Feyenoord mag meer verwachten van Kramer

Kramer speelde donderdag tegen Willem II (2-1 n.v.) een anonieme wedstrijd. Hoewel Feyenoord met name in de tweede helft continu druk zette en rond de zestien van de Tilburgers speelde, lukte het Kramer nauwelijks om aan de bal te komen of gevaarlijk te worden. Doordat hij in de extra tijd in het strafschopgebied gehinderd werd door Dries Wuytens, was Kramer met een verdiende strafschop op onverwachte wijze alsnog belangrijk voor het eindresultaat.

'Hij levert veel te weinig arbeid. Bij ADO Den Haag stoorde Henk Fraser zich al aan die houding en ik ga hem steeds beter begrijpen. Kramer moet met zijn lengte veel dominanter zijn in de lucht, balvaster worden en meer in dienst van de ploeg spelen', vervolgde Van Hooijdonk zijn kritiek.

Als we Kramer vergelijken met andere Eredivisie-spitsen, wordt duidelijk wat Van Hooijdonk bedoelt. Voor de zuiverheid van de vergelijking is alleen gekeken naar spitsen die in een team voetballen dat net als Feyenoord met vleugelspitsen speelt. Ook is alleen gekeken naar hetzelfde type spits als Kramer: het aanspeelpunt, de kapstok. Sébastien Haller van FC Utrecht is ook zo'n aanspeelpunt, maar speelt doorgaans in een 5-3-2-formatie. Bartholomew Ogbeche van SC Cambuur is net als Kramer ook spits in een 4-3-3-systeem, maar vult die rol op een heel andere manier in. Daarmee blijven voor de vergelijking over: Luuk de Jong (PSV), Mike Havenaar (ADO Den Haag), Wout Weghorst (Heracles Almelo) en Lars Veldwijk (PEC Zwolle), hoewel die laatste club dit seizoen incidenteel ook 4-4-2 gespeeld heeft.

Kramer blijkt zowel bij het aantal gewonnen duels op de grond als het aantal gewonnen duels in de lucht veruit het slechtste te scoren. Zoals Van Hooijdonk al stelde: Kramer is geen balvaste spits en is voor iemand met zijn lengte (1.95) in de lucht ook niet dominant genoeg.

Volgens Van Hooijdonk moet Kramer bovendien veel meer in dienst spelen van het elftal. Met andere woorden: aanspeelbaar zijn en bijdragen aan de opbouw van een aanval. In dat opzicht scoort Kramer ook véél lager dan de andere spitsen. Hij heeft bijna twee keer zo weinig balcontacten als Veldwijk en Weghorst en creëert ruim twee keer zo weinig kansen voor zijn ploeggenoten als De Jong.

'Kramer hangt nu te vaak de Romário uit. Dat kun je alleen doen als je elke week beslissend bent', vindt Van Hooijdonk ook. Hoewel Kramer qua speelstijl niets gemeen heeft met de Braziliaanse legende, is er echter wel een overeenkomst tussen de twee te vinden. Kramers sterkste punt is dat hij opvallend weinig minuten nodig heeft om een doelpunt te maken.

Het is precies die statistiek die Feyenoord waarschijnlijk afgelopen zomer deed beslissen om Kramer over te nemen van ADO Den Haag, want ook in de Hofstad viel Kramer op door zijn buitengewone scoringsdrift.

'Op basis van zijn torinstinct heeft Kramer meer dan Colin Kazim-Richards, maar bij mij overheerst de twijfel. Hij krijgt van mij de tijd die twijfel weg te nemen, anders vrees ik voor hem dat hij vanaf volgend seizoen pinchhitter zal zijn', concludeert Van Hooijdonk in zijn column in VI. Het is een oordeel waar geen speld tussen valt te krijgen. Feyenoord mag van Kramer meer verwachten dan doelpunten alleen.

• Meer over

• M. Kramer
• Feyenoord
• Eredivisie 2015/2016