Irritante Zlatan houdt Oranje op gelijkspel
Het Nederlands elftal van Marco van Basten debuteerde met een 2-2 gelijkspel tegen Zweden. Oranje verdiende het gelijkspel, speelde bij vlagen fris en kende een goede debutant in Romeo Castelen. Defensief was de chaos vaak groot, met de irritante Zlatan Ibrahimovic als ergste plaaggeest.
Had Zlatan Ibrahimovic nog iets te bewijzen na Euro 2004? In de kwartfinale van het EK was de Ajacied een van de Zweedse strafschopmissers. Woensdag in Solna was Zlatan de meest opvallende speler. Hij had een belangrijke bijdrage aan beide Zweedse goals en maakte bovenal duidelijk dat hij nog steeds een erg vervelend joch is.
Voetballen kan hij. Al in de vierde minuut dolde hij Kevin Hofland, waarna hij de vrijgelaten Mattias Jonson vond: 1-0. De treffer was omstreden, want tijdens het dollen van Hofland ging Ibrahimovic vol op de rechterenkel van Rafael van der Vaart staan. Scheidsrechter Styles weigerde voor de overtreding te fluiten en keurde de Zweedse treffer goed. Maar Van der Vaart was te gekwetst om door te spelen.
Hij was niet de enige die in aanraking kwam met Ibrahimovic. Oogde de botsing met Van der Vaart nog ietwat onschuldig, de manier waarop hij Giovanni van Bronckhorst een elleboog in het gezicht plantte verdiende rood. Styles hield het op een verbale vermaning. Na rust kreeg John Heitinga een schoen in zijn rug van zijn ploeggenoot.
Toch mocht Ibrahimovic blijven staan. En uitgerekend hij bepaalde de eindstand op 2-2, door in de zeventigste minuut een hoekschop van Erik Edman binnen te tikken, nadat hij aan Heitinga was ontsnapt. Geheel in stijl voegde de 22-jarige aanvaller Hofland nog het een en ander verbaal toe.
De overige spelers op het veld wisten zich wel te gedragen in het meestentijds zeer onderhoudende duel. De Nederlanders speelden bij vlagen aardig. Aanvallend dan, want defensief was het een grote chaos. Hofland en Heitinga oogden allesbehalve zeker en het was aan Van der Sar te danken dat Zweden slechts twee keer scoorde.
Positiever was het debuut van Romeo Castelen. De Amsterdamse Feyenoorder was de beste van de vier debutanten die Van Basten gebruikte. Met zijn snelheid zorgde hij met name voor rust voor veel gevaar. Zo hielp hij mee aan de 1-1 van Wesley Sneijder, door in te spelen op Mark van Bommel, die terugkaatste naar Sneijder. De uithaal van de vervanger van Van der Vaart plofte in de kruising.
Sneijder en Van Bommel waren ook bij de tweede Nederlandse goal betrokken. Sneijder dacht met een volley te scoren uit een voorzet van Van Bronckhorst, maar Andreas Isaksson redde. Van Bommel was echter snel ter plekke om de rebound binnen te knikken: 2-1.
Naast Castelen debuteerden ook Dave van den Bergh en invallers Jan Kromkamp en Collins John. Van den Bergh had het moeilijk, Kromkamp en John kregen te weinig tijd om op te vallen.