Erik Nevland: ‘FC Groningen is mijn eindstation’
Sinds de komst van Erik Nevland (29) heeft FC Groningen de weg naar boven ingezet. Na jaren van degradatiestrijd doet de ploeg van Ron Jans voor de tweede keer op rij tot het laatste moment mee om Europees voetbal, dit seizoen staat alleen een tweeluik met Roda JC een nieuw succes nog in de weg.
Voordat je onlangs tot medio 2010 bijtekende bij FC Groningen, wilde je zeker weten dat de ambities van de club stroken met die van jou. Hoe luiden die?
‘Het was voor mij noodzakelijk dat de clubleiding me duidelijk maakte dat FC Groningen ook de komende jaren stappen vooruit wil zetten. Dat is uit de gesprekken zeker gebleken en daarom heb ik ook bijgetekend. Ik ben een speler die omhóóg wil, mijn honger en ambities zijn maar moeilijk te stillen. Nu we twee seizoenen bij de eerste negen zijn geëindigd, lijkt het me vreselijk om straks opeens weer in het rechterrijtje te moeten spelen. Al is het wél ontzettend knap dat we het nu twee keer op rij hebben geflikt. De topnegen is voor FC Groningen minder vanzelfsprekend dan veel mensen denken. Drie jaar geleden streed de club nog tegen degradatie, het is me nogal een opmars. Al heb ik de slechte jaren nooit meegemaakt, toen ik kwam heeft de club de lijn naar boven ingezet.’
Dan is er vast een direct verband tussen die lijn en jouw komst.
‘Laten we niet overdrijven. Ik ben niet verantwoordelijk voor de groei die FC Groningen nu doormaakt. Maar ik hoop wel dat ik eraan heb bijgedragen, door mijn spel én mijn doelpunten. Ik heb er de afgelopen jaren toch veel gemaakt en als ik terugkijk, maakt dat me trots. Hiervoor had ik bij mijn komst absoluut getekend.’
Met welk gevoel en welke intentie maakte jij destijds de stap naar FC Groningen?
‘Samen met mijn vrouw gingen we kijken in het oude Oosterpark. De clubleiding had grote plannen, maar wat me nog het meeste opviel was de gemoedelijkheid van de mensen. Ze wilden allemaal veel bereiken, maar waren bovenal verschrikkelijk aardig. Intussen voelde ik iets borrelen. Ik hoorde over het nieuwe stadion en merkte dat er in Groningen iets te gebeuren stond. Het waren duidelijk geen loze ambities. Maar niemand had natuurlijk gedacht dat het binnen twee jaar al zou gaan gebeuren. De vijfde plek van Groningen was net zo knap als dat SC Heerenveen nu kampioen was geworden. Als een komeet zijn we omhoog geschoten. Langzaamaan verschralen de verschillen tussen plek vier en plek twaalf. Daarom is het ook zo goed dat we dit jaar wéér onze doelstellingen hebben gehaald. Vóór de competitie hoorde ik Vitesse, NEC en RKC Waalwijk ook zeggen dat ze de play-offs om Europees voetbal wilden spelen, maar het is ze niet gelukt. Dat wij het wél weer hebben gered, getuigt van pure klasse.’
Veel mensen vonden jullie doelstelling te bescheiden.
‘Ongelooflijk vind ik dat. De verwachtingen waren echt véél te hoog. Vorig seizoen was een absolute uitzondering. Alles zat mee, alles lukte. Zelfs dramatische wedstrijden wonnen we. Vergelijk het maar met FC Twente dit seizoen. Hoewel ik vind dat je het, als je de spelers bekijkt, van FC Twente dit jaar ook eerder kon verwachten dan van ons vorig seizoen. Zij hebben een paar creatieve sterren, wij moesten het hebben van het collectief. En nog steeds. Zonder teamspirit hangen wij onder aan de ranglijst. Daarom kwam het ook hard aan toen halverwege dit seizoen de motor opeens begon te haperen. Het team werkte slecht samen en de prestaties bleven uit.’
Schrok je daarvan?
