Feyenoord-keeper Erwin Mulder heeft geen last van Kuip-vrees
Als zevenjarige werd hij betoverd door de magie van De Kuip. Als eerste doelman van Feyenoord behoorde Erwin Mulder (25) de afgelopen seizoenen tot de minst gepasseerde keepers van de Eredivisie. ‘Als doelman kun jij het verschil maken tussen winst en verlies.’
De jeugd floreert bij Feyenoord, Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi, Jordy Clasie en Terence Kongolo waren afgelopen zomer met Oranje present op het WK. Jean-Paul Boëtius en Tonny Vilhena, twee andere exponenten van Varkenoord, zijn ondanks hun jonge leeftijd vaste waarden in De Kuip. Erwin Mulder gaat al wat langer mee, maar ook zijn doorbraak in Feyenoord 1 mag bijzonder worden genoemd. Want sinds Joop Hiele, goed voor 319 competitieduels in de periode 1977-90, had de Stadionclub geen zelfopgeleide nummer 1 meer onder de lat.
Ruim 170 officiële wedstrijden (inclusief 36 duels op huurbasis bij Excelsior in het seizoen 2008/09) keepte Mulder tot afgelopen zomer in Rotterdam. In die periode werkte hij onder de trainers Erwin Koeman, Bert van Marwijk, Mario Been, Ronald Koeman en dit seizoen Fred Rutten. Met als hoogtepunt twee keer de tweede plaats in de Eredivisie (2011/12, 2013/14) en het winnen van de KNVB-beker in 2008. ‘Die strijd om de ballen uit je doel te houden, dat is het leuke aan keepen’, stelt Mulder. ‘Als doelman kun jij het verschil maken tussen winst en verlies. Dat vind ik spannend, die verantwoordelijkheid. Ik ben het laatste antwoord als een aanvaller van de tegenstander op ons doel af gaat. Het draait vooral om concentratie: het beheersen van de ruimtes is niets anders dan een paar stapjes naar rechts, links of vooruit om de bal te pakken. Anders dan een veldspeler moet een keeper foutloos zijn.’
Tijdens de laatse vier seizoenen als nummer 1 sprak Erwin Mulder van een ‘aardige ontwikkeling’ in zijn eigen spel, er zat een stijgende lijn in. Zo maakte hij naam als penaltykiller en oogstte hij lof vanwege zijn onverstoorbaarheid. Daarnaast behoorde de 1 meter 93 lange Mulder tot de voorselectie van het Nederlands elftal voor Euro 2012. Dit seizoen heeft hij er met de van FC Dordrecht afkomstige Warner Hahn een geduchte concurrent bij gekregen. Mulder kan bij Feyenoord dus vol aan de bak. ‘Ik ben nog lang niet waar ik wil zijn’, zegt hij. ‘Gelukkig gaan keepers meestal wat langer mee dan veldspelers. Bij Feyenoord had ik Rob van Dijk als concurrent, die keepte nog op zijn 41ste. Er is dus nog wel wat tijd om een en ander bij te schaven. In alle facetten kan ik me nog ontwikkelen. Maar ver- geleken met een paar jaar terug ben ik al vooruitgegaan, op fysiek en mentaal vlak. Ook straal ik meer rust uit. Maar Nederlandse keepers hebben het niet makkelijk, dat komt mede door Edwin van der Sar. Die was zó goed. Iedereen die na hem is gekomen, wordt met Van der Sar ver- geleken. Hartstikke oneerlijk eigenlijk. Nederland heeft veel goede jonge doelmannen. Alleen mag je ze niet vergelijken met Van der Sar. Ooit een WK meemaken is mijn droom. Keepers als Tim Krul, Michel Vorm en Jasper Cillessen hebben momenteel een streepje voor. Maar als ik blijf presteren, kom ik hopelijk vroeg of laat in aanmerking.’
