Hoe Costa vijf huurperiodes nodig had om een Atléti-ster te worden
Diego Costa keerde donderdagmiddag terug bij zijn grote liefde Atlético Madrid. Tien jaar eerder transfereerde de verguisde spits voor het eerst naar de Spaanse hoofdstad. Destijds kende hij een zeer stroeve start bij Los Rojiblancos voordat hij uiteindelijk uitgroeide tot de wereldspits die hij nu is.
De in Brazilië geboren aanvaller maakte in 2006 de oversteek naar Europa. Het zestienjarige talent werd destijds overgenomen door Braga. De Portugese club verhuurde hem vervolgens aan Penafiel, een club op het tweede niveau. Bij Penafiel was het talent vijf keer trefzeker in dertien duels, waarna Atlético wel een gokje durfde te wagen met de talentvolle aanvaller. In de tweede seizoenshelft werd hij overgenomen en direct op huurbasis gestald bij zijn oude werkgever Braga.
Die zomer maakte Costa zijn officieuze debuut voor Atléti, maar werd hij vervolgens uitgeleend aan Celta de Vigo in de Segunda División. Onder trainer Hristo Stoichkov veroverde de jonge spits een basisplaats. Uiteindelijk kwam de aanvaller tot zes treffers in dertig duels, maar kwam ook zijn onvoorspelbare karakter boven water. Zo kreeg hij dat seizoen als spits liefst drie rode kaarten. Bij Celtiñas vormde Costa overigens regelmatig een spitsenkoppel met Oranje-jeugdinternational en voetbalnomade Quincy Owusu-Abeyie.
In de daaropvolgende seizoenen werd de Spaans international uitgeleend aan Albacete. Ook dit werd niet louter succesvol. Costa wisselde bij de club op het tweede niveau in Spanje briljante momenten (negen goals) af met vlagen van krankzinnigheid. Zo werd hij tegen Tenerife van het veld gestuurd nadat hij de scheidsrechter beledigde.
Na zijn verhuurperiodes werd hij verkocht aan Real Valladolid, waarna hij na een jaar werd teruggehaald door Atlético. In eerste instantie werd hij binnengehaald als back-up achter het succesvolle koppel Sergio Agüero en Diego Forlán. Aan het einde van dat seizoen nam hij langzamerhand de basisplaats over van de Uruguayaanse spits en maakte hij zes competitietreffers.
Nu leek het moment daar om eens een heel seizoen te schitteren in het rood-wit van Atlético, maar in de voorbereiding liep hij een zware knieblessure op. In de winter verhuurde Atléti hem aan Rayo Vallecano. Na een succesvol verblijf werd het seizoen 2013/14 eindelijk het jaar van Costa. De aanvaller was 27 keer trefzeker en bereikte de finale van de Champions League. In die eindstrijd, die na verlenging met 1-4 werd verloren tegen stadsgenoot Real Madrid, moest hij na acht minuten het veld ruimen met een blessure. Costa was na een lange, hobbelige weg eindelijk omgeturnd van ruwe diamant tot topspits.
Bij Chelsea had hij minder aanpassingsproblemen en vreesde iedere verdediger Costa al snel. Drie jaar, vele doelpunten en een aantal conflicten later keert de spits nu terug bij zijn oude liefde. Door de transferban van Atlético kan hij in de nieuwe jaargang pas weer in actie komen. Op 7 januari wacht in het gloednieuwe Wanda Metropolitano de rentree van de verloren zoon tegen Getafe. De fans zullen dit keer echter verwachten dat de inmiddels 28-jarige spits er direct staat. De opstartproblemen van weleer zullen wellicht nog een keer door het hoofd van de spits spoken, maar met het duo Antoine Griezmann-Costa lijkt het erop dat Atlético goud in handen heeft.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login