Giorgi Gakhokidze : Ik heb in zes maanden de meest waanzinnige dingen meegemaakt
Het Wilde Westen kende hij van de tv, het Wilde Oosten heeft-ie nu aan den lijve ondervonden. Na vermoorde dollardromen in Rusland en Oekraïne is Giorgi Gakhokidze (29) na een halfjaar alweer terug bij FC Twente. Nu besef ik dat ik tevreden moet zijn als ik het goed heb.
Afgelopen week heb je een spierblessure opgelopen, waardoor je enkele weken niet kunt spelen. En dat terwijl je eindelijk weer eens was opgeroepen voor de Georgische selectie.
Gia Gourouli, de assistent van onze Franse bondscoach Alain Giresse, is me vorige maand komen bekijken in de uitwedstrijd tegen Willem II. Giresse wilde me selecteren voor de interland tegen Litouwen op 9 februari. Dat werd tijd ook, want ik heb er bij de nationale ploeg anderhalf jaar om een onbenullige reden uitgelegen, maar daar wil ik verder niets over zeggen. Jammer dat ik door die blessure waarschijnlijk moet afzeggen.
Ook al omdat de interland tegen Litouwen bijzonder is.
Inderdaad, want het is de honderdste die Georgië speelt als zelfstandige natie. Litouwen is de tegenstander omdat beide landen in 1990 ook hun eerste officiële interland tegen elkaar speelden, nadat ze zich hadden losgemaakt van de Sovjet-Unie. De wedstrijd geldt ook ter voorbereiding op het belangrijke WK-kwalificatieduel met Griekenland, eind maart. In onze groep heeft Oekraïne elf punten. Daarna volgen Denemarken, Turkije, Albanië, Griekenland en wij met ieder zes of vijf. Georgië heeft al jaren een goede lichting met spelers zoals Kaladze van AC Milan, Khizanishvili en Arveladze van Glasgow Rangers, Kobyashvili van Schalke 04, en Iashvili en Zkitishvili van SC Freiburg. Als we ons als voetbalnatie een keer aan de wereld willen laten zien, moet het nú gebeuren. Nu ik weer een club heb wil ik daar graag aan meehelpen.
Waar FC Twente al niet goed voor is.
Het ziet ernaar uit dat Twente voor de tweede keer mijn carrière vlot trekt. Vorig seizoen heb ik in Enschede mijn zelfrespect en zelfvertrouwen teruggekregen die in de vijf jaar daarvoor bij PSV helemaal de vernieling in waren geholpen. In het seizoen 2001/2002 heb ik onder Eric Gerets 25 wedstrijden gespeeld, maar verder was het of ik in Eindhoven nauwelijks bestond. En dat terwijl PSV in 1998 nog 2,5 miljoen euro voor me had betaald en ik een goed salaris kreeg. Waarom betaal je zoveel geld voor een speler die je vervolgens jarenlang als een toerist behandelt? Niemand sprak met me, niemand vroeg hoe ík de dingen zag. Bobby Robson zei me eens op vrijdag dat ik de volgende dag zou spelen. Bij de wedstrijdbespreking zette-ie me vervolgens ijskoud op de tribune. Later hoorde ik: Misschien volgend jaar, Giorgi. Ja, misschien... In vijf jaar tijd heb ik maar zon veertig wedstrijden voor PSV gespeeld. Ik voelde me op het laatst klein, helemaal niets. Bij FC Twente kreeg ik vorig seizoen wél de warmte en de waardering. Van de president tot de materiaalman, iedereen had vertrouwen in me. Ik speelde 28 wedstrijden, maakte drie goals en had elf assists. Ik weet nog dat Mark van Bommel in VI zei dat hij me bij Twente dingen zag doen die ik in Eindhoven nooit liet zien. Tja, als je me veel geeft, krijg je ook veel terug.
Je kon afgelopen zomer in Enschede voor twee of drie jaar bijtekenen. Bovendien zou je na één jaar de Nederlandse nationaliteit kunnen aanvragen, waardoor je in de toekomst als EU-speler bijvoorbeeld gemakkelijker een transfer naar Engeland kunt maken.
(Zuchtend:) Iedereen in mijn positie zou exact hetzelfde doen als het om dergelijke bedragen gaat. Voor mijn gevoel móést ik dus wel op de aanbieding ingaan.
In je PSV-periode zeiden mensen ook al: Gakhokidze zit hier alleen voor het geld, hij heeft geen ambitie.