‘Ik heb me wel een paar keer stevig afgevraagd waar we met z’n allen eigenlijk mee bezig waren. Elke lijn in het spel ontbrak. Maar in plaats van te balen kun je beter hard werken om uit het dal te komen. Je moet niet te veel aandacht schenken aan de negatieve punten, maar je juist afvragen waar de kern van het succes lag. Het grootste deel van voetbal zit tussen de oren, het gaat om de sfeer waarin je je beweegt. Vooral op zulke momenten is Ron Jans bepalend voor het team. Mentaal is hij verschrikkelijk sterk, als het minder gaat praat hij veel met de spelers. Vertrouwen is vooral dat je fouten mag maken. Natuurlijk ligt ergens de grens, maar het zou wat zijn als ik meteen word gepasseerd als ik een paar kansen heb gemist. Ondrej Svejdik en Gibril Sankoh zijn wat dat betreft producten van zijn werkwijze. Eerst waren het clowns op het veld, de fouten regen zich aaneen, nu blinken ze elke week uit. Dat komt door Ron Jans.’
Wat was jóúw moeilijkste periode in de laatste tweeënhalf jaar?
‘De eerste helft van het vorige seizoen. Met de ploeg ging het fantastisch, maar ik was geblesseerd. Last van een achillespees en dat zeurde al vanaf de voorbereiding. En toen ik eenmaal terugkwam, moest ik weken vechten voor mijn eerste doelpunt. Een frustrerende periode, je blijft toch spits. Jans zei dat die goal vanzelf wel zou komen en uiteindelijk was het pas op 30 december raak. Ik heb nooit aan mezelf getwijfeld, omdat je weet dat elke spits zo’n periode heeft. Maar het is wél zaak om die periode zo kort mogelijk te houden.’
Belangrijk is hoe je jezelf daaruit verlost.
‘Dat doe je door extra te trainen. Veel afwerkoefeningen, wat langer blijven hangen op de training. Maar het belangrijkste is om positief te blijven denken. Zelfs als je een kans mist, moet je er moed uit putten. Dan vond ik het bijvoorbeeld al heel wat dat die kans überhaupt werd gecreëerd. Ik ben van nature positief. Je zult mij op het veld ook nooit naar andere spelers horen schelden. Hoewel het soms wel aanlokkelijk is… Vooral met Luis Suárez houd ik me veel bezig. We communiceren in het Nederlands. Wil-ie misschien niet altijd, maar hij móét het leren.’
Een Noor en een Uruguayaan in de spits. Lekker multicultureel.
‘Haha. Nu kan ik erom lachen, maar aan het begin was het voor ons allebei ontzettend wennen. Ik wist niets van hem, hij niets van mij. Daardoor gingen we puur intuïtief te werk en dat is niet ideaal.’
Hoe goed is hij?
‘In potentie verschrikkelijk goed. Maar vergeet niet dat hij pas twintig is. Hij maakt mooie goals, zijn acties zijn onnavolgbaar, maar om dan meteen maar te zeggen dat hij geschikt is voor PSV gaat mij veel te snel. Luis doet er goed aan nog een tijdje bij FC Groningen te blijven. Als hij nu naar Eindhoven gaat, zit hij veel op de bank en dat is funest voor zijn ontwikkeling. Zeker voor iemand vol temperament is dat dodelijk. Een Uruguayaan begrijpt níéts van bankzitten. Maar als hij zo doorgaat, is hij over een paar jaar wél klaar voor de absolute top.’
Soms moet je gek van hem worden.
‘Ik geniet vooral. Zijn onberekenbaarheid is zijn klasse en daar moet je hem op beoordelen. Voor mij is het altijd weer een verrassing wat hij gaat doen. Soms mag hij de bal iets vaker overspelen, maar tegenover die ergernis staat puur genot over zijn spel. Hij is volledig anders dan Glen Salmon. Bij hem hoefde ik maar met mijn vingers te knippen en hij wist wat ik zou gaan doen. Andersom overigens ook. Ja, soms mis is Glen wel.’
Wordt Salmon onderschat?
