Jol gaat gebukt onder verleden van traditieclub Fulham
Martin Jol staat onder druk na de 2-1 thuisnederlaag van Fulham tegen Cardiff City, waardoor zijn club in de degradatiezone van de Premier League bleef. De Nederlandse manager dreigt slachtoffer te worden van de torenhoge verwachtingen bij de Londense traditieclub, die al jarenlang boven zijn stand leeft.
Toen Jol zich in juni 2011 voor twee jaar aan Fulham verbond, stonden de Engelse sportkranten vol met kritische uitspraken van zijn voorganger. Mark Hughes had enkele weken eerder, ondanks een uitstekende achtste eindklassering op de ranglijst, zijn contract ingeleverd. 'Ik heb bepaalde ambities en die kan ik bij deze club niet waarmaken', stelde Hughes. Het kwam hem op een publiekelijke tuchtiging door de toenmalige clubeigenaar Mohamed Al-Fayed te staan, die Hughes voor 'flop', 'rare man' en 'vergeten trainer' uitmaakte.
Ruim twee jaar na dato blijkt dat die 'rare man' misschien wel een punt had. De daadkracht van Fulham op de transfermarkt blijft namelijk ver achter bij de verwachtingen van de clubleiding en aanhang. Hoewel Fulham het op transfervlak moet afleggen tegen bijna de gehele Premier League, wordt jaar in jaar uit wel hardop over een plek in het linkerrijtje gesproken. Die onrealistische eisen vinden hun oorsprong in de periode onder Roy Hodgson. De huidige bondscoach van Engeland transformeerde Fulham tussen 2008 en 2010 van zekere degradant tot Europa League-finalist. Die eindstrijd tegen Atlético Madrid werd na verlenging met 2-1 verloren en werpt nog steeds zijn schaduw op het Fulham van nu.
Sinds zijn aanstelling bij Fulham mocht Jol één keer meer dan tien miljoen euro aan een speler uitgeven. In de zomer van 2011 maakten The Cottagers twaalf miljoen euro over naar Enschede voor de diensten van Bryan Ruiz. Na die transfer stelde Fulham slechts twee keer vijf miljoen euro beschikbaar aan Jol. In 2012 was dat voor Dimitar Berbatov en afgelopen zomer voor doelman Maarten Stekelenburg.
Voor een club die een stabiele factor wil zijn in de Premier League, is die transferactiviteit peanuts. Ter vergelijking: promovendus Cardiff City, dat zaterdag met 2-1 won op Craven Cottage, gaf na de promotie afgelopen zomer alleen al veertig miljoen euro uit aan aankopen. Ook de andere twee nieuwkomers in de Premier League, Hull City (achttien miljoen) en Crystal Palace (tien miljoen), gaven gedurende de zomer netto meer uit dan Fulham (ruim zeven miljoen). Fulham laat alleen West Bromwich Albion, Everton en Tottenham Hotspur achter zich op de transferranglijst van afgelopen zomer, maar die laatste twee clubs kenden door de spectaculaire verkopen van respectievelijk Marouane Fellaini en Gareth Bale een uitzonderlijke zomer.
Door de geringe financiële mogelijkheden moest Jol zich telkens behelpen op de transfermarkt. Zijn selectie is daardoor een combinatie van huurlingen, koopjes met een krasje en transfervrije aanwinsten. Wat Jol verweten wordt, is dat hij nauwelijks omkijkt naar producten van de jeugdopleiding van de club. Kritiek die gezien het enorme aantal dertigers in de selectie van Fulham (elf, waarvan zes basisspelers) terecht genoemd mag worden.
Toch kan Jol na ruim twee seizoenen bij de oudste profclub van Londen (oprichtingsjaar 1879) prima resultaten overleggen. Hij leidde de club, die afgelopen zomer werd overgenomen door de rijke Pakistaan Shahid Khan, in zijn eerste seizoen naar een negende plaats en de afgelopen jaargang eindigde Fulham keurig als twaalfde. In dat licht verdient Jol nog wat krediet, maar of het door goede resultaten verwende Fulham hem dat gaat geven, valt te bezien. (Reon Boeringa)