Eenzame Lens moet in Kiev knokken voor een plaatsje
Aan de hoofdstad van Oekraïne moet hij nog wennen, maar Jeremain Lens is ervan overtuigd dat Dinamo Kiev voor hem een stap voorwaarts is.
'Geloof me, dit is echt een héél grote club', zegt de aanvaller die deze zomer PSV inruilde voor het befaamde voetbalbolwerk in Oost-Europa deze week in Voetbal International. Dinamo Kiev is weliswaar de laatste jaren enigszins in de schaduw komen te staan van Shakhtar Donetsk maar heeft een rijk verleden met dertien nationale titels, ook in de tijd van de voormalige Sovjet-Unie.
Om die ambitie te verwezenlijken heeft de clubleiding fors ingekocht. Behalve Lens kwam spits Dieumerci Mbokani over van Anderlecht, aanvallende middenvelder Younés Belhanda werd losgeweekt van Montpellier en ter versterking van de achterhoede kwamen Benoit Trémoulinas (Girondins Bordeaux) en ook Aleksandar Dragovic (FC Basel). Goed voor een totaal aan transfersommen van 45 miljoen euro.
Lens: 'Na wat mindere ervaringen met spelers uit Oekraïne is nu gekozen voor nieuwelingen uit West-Europa. Het is voor ons knokken om een plaatsje. In de competitie moeten de clubs minimaal vier lokale voetballers opstellen. Voor de andere zeven posities komen, geloof ik, veertien spelers in aanmerking. Tijd om in alle rust aan te passen is er niet.'
Een privéchauffeur rijdt de voormalige speler van AZ en PSV door de straten van Kiev. Hij is alleen en leeft iets teruggetrokken. 'Er is genoeg te beleven in Kiev, maar het is niet mijn stad. Spontaan iemand opzoeken of bezoek krijgen, kan nu niet. Mijn moeder heeft hier onlangs nog wel lekker gekookt. Alleen als je je buiten het voetbal prettig voelt, kun je op het veld presteren.'