Onzin! Wie dat zegt, kent mij en het hart van de Georgiër niet. Wij zijn een trots volk, wij willen ons allesbehalve nutteloos voelen. Ik geloof erin dat je eerst goed moet presteren en dat dan de beloning vanzelf volgt. Na PSV kon ik ook naar een club uit Moskou waar ik zelfs méér kon verdienen. Ik nam echter genoegen met een beduidend lager salaris in Twente, omdat ik me in Nederland sportief wilde rehabiliteren. En ik wílde afgelopen zomer ook bijtekenen. Na de bekerfinale op 23 mei zouden Twente en ik verder praten. Toen meldde zich FC Metalurg Donetsk uit Oekraïne, dat op 29 mei met mij wilde onderhandelen over een driejarig contract. Voordat het zover kwam belde de president van FC Krylya Sovetov Samara uit Rusland. Nergens tekenen, je moet nú naar Moskou vliegen, ik heb big money voor je, zei hij. Het wás big money; negen keer zoveel als bij FC Twente. Garanties kreeg ik niet, maar ik heb toegehapt. Wil je het écht begrijpen, dan moet je weten hoe de Georgiër in elkaar zit.
Vertel maar.
In Georgië is er een gezegde: de goedheid van de persoon is belangrijker dan het succes dat hij heeft. Met vijf miljoen inwoners zijn wij een klein volk, maar we hebben wel een sterke onderlinge verbondenheid. We hebben oorlogen gevoerd tegen Rusland en Turkije, de grote buren. Vanuit de eeuwenlange onderdrukking is er een grote bereidheid ontstaan elkaar te helpen. Na de Rozenrevolutie onder president Michail Saakasjvili wordt de corruptie in mijn land sinds een jaar aangepakt. Maar los van een kleine, rijke elite zijn de meeste mensen nog steeds arm. Als je in Georgië geen baan hebt, kun je echt niet terugvallen op sociale uitkeringen zoals in Nederland. Als je in het bankwezen werkt of dokter bent, verdien je tussen de twee- en vijfhonderd dollar per maand. En dan heb je echt een goede baan. De meeste mensen moeten het echter doen met twintig dollar. Mijn vader werkt niet meer, dus van mijn salaris onderhoud ik ook mijn ouders. En als een vriend of familielid van me naar het ziekenhuis moet betaal ík dat, want een ziektekostenverzekering kennen ze in Georgië niet. Vanuit die achtergrond kon ik niet anders dan voor de aanbieding van Samara kiezen.
Geld maakt blijkbaar niet gelukkig. Anders had je nu niet in Enschede gezeten.
Ik weet nu wat het Wilde Oosten inhoudt. De clubs uit Moskou hebben tegenwoordig een goede naam wat organisatie en betalingen betreft, en op papier zag het er ook bij Samara goed uit. Die club was derde van Rusland en er speelden vier Brazilianen; dat duidde op een goed niveau. Maar ik heb er echt de gekste dingen meegemaakt. In juli moest ik me melden voor een tiendaags trainingskamp in Duitsland. Na de bekerfinale met Twente had ik niets meer gedaan en we moesten direct vol aan de bak. Trainer Gadzki Gadzhiyev liet ons twee keer per dag tweeënhalf uur keihard trainen. Twintig sprintjes van honderd meter, direct daarna tien van tweehonderd meter, en ga zo maar door. Het leek wel een training voor soldaten. Ik heb alles meegedaan, want ik wilde me bewijzen, maar op de laatste dag blies ik mijn benen op. Spierscheuring. Bij terugkeer in Rusland moest ik me melden bij German Tkachenko, de president. Ik heb je gehaald om te voetballen, niet om geblesseerd te zijn, zei hij. Ik kon vertrekken, maar beriep me op het contract voor tweeënhalf jaar. Contracten tellen hier niet, hier telt alleen wat ík zeg!, schreeuwde die man. Daarna bond hij wat in en zei dat ik de volgende dag maar terug moest komen, dan zouden we er serieus over praten. Die volgende dag was de president echter letterlijk gevlogen. Hij zat in het vliegtuig naar Moskou of Amerika, niemand wist het precies. Onbetrouwbare man.
Toen heb je zeker de FIFA ingeschakeld?
Nee, ik heb mijn koffers ingepakt en ben naar huis in Tbilisi gegaan. Ik zag geen heil in een slepende procedure. Tkachenko is een despoot, hij bepaalde alles bij Samara: het aan- en verkoopbepeleid, de opstelling... Als hij bij wijze van spreken zei dat we met twee keepers moesten gaan spelen, dan had de trainer het maar te doen. Hij is een boezemvriend van Chelsea-eigenaar Roman Abramovitsj, ook bulkend van het geld. Dat soort mannen is rijk geworden door de privatisering van staatsbedrijven na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Puur voor de status kopen ze een voetbalclub en daar rotzooien ze dan wat mee aan. Áls je al betaald kreeg, was het ook altijd contant, dat maakte het extra schimmig. Op die kerels hebben organisaties zoals de FIFA en spelersvakbonden geen enkele grip, ze zijn de ongekroonde koningen van de stad. Ik zei nog tegen Tkachenko dat ik een advocaat zou inschakelen. Hij lachte me recht in mijn gezicht uit: Doe maar. Dan moet je míj inhuren, want ik ben de enige advocaat van de stad. Ik heb geen cent gezien.
