Italië wint op zijn Duits van Duitsland
In het stadion waarin het nog nooit verloor, ging Duitsland ten onder in de halve finale van het WK. De Mannschaft vond zijn Waterloo in Dortmund door twee zeer late goals van Italië: 0-2.
Net als tegen Australië speelde Fabio Grosso een grote rol. Versierde de linksback in de achtste finale een strafschop die in de laatste minuut de winst opleverde, nu scoorde hij zelf. Grosso mikte in de 119de minuut op aangeven van Andrea Pirlo raak in de uiterste hoek. Invaller Alessandro del Piero strooide nog iets meer zout in de wonden van het gastland door een minuut later nog voor een tweede treffer te zorgen.
Italië kreeg daarmee waar het recht op had. De Squadra Azzurra controleerde de wedstrijd, kreeg de meeste kansen en nam in de verlenging risico's om een strafschoppenserie te vermijden.
Hoewel het 119 minuten duurde voordat er werd gescoord was Duitsland-Italië verre van saai. Dat was te danken aan scheidsrechter Benito Archundia die alleen floot als het echt noodzakelijk was. De wedstrijd kreeg daardoor veel vaart.
Het hoge tempo hield overigens niet in dat het een goede wedstrijd werd. Daarvoor namen beide ploegen in eerste instantie te weinig risico. De Duitse bondscoach Jürgen Klinsmann had de aanvallend ingestelde middenvelder Bastian Schweinsteiger op de bank gehouden en koos voor de meer controlerend spelende Tim Borowski op de linkerflank. Italië trad weer aan met Luca Toni als eenzame spits. Het spelbeeld was zoals vooraf verwacht werd. Duitsland viel voor eigen publiek aan en Italië speelde op de counter. In de omschakeling van verdediging naar aanval toonde de Squadra Azzurra zich ijzersterk. Verdedigend had Italië de zaakjes goed voor elkaar. Het gevreesde Duitse spitsenkoppel Miroslav Klose/Lukas Podolski was wel dreigend, maar echte kansen kreeg het duo niet. De Italiaanse aanvoerder Fabio Cannavaro speelde een uitstekende wedstrijd en dichtte menig gaatje in de defensie.
Na balverlies op het middenveld was ook Cannavaro in de eerste helft een keer gezien, maar Bernd Schneider verprutste de kans die dat opleverde door hoog over te schieten. Afgezien van een kans voor Podolski in de tweede helft gebeurde er niet veel meer voor beide doelen. De 0-0 na negentig minuten was een logisch gevolg.
In die verlenging was het binnen een minuut bijna raak. Bij Duitsland was de organisatie weg nadat Vicenzo Iaquinta inviel. Alberto Gilardino, die in de reguliere speeltijd Luca Toni was komen aflossen, profiteerde en raakte de paal. Gianluca Zambrotta raakte vervolgens de lat. Duitsland kwam nooit meer in de wedstrijd en kreeg vlak voor het eindsignaal het deksel op de neus.