Gelijkspel tussen John Guidetti en Graziano Pellè
Erwin Mulder stond de voorbije seizoenen dagelijks op het trainingsveld met twee van de meest trefzekere aanvallers van de Eredivisie. In de jaargang 2011/12 deelde hij de kleedkamer met John Guidetti (goed voor twintig treffers in 23 competitieduels), de twee seizoenen daarop maakte Graziano Pellè in de spits bij Feyenoord niet minder dan vijftig goals in 57 optredens. Wie is de beste? ‘Kiezen is onmogelijk’, zegt Mulder. ‘Guidetti was een fenomeen, een motivator. Vanaf het moment dat hij voor de eerste keer binnenstapte, gaf hij ons het gevoel dat we niet konden verliezen. Pellè is rustiger, in de kleedkamer is hij minder nadrukkelijk aanwezig. Maar op het veld wél. Tussen die twee kan ik niet kiezen. Tijdens afwerkoefeningen op de training hebben ze alletwee vaak op me geschoten. Guidetti en Pellè schieten even hard en zuiver. Voor mij was het een voorrecht met zulke aanvallers te mogen spelen.’
Inmiddels dateert zijn debuut voor Feyenoord van alweer bijna zeven jaar geleden. Op 2 december 2007 speelde Mulder zijn eerste wedstrijd in de hoofdmacht tijdens het thuisduel met Heracles Almelo (6-0 winst). Die wedstrijd keepte de Gelderlander als vervanger van de geblesseerde Henk Timmer in een ploeg met onder anderen Roy Makaay, Giovanni van Bronckhorst en Kevin Hofland. De magische aantrekkingskracht die De Kuip op Mulder had als jeugdspeler, is sinds zijn profdebuut keer op keer bevestigd. Keepen in de Feyenoord-tempel is geen gemakkelijke opgave. Gábor Babos, Maikel Aerts; zomaar wat doelmannen die grote moeite hadden met de bijbehorende druk; de zogenoemde Kuip-vrees. Op Mulder heeft dit verschijnsel géén vat gekregen. ‘Na het eerste fluitsignaal sluit ik me af voor alle emoties, voor alles buiten het veld. Dat is een van mijn sterke punten. Het maakt me niet uit of ik speel voor twee- honderd, drieduizend of veertigduizend man. Ik kan me best voorstellen dat spelers blokkeren in een volle Kuip, maar ik ben daar te nuchter voor. Ik voel die ogen niet in mijn rug prikken, ik hou mezelf altijd voor dat die veertigduizend man in De Kuip zitten om ons, om mij te steunen. Nee, ik ben niet zo snel gek te krijgen, buiten het veld niet, erbinnen zéker niet. Nuchter heet dat. Ik denk dat zo’n karakter wel een voordeel voor een keeper is.’
Natuurtalent
Het verdedigen van het doel van de Rotterdammers is een droom die Mulder al van kleins af aan had. Deze was ontstaan nadat hij als zevenjarige met een pupillenteam van RKPSC – uit zijn geboortedorp Pannerden – een thuis- wedstrijd van Feyenoord tegen Fortuna Sittard had bijgewoond. Ter viering van een kampioenschap reisden ze van Gelderland naar Rotterdam- Zuid. Daar werd Mulder gegrepen door De Kuip: de sfeer, de zingende mensen, de fanatieke supporters. ‘Vanaf dat moment was het mijn doel om keeper van Feyenoord te worden. Ooit zal ik tussen die palen staan, dacht ik. Nog steeds gaat er een scheut adrenaline door mijn lijf als ik de volle Kuip inloop en die duizenden mensen op de tribune zie.’
Op dat moment kon hij niet vermoeden daadwerkelijk ooit als B-junior te worden gevraagd door de Stadionclub. Want Mulder groeide op in Pannerden, een pittoresk dorpje tussen Nijmegen en Doetinchem. Om die reden wordt Mulder door zijn ploeggenoten bij Feyenoord ook wel Boeroe – een verbastering van boertje – genoemd. Vanaf zijn twaalfde speelde hij drie seizoenen in de jeugdopleiding van Vitesse. ‘Mijn vader en broer Danny zijn ook keepers geweest. Dus het was logisch dat het virus ook mij zou besmetten. Ik ging ook altijd mee als mijn vader keeperstraining gaf bij RKPSC. Tot mijn achtste was ik gewoon een veldspeler. Toen ik een keer op doel mocht staan, vond ik het leuk en deed ik het goed. Een half jaar later werd ik opgeroepen voor de regioselectie. Blijkbaar was ik een natuurtalent.’