Waarom koos je met die kennis vervolgens voor Metalurg Donetsk?
Ik had daar ook goede verhalen over gehoord. Shakhtar is de belangrijkste club van Donetsk. Rinat Ahkmetov, een van de belangrijkste mensen van Oekraïne, is er voorzitter. Ook stinkend rijk, hij haalde afgelopen zomer zomaar even de Braziliaanse middenvelder Matuzalem voor veertien miljoen euro. Maar die man heeft ook kijk op voetbal en wil Shakhtar echt structureel verder helpen. Hij verbetert de trainingsomstandigheden, heeft de Roemeen Mircea Lucescu aangetrokken als trainer en bouwt voor tweehonderd miljoen een nieuw stadion voor zestigduizend mensen. Dan zal het ook bij Metalurg wel goed zijn, dacht ik. Die club is tenslotte de nummer drie van Oekraïne en trok gelijk met mij de Peruaanse international Andrés Mendoza en Yaya Touré aan, het broertje van Arsenal-speler Kolo Touré. Maar ook dat bleek een zeepbel, ik heb er de waanzinnigste dingen meegemaakt.
Zoals?
Mijn eerste wedstrijd was de derby tegen Shakhtar. Na twintig minuten kwamen wij op 1-0, maar de goal werd volkomen ten onrechte afgekeurd wegens buitenspel. Echt schandalig! Op de tv is twintig minuten daarna nóg gemeld dat wij met 1-0 voor stonden, omdat niemand zich kon voorstellen dat dat doelpunt was afgekeurd. Nú begrijp ik waarom. Shakhtar en Dinamo Kiev zijn de machtigste clubs van het land, een van die twee móét kampioen worden. De scheidsrechters weten ervan... Na Shakhtar heb ik amper nog gespeeld. Trainer Slavoljub Muslim is een Joegoslaaf. Als het even kon, liet hij op mijn positie een Joegoslaaf spelen.
Er is toch geen trainer die zijn slechtste spelers opstelt?
Daar wel, want daar gelden andere regels. Uiteindelijk had ook Muslim maar te doen wat Sergey Taruta, de grote baas van de club, hem opdroeg. Taruta ontleende net als Tkachenko bij Samara zijn macht aan geld en niet aan kennis. Maar verstand van voetbal ho maar. Als spelers in zijn ogen niet presteerden, dan kregen ze gewoon een maand geen geld of werden beloofde premies niet uitgekeerd. Ik weet nog dat we in de voorronde om de UEFA Cup met 3-0 van FC Tiraspol uit Moldavië wonnen. Het was geen beste wedstrijd, maar een goed resultaat. Na afloop kwam clubpresident Alik de kleedkamer in. Hij vroeg onze aanvoerder Gocha Jamarauli, sinds jaar en dag international van Georgië, wat hij van de wedstrijd vond. Ik ben wel tevreden, zei Jamarauli. Daarop stak Alik in woede. Hij scheurde de aanvoerdersband van Jamaraulis arm en schreeuwde dat hij acht maanden geen salaris zou krijgen. En ons, de rest, zou-ie allemaal op de transferlijst zetten, want hij vond dat we schandalig hadden gespeeld. Later heb ik me weleens afgevraagd wat hij zou doen als we van Tiraspol hadden verloren... Ons allemaal op een vlot de open zee op sturen? Die man deed de raarste dingen. Hij had ook een soort spionagedienst. Bij contractbesprekingen zei hij tegen iedere speler: Voor een voetballer is het hier erg gevaarlijk. Allemaal mooie vrouwen. Het was als waarschuwing bedoeld, maar het leek meer op een invitatie. Als we na een training gingen eten, dan vielen de vrouwen over elkaar heen om aandacht te krijgen zodra ze in de gaten hadden dat ze met voetballers te maken hadden. Want die hebben geld. Maar Alik wist precies waar of met wie je had gegeten, in welke bar of casino je had gezeten, hoe laat je s avonds thuis was... Overal had hij zijn verklikkers. Toen mijn salaris twee maanden lang uitbleef, ben ik naar hem toe gestapt en heb mijn contract ingeleverd. Jij zult nooit resultaat halen, heb ik Alik gezegd, omdat God echt wel doorheeft wat voor streken jij hier allemaal uithaalt.