‘Hij heeft de kwaliteiten om bij een topclub te spelen. Maar vergeet niet dat een spits wordt beoordeeld op zijn productie en Glen scoorde in Groningen simpelweg te weinig. Stille krachten zijn ook belangrijk, maar krijgen minder waardering. Terwijl je als spits nog zo slecht kan spelen, een mazzelballetje scoort en vervolgens tot Man of the Match wordt uitgeroepen.’
Is die beoordeling te simpel?
‘Natuurlijk. Scoren is voetbal, maar voetbal is niet alleen scoren. Ik erger me aan de visie dat het altijd alleen maar om goals draait. Ook ik heb het gemerkt in mijn droge periodes. Opeens kwamen de twijfels. Onzin. Ik speel liever goed zonder dat ik scoor dan andersom.’
Ben je dan wel een echte spits?
‘Misschien niet, maar dat zij dan zo. Net als dat ik niet zelfzuchtig ben. Ik voel mezelf meer een teamspeler dan een egoïst, terwijl veel spitsen vaak voor eigen succes gaan. Ik bezweer dat ik mezelf nóóit belangrijker maak dan het team. Of ik de bal ook altijd afspeel als iemand anders er beter voorstaat dan ikzelf? Ja. Maar bij gelijke kansen schiet ik natuurlijk zelf. Ik ben niet dom!’
In de reguliere competitie heb je er dit seizoen dertien gemaakt.
‘Niet slecht, al had ik graag ook die veertiende erin geschoten. Dat was dan mijn honderdste competitiedoelpunt ooit geweest. Je moet ook naar het belang van goals kijken. Die treffer in onze thuiswedstrijd tegen Feyenoord in de play-offs had daarom extra waarde. Uiteindelijk ben ik toch weer als tiende op de topscorerslijst geëindigd, ik mag tevreden zijn.’
Terwijl je niet eens de strafschoppen neemt.
‘Klopt. Als ik ze wél zou nemen en je die doelpunten er bij optelt, was ik op zeventien, achttien goals uitgekomen. Bij de club maken ze wel eens geintjes dat het misgaat als ik vanaf elf meter uithaal, maar dat is onzin. Ik ken gewoon mijn plek en denk aan het team. Evgeny Levchenko is met penalty’s beter. Bij Viking FK in Noorwegen heb ik er drie genomen, twee waren er raak; een echte specialist ben ik niet.’
Ben je als spits jaloers op Afonso Alves?
‘Het is idioot hoe goed hij het doet. Voor mij is er geen twijfel over wie de beste spits van Nederland is. Hij! Welke speler scoort er nu uit vrije trappen vanaf de middenlijn? Hij kan alles. Koppen, schieten, acties maken. Ze móéten hem nu verkopen en de absolute hoofdprijs pakken. Afonso Alves is klaar voor clubs van het niveau Chelsea en Barcelona. Als je bij SC Heerenveen scoort, doe je het daar ook.’
In hoeverre verschil je nu van de Nevland die in 2004 naar Nederland kwam?
‘Qua persoon weinig, maar ik ben wel een betere voetballer geworden. Mijn veldspel en coaching zijn vooruit gegaan, allemaal punten die je pas ontwikkelt naarmate je ouder wordt. Voor jonge spelers heb ik nu een andere status dan toen. Door mijn prestaties kijken sommigen tegen me op, terwijl ik het destijds eerst zelf nog maar eens moest laten zien. Ja, soms geef ik talenten tips, al voel ik me niet geroepen met iedereen urenlang te praten. Daar hebben we de trainers voor.’
Wie hielp jou toen je bij Manchester United speelde?
‘Vooral de Noorse en Zweedse jongens, puur omdat we elkaar konden verstaan. Verder werd ik veelal aan mijn lot overgelaten. Al kan ik me nog een wedstrijd tegen Barnsley herinneren, ik speelde voor het eerst in de basis in het FA Cup-toernooi. Mijn spel was uitstekend, maar ik miste een grote kans. Eén op één tegen de keeper, mijn stiftje belandde net naast de paal. Alex Ferguson was woest, de stoom kwam bijna uit zijn oren. Ik werd na veertig minuten al gewisseld en kon wel door de grond zakken. Na afloop kwam Teddy Sheringham naar me toe en hij zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Fantastisch, zo’n topper die een arm om me heen sloeg. Van zulke momenten leer je positief te worden, al was dat toen erg moeilijk.’
Je bent nu 29. Welk gevoel overheerst als je terugblikt.
‘Grote tevredenheid, al ontbreekt er nog wel iets. Maar ik ben zeer content, vooral omdat ik voor een van de mooiste clubs ter wereld heb gespeeld. Veel mensen denken dat ik in Manchester alleen maar een beetje heb rondgelopen, maar dat is absoluut niet waar. Er staan zes wedstrijden op mijn naam en ik moest afhaken vanwege blessureleed. Daarnaast heb ik lekker gevoetbald in mijn vaderland en nu geniet ik bij FC Groningen van een groeiende club. In Nederland is mijn eigen opmars weer begonnen. De prestaties van het team geven mij het signaal dat ik lekker bezig ben. Neem vorig seizoen, we stonden op de drempel van de Champions League. Natuurlijk was er even een teleurstelling toen we het niet redden tegen Ajax, maar we moeten ook realistisch blijven. Dat podium past Groningen niet. Nóg niet. We moeten uitkijken niet naast onze schoenen te gaan lopen. Het UEFA Cup-toernooi is voor nu een mooie lat.’
Dit Europese seizoen was snel voorbij.
‘En hoe. Als de strafschop van Yuri Cornelisse in de returnwedstrijd tegen Partizan Belgrado binnen was gevallen, hadden we in de tweede ronde gestaan. Ik weet dat voetbal wordt bepaald door kleine momenten, maar dit was wel erg zuur. We hebben ervan geleerd, aan het begin van dit seizoen was onze groep nog erg onervaren. Hopelijk krijgen we komend seizoen een herkansing.’
Alleen Roda JC staat dat avontuur nog in de weg.
‘Voordat de play-offs begonnen was Roda in mijn ogen favoriet, omdat ze van de vier ploegen als hoogste zijn geëindigd. Maar bang hoeven wij zeker niet te zijn, we hebben dit seizoen twee keer van ze weten te winnen. Net als dat ik geen angst voor Feyenoord kende. Ons probleem is alleen dat we zelden vooraf al weten waar we aan toe zijn. Wij kunnen van iedereen winnen, maar tegelijkertijd kan iedereen ons verslaan. Dat is lastig te accepteren en moet er heel snel uit.’
Het verschil tussen twee duels met ADO Den Haag was inderdaad immens. In de uitwedstrijd 3-1 winst, maar thuis een 2-5 nederlaag.
‘Zoiets mag niet. Dát aspect scheidt ons nog van de eerste vijf, zes ploegen. Neem FC Twente. Bij een aantal duels van hen wist je van tevoren dat ze die zouden gaan winnen. Onze zékere zeges mis ik nog. Hoezo winnen we wel thuis van Feyenoord maar niet van Sparta? Dat is onverklaarbaar. Volgens mij heeft het weinig met concentratie te maken. Wél speelt mee dat we soms in angstgegners gaan geloven. Neem Willem II uit. Omdat iedereen zegt dat we daar altijd verliezen, verliezen we ook. Zelfs Jans liet vooraf een lijst zien met onze slechte reeks daar. Dat moet je dus níét doen, zwijg zo’n slechte serie dood.’
Met de verlenging van je contract sluit je een overstap naar een grotere club de komende jaren uit.
‘Net als iedereen heb ik vorig jaar de geruchten gehoord dat Feyenoord me zou willen hebben als opvolger van Dirk Kuijt. Zo’n roddel gaat snel rond en in no time denkt iedereen dat het ook daadwerkelijk zo is. Ík heb nooit iets van Feyenoord gehoord. Zulke geruchten strelen je ego, maar daar is het ook bij gebleven. Bovendien is het de vraag of Feyenoord qua prestatieniveau echt beter is dan FC Groningen. Tweeënhalf jaar terug had Rotterdam wellicht de voorkeur gekregen, maar nu niet meer. Het noorden is mijn thuis geworden. Mijn hart is nog niet groen-wit, maar op z’n minst al wel een beetje groen. Een transfer binnen Nederland zou eigenlijk een vorm van verraad betekenen.’
Doel je daarmee op de transfer van Salmon?
‘Niet specifiek, maar het lijkt me dramatisch mee te maken wat hem is overkomen. Hij ging naar NAC Breda, kwam terug in De Euroborg en kreeg een hels fluitconcert te verwerken. Al komt dat natuurlijk wel door wat hij in de media allemaal over de club en de fans heeft gezegd. Terwijl hij aanvankelijk helemáál geen zondebok was, hoor. Voor hem vond ik het pijnlijk, maar van de supporters vond ik het begrijpelijk.’
Volgend jaar had je transfervrij kunnen zijn. Zit het niet in jou om een club zonder transferbedrag achter te laten?
‘Nee hoor, dat hoort bij het voetbal. Voor sentimentele mensen met te veel clubgevoel is in deze wereld geen plaats. Mijn hart ligt vooral bij Viking FK, dat is écht mijn club, maar daar ben ik transfervrij naar FC Groningen vertrokken. In het voetbal geldt het recht van de sterkste, het is een harde wereld. Als je slecht speelt, denken ze niet aan jou, maar schoppen ze je zonder schroom weg. Denk maar aan Ferguson. Hij dacht toen ook niet aan mij, maar aan de club. En terecht.’
Heb je aan die hardheid moeten wennen?
‘Van nature ben ik sociaal. Wat dat betreft is mijn lichaam wél maar mijn geest níét gemaakt voor topsport. Aan de andere kant is het gewoon een afspiegeling van het normale leven. Je moet altijd voor jezelf opkomen, anders raak je ondergesneeuwd. Het grote verschil is alleen dat een voetbalcarrière met een beetje geluk vijftien jaar duurt, terwijl je tot je 65ste bij een baas kunt werken. Het is dus belangrijk op de juiste momenten de juiste keuzes te maken.’
Je hebt er nu voor gekozen tot je 32ste in Groningen te blijven.
‘Ik heb een vrouw en twee kinderen en zeker voor hen wil ik een bepaalde duidelijkheid. Die heb ik nu. Ik kan toch niet tegen mijn kinderen zeggen dat we over drie weken gaan verhuizen omdat papa ergens anders wil voetballen? Ik besef me dat FC Groningen nu een soort eindstation wordt. Na het aflopen van mijn contract keer ik terug naar Noorwegen, dat is zeker. Er staat daar nog een huisje op me te wachten. Als Groningen me de komende jaren wíl verkopen aan een andere club, dan loopt het anders. Maar ik voetbal in elk geval niet meer om me in de kijker te spelen, vanaf nu speel ik louter nog om FC Groningen hogerop te helpen.’
Hoeveel is er in Groningen nog mogelijk?
‘Als we het stapje voor stapje doen best veel. Als je hoort dat ze De Euroborg nu al willen uitbreiden, is dat tekenend voor de groei qua populariteit van deze club. Wat dat betreft verdienen Jans én deze spelersgroep een groot compliment. We hebben FC Groningen weer op de kaart gezet. We zijn aantrekkelijk, Nederland houdt weer van ons. Onze manier van voetballen spreekt aan, de spelers hebben een positieve uitstraling. En binnenkort mag de doelstelling omhoog, we moeten doorgroeien. Belangrijk is alleen dat Groningen voor spelers straks een eindstation wordt in plaats van een tussenstation. Een beetje zoals bij AZ. Ik hoop daarom dat meer spelers mijn voorbeeld nu zullen volgen.’
Je zei net tevreden te zijn, maar dat er nog één ding ontbreekt. Wat?
‘Prijzen. Het ontbreken van een cup voelt als een leegte in mijn carrière. Een titel is met FC Groningen de komende jaren niet realistisch, maar de KNVB-beker moet kunnen. Dat lijkt me nóg mooier dan een plek in de voorronde van de Champions League. Dit seizoen zijn we thuis door NAC uitgeschakeld omdat Leonardo niet te houden was, komend jaar wil ik revanche. Zilver zou de opmars van mij én van deze club de ultieme glans geven.’