Historische degradatie hangt nadrukkelijker boven het hoofd van Klaassen en co
Voor Werder Bremen is directe handhaving in de Bundesliga weer wat verder uit beeld verdwenen. Bij Hertha BSC bleef de noodzakelijke zege achterwege.
Werder Bremen zag woensdag de hoop op de DFB Pokal vervliegen en kon door die uitschakeling alle aandacht besteden aan de strijd tegen (directe) degradatie. Dat is voor Die Hanseaten geen overbodige luxe gezien de penibele positie als nummer zeventien van de Bundesliga. Door de schamele oogst in 2020 – drie punten – is de nood zeer hoog.
Het duel met het ook kwakkelende Hertha BSC bood een ideale kans als vliegende start van de noodzakelijke eindsprint. De Berlijnse club was door de tegenvallende resultaten immers ook in de gevarenzone gekomen.
Met een bliksemstart legde Werder in Berlijn de basis voor het pakken van die strohalm. Na de openingstreffer van Joshua Sargent vergrootte Davy Klaassen in de zesde minuut de marge. De voormalig Ajacied kopte raak uit een voorzet van Milot Rashica.
De luxe was niet besteed aan Werder. Niklas Stark zorgde voor rust al voor de aansluitingstreffer van Hertha, dat na een uur via Matheus Cunha de achterstand had weggewerkt. De Berlijnse formatie, waar Javairô Dilrosun en Karim Rekik op de bank begonnen, dacht nog de volle winst te pakken. De beslissing van VAR was een streep door die rekening.
Door het resultaat kan Hertha wel wat rustiger ademhalen met een voorsprong van zeven punten Fortuna Düsseldorf, dat als nummer zestien de plek bezet die aan het einde van de rit recht geeft op een barrage als ontsnapping aan degradatie. Werder, dat alleen in het seizoen 1980/81 niet op het hoogste niveau acteerde, staat daar drie punten vanaf.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login