Eenmansleger Zahovic en Iers trauma door Kieft: de Finse voorgangers

Denemarken - 1964
Aan de eerste EK-eindrondes namen steevast slechts vier landen deel, waardoor meedoen al een hele prestatie was. In de jaren zestig stond het voetbal in Denemarken nog in de kinderschoenen, maar dat weerhield de ploeg met sterspeler Ole Madsen (later actief voor Sparta) er niet van door te dringen tot de Final Four. Denemarken mazzelde behoorlijk in de kwalificatie, want Luxemburg (de bedwinger van Nederland) was niet bepaald een hoge horde in het laatste stadium. Op de eindronde finishte Denemarken als vierde en laatste.

Griekenland - 1980
De Grieken bleven in een zeer spannende kwalificatiegroep Hongarije, Finland en de Sovjet-Unie voor en mochten voor het eerst acte de presence geven op een eindronde. Een onverdeeld succes werd de vuurdoop niet. Na een 1-0 nederlaag tegen Nederland viel het door een 1-3 verlies tegen de toenmalige titelhouder Tsjechoslowakije het doek. Pas 24 jaar later zou Griekenland echt hoge toppen scheren op een EK.

Ierland - 1988
Door een vrij curieuze treffer van Wim Kieft bereikte niet Ierland, maar Nederland de halve finale van Euro 1988. De Ieren hadden tijdens het eerste duel voor een enorme sensatie gezorgd door Engeland met 1-0 te verslaan. Noem tijdens een bezoek aan Ierland de naam van doelpuntenmaker 'Ray Houghton' en alle deuren gaan open. In die jaren werd de formatie getraind door Jack Charlton, die uitging van het klassieke Britse 4-4-2.

Kroatië - 1996
Door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en Joegoslavië namen aanzienlijk meer landen deel aan de kwalificatie voor het inmiddels tot zestien landen uitgebreide EK. Kroatië kon halverwege de jaren negentig beschikken over een gouden generatie en was zowel op het EK 1996 als op het WK 1998 een absolute smaakmaker. In het groepsduel met Denemarken stal Davor Suker de show met een fenomenale lob, waarna de laatste poulewedstrijd tegen Portugal ging verloren met een veredeld B-team. De tweede plaats in de groep betekende een koppeling aan Duitsland, dat de Kroaten uit het toernooi kegelde.

In 1996 finishte Tsjechië als nieuwe natiestaat als tweede. Als onderdeel van Tsjechoslowakije had het land al zijn stempel gedrukt op de EK-historie door bijvoorbeeld het toernooi te winnen in 1976.

Slovenië - 2000
Met negen doelpunten was Zlatko Zahovic (foto) de held van Slovenië in de kwalificatiereeks voor Euro 2000. De ploeg van Srecko Katanec rekende in de play-offs sensationeel af met Oekraïne. Op het eindtoernooi leek Slovenië meteen weer te gaan stunten, ware het niet dat een 3-0 voorsprong verloren ging tegen Joegoslavië: 3-3. De grote underdog bood ook Noorwegen en Spanje goed partij, maar eindigde desondanks met twee punten onderaan in de groep.

Letland - 2004
De Zlatko Zahovic van Letland was Maris Verpakovskis. Turkse voetbalfans denken nog altijd vol afschuw terug aan de kleine aanvaller, die met zijn ingevingen verantwoordelijk was voor het uitschakelen in de voorronde van de toenmalige nummer drie van de wereld. Tijdens de eerste EK-wedstrijd leken de Letten na een treffer van uiteraard Verpakovskis op weg naar een sensatie, maar draaiden de Tsjechen de score in de slotfase om. Tegen Duitsland pakte Letland wel een punt, waarna de moegestreden ploeg kansloos verloor van Oranje.

Wales - 2016
Liefst 24 landen mochten deelnemen aan Euro 2016. IJsland, Noord-Ierland, Albanië, Slowakije én Wales debuteerden op het eindtoernooi in Frankrijk en eigenlijk zakte niemand door het ijs. IJsland strandde pas in de kwartfinale, maar Wales baarde met een halvefinaleplaats pas echt opzien. Met een Gareth Bale in topvorm zorgden de Britten voor misschien wel de sensatie van het toernooi door in de kwartfinale België op de knieën te krijgen. Zonder de geschorste Aaron Ramsey bleek Portugal - lees: Cristiano Ronaldo - een maatje te groot in de halve eindstrijd.

• Meer over

• Finland
• EK-kwalificatie 2020