Van wie kreeg je in die periode steun?
Net als mijn familie en veel Georgiërs ben ik heel gelovig. Als het kan, gaan we naar de kerk. Voor al het goede dat me ten deel valt zeg ik: dank U. God heeft me mijn talenten gegeven, zodat mijn familie en ik een goed bestaan hebben kunnen opbouwen. Na het fiasco in Donetsk zijn we teruggegaan naar Tbilisi. Als ik het moeilijk had, ging ik bidden. Ik heb slapeloze nachten gehad, was nerveus, twijfelde aan mezelf en aan de wereld. Nu weet ik dat God me óók een tijdje heeft laten bungelen om me het signaal te geven dat de mens niet altijd meer, meer en meer moet willen. Terug in Twente besef ik dat ik gewoon tevreden moet zijn als ik het goed heb.
Hoe is het contact met FC Twente weer tot stand gekomen?
Teammanager Toon Renes heeft me in Samara en later in Donetsk geregeld gebeld om te vragen hoe het met me ging. Toen hij hoorde dat ik thuis in Tbilisi zat en geen contract meer had, zei hij: Kom toch bij ons. Ik heb een paar dagen in Enschede meegetraind en daarna heeft de club me weer in de armen gesloten. In vergelijking met vorig seizoen heeft de selectie twaalf nieuwe spelers, maar ik voelde me vanaf de eerste dag weer thuis. Trainer Rini Coolen zei: Ik ben happy met je. De spelersgroep gaf me ook direct het idee dat ik nog steeds welkom was. Dat is belangrijk voor me. Ik ben een intuïtieve speler, het gevoel moet goed zijn. In de oefenwedstrijden tegen AGOVV en Hertha BSC had ik ook meteen weer door dat ik in het Nederlandse voetbal op mijn plaats ben. Het voetbal heeft hier nog als doel de mensen te vermaken en ik ben een publieksspeler. Hier heb ik de vrijheid te kappen en te draaien, om mijn acties binnendoor te maken. In Rusland en Oekraïne was ik back, middenvelder en spits tegelijk. Ik moest er rennen als een hond.
Twente is alweer je tiende club in elf jaar tijd.
Soms denk ik: Ik lijk wel een voetbalzigeuner. Terwijl ik eigenlijk het tegendeel ben. Als ik het ergens naar mijn zin heb, blijf ik het liefst voor lange tijd. Ik heb rust in mijn hoofd nodig, dat komt mijn spel ten goede. De komende maanden wil ik ook ergens een contract voor langere tijd verdienen. En als ik in Nederland blijf, dan het liefst bij Twente. Ik ben de club dankbaar dat ze me wederom een kans geeft.
Hoewel je in Twente maar een contract voor een halfjaar hebt, wil je er ook een huis kopen.
Ik heb altijd het idee gehad na mijn sportieve carrière een voetbalschool in Tbilisi te beginnen om kansarme kinderen de kans op een beter leven te geven. Georgië blijft ook altijd trekken. Het is een prachtig land dat alles heeft: een subtropisch klimaat, het Kaukasus-gebergte met zijn gletsjers, de Zwarte Zee met zijn stranden, de enorme bossen en de tweeduizend bronnen met mineraalwater. De landsaard is er ook mediterraan, de mensen zijn relaxed. De Nederlander is veel berekender, leeft volgens het boekje. Tien uur is tien uur. Wij zijn een emotioneler volk, leven veel meer naar ons gevoel. Dat gevoel brengt ons ook altijd weer bij elkaar. In november had ik drie weken lang een Nederlandse vriend uit Hengelo op bezoek. Hij keek zijn ogen uit; elke dag had ik wel dertig vrienden of familieleden over de vloer. Iedereen at en dronk mee, het was net een restaurant. Die verbondenheid mis ik in Nederland, waar mensen veel individualistischer leven. Nu ik echter een permanente verblijfsvergunning heb, weet ik nog niet wat ik ga doen. Om een voetbalschool echt goed op poten te zetten is veel geld nodig. Daarnaast moet ik reëel zijn: mijn dochter is zes jaar en mijn zoontje anderhalf. Ze zijn beiden in Nederland geboren, brengen hier hun jeugd door, hebben hier veel meer kans op goede scholing en een goed bestaan. Mijn toekomst ligt de komende jaren dus in Nederland. Dat huis koop ik als een investering voor mijn kinderen. En misschien ook wel voor mezelf. Ik ben 29 jaar, tijd dat ik verstandig word.