Ultimate Grip van Stanno
Al jaren kiest Erwin Mulder voor de Ultimate Grip van Stanno. Dit jaar heeft hij de Ultimate Grip Aqua foam toegevoegd aan zijn selectie. Een keepers handschoen speciaal ontwikkeld voor bij natte weersomstandigheden. Het ontwikkelen van keepershandschoenen is een vak apart. Meer dan twintig keepers uit het profvoetval, onder wie Erwin Mulder, Piet Velthuizen en Diederik Boer worden meerdere malen per jaar door Stanno betrokken bij het ontwerptraject.
Jojo
In de jeugd van Feyenoord behoorde Mulder tot de succesvolle lichting met ook Leroy Fer, Georginio Wijnaldum en Diego Biseswar. Die periode werd hij door veel kenners, onder wie de keeperstrainers Pim Doesburg en Patrick Lodewijks, geschaard onder de grootste keeperstalenten van Nederland. Vóór zijn overgang naar Feyenoord speelde Mulder drie seizoenen in Arnhem. Voor de jeugdige doelman een belangrijke leerschool, want het verschil tussen jeugdvoetbal bij de amateurs en een bvo is groot. ‘Het ging me allemaal erg makkelijk af’, blikt Mulder terug. ‘Ik was nogal een nonchalant mannetje in die tijd, af en toe had ik een flinke schop onder mijn kont nodig. Tijdens wedstrijden voerde ik graag een showtje op. Rare acties maken, lekker overdreven duiken op hoge ballen. Maar bij Vitesse en Feyenoord leerde ik dat alles draait om functionaliteit. Je moet gewoon ballen tegenhouden, meer niet.’
‘Je moet gewoon ballen tegenhouden, meer niet’
Makkelijk was de weg naar een basisplaats in Feyenoord 1 niet. Na een sterk seizoen op huurbasis bij Excelsior in 2008/09 – als enige speler uit de Jupiler League kreeg de doelman een uitnodiging voor Nederland B – duurde het nog bijna een jaar voordat Mulder een basisplaats veroverde. Onder trainer Mario Been had een keeperstombola plaats in De Kuip met oudgediende Rob van Dijk en het Braziliaanse talent Darley. ‘Ik voelde me een beetje een jojo’, bekent Mulder. ‘Van derde keeper promoveren tot eerste doelman en andersom; in een maand tijd kon het zo weer omgekeerd zijn. Het was de bevestiging dat de voetballerij een opportunistische wereld is. Door bepaalde ontwikkelingen, blessures, schorsingen, kunnen situaties in korte tijd veranderen.’ Opvallend genoeg koos hij er pas bij aanvang van het seizoen 2012/13 voor om met rugnummer 1 te spelen. Mulder was voor Feyenoord al de jaargang daarvoor de onbetwiste eerste doelman, maar op eigen verzoek behield hij nummer 17. ‘Omdat ik mij nog niet de onbetwiste nummer 1 voelde. Ik vond dat ik eerst een seizoen lang goed en constant moest keepen. Voor mijn gevoel had ik dat nog niet laten zien.’
Het leven als Feyenoord-keeper heeft hem gevormd. ‘Door als jeugdspeler naar Feyenoord over te stappen ben ik als persoon veranderd. Ik ben harder geworden, heb meer zelfvertrouwen gekregen. De benadering bij Feyenoord was heel anders dan ik gewend was. In Rotterdam moet je van je afbijten, anders red je het niet. Al vond ik het op mijn vijftiende best eng om in mijn eentje helemaal naar de andere kant van het land te verhuizen. Als jongen van het platteland, de boerderij van mijn ouders, belandde ik de grote stad. Ik was het stille eendje in de B1 en voelde me eenzaam. In het begin twijfelde ik aan alles, vond mezelf niet goed genoeg. Later vond ik mijn draai. Ik was naar Feyenoord gegaan om te slagen, dus moest ik er alles aan doen om mijn droom te verwezenlijken.’
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login