Feyenoord neemt een voorschot op bekerwinst
Het was puur genieten geblazen, zondagmiddag in de Utrechtse Galgenwaard. Het was alleen zo jammer dat opnieuw scheidsrechter Dick van Egmond een stempel drukte, door Feyenoorder Van Persie vervroegd weg te sturen. FC Utrecht had kansen te over, maar verzuimde om van de arbitrale dwaling te profiteren. Sterker nog: Feyenoord nam een voorschot op de bekerwinst: 1-2.
FC Utrecht-Feyenoord werd een heerlijke wedstrijd, met alle ingrediënten die het voetbal zo aantrekkelijk maken. Prachtige doelpunten, volop strijd en tal van discutabele momenten. De Rotterdammers hadden het echter niet zover hoeven laten komen, want de ploeg van trainer Bert van Marwijk kende een droomstart. Robin van Persie mocht in de derde minuut namelijk tot twee maal toe aanleggen (de tweede maal met links was hij succesvol, 0-1), waarna Bonaventura Kalou vijf minuten later het duel al in het slot had kunnen gooien. De rechteraanvaller kwam oog in oog met Harald Wapenaar, maar faalde.
FC Utrecht schudde even met het hoofd, rechtte de rug en zorgde al in de twaalfde minuut voor de gelijkmaker. De lange diepe bal van Dirk Kuijt was van een ongekende schoonheid, evenals de aanname en de lob waarmee Igor Gluscevic Patrick Lodewijks kansloos liet: 1-1. Diezelfde Gluscevic had even later (opnieuw op aangeven van bijna-Feyenoorder Kuijt) de Utrechtse voorsprong op zijn schoen. Alleen voor Lodewijks schoof hij de bal met zijn linkerbeen echter naast het doel.
Halverwege de eerste helft drukte echter opnieuw een scheidsrechter zijn stempel op de wedstrijd. Robin van Persie ging er ten opzichte van Stijn Vreven weliswaar hard in, maar de sanctie waarmee arbiter Dick van Egmond die onbesuisde actie bestrafte (rood) was veel te zwaar. Toeval of niet: diezelfde Van Egmond zat de Rotterdammers enige weken geleden in de Goffert ook al dwars, door NEC een onterechte strafschop toe te kennen en een glaszuiver Rotterdams doelpunt te annuleren.
Op de amusementswaarde van de wedstrijd had de veldverwijzing van Van Persie geen invloed, op het spelbeeld wél, want FC Utrecht nam in het verloop van de eerste helft de overhand. Het leverde voor de Domclub een handjevol uitstekende kansen op, waarvan de beste voor Kuijt en Gluscevic waren. De Katwijker zag zijn kopbal (al dan niet achter de doellijn) gestopt door Lodewijks, terwijl de Serviër voor leeg doel onbegrijpelijk naast kopte.
De generale repetitie voor de aanstaande bekerfinale boette na de pauze geenszins aan aantrekkelijkheid in. Het spel golfde op en neer en dat leverde kansjes op voor beide ploegen. FC Utrecht had - ook al vanwege de man-meer-situatie - regelmatig de overhand, maar het was uitgerekend Feyenoord dat de wedstrijd besliste. Paul Bosvelt zorgde bij een Rotterdamse corner in de 71ste minuut voor zoveel onrust in de Utrechtse zestienmeter, dat geen van de Domstedelingen Thomas Buffel in het oog had. Via invaller Anthony Lurling (die de corner nam) en Glenn Loovens belandde de bal bij de Belg, die koel in de kruising mikte: 1-2.