Jonkies houden Ajax in Londen overeind
Met de jonkies in een hoofdrol - vooral Steven Pienaar speelde subliem - bleef Ajax bij Arsenal vrij gemakkelijk overeind. De Londense storm was na rust bij vlagen hevig, maar het zwaarbevochten punt kwam voor de Amsterdammers nooit écht in gevaar: 1-1.
Ronald Koeman had het voor de kraker met Arsenal toch niet aangedurfd om de jonge Wesley Sneijder in de basis de posteren. De coach koos voor de ervaring van Tomás Galásek, die het gevaar Dennis Bergkamp moest gaan bestrijden. 'Maar als Bergkamp dieper gaat spelen, moet hij worden opgevangen door onze centrale mensen', aldus Koeman.
De Groninger had die woorden nog niet uitgesproken, of Ajax stond al op achterstand. De klok op Highbury wees nog maar amper de vier minuten aan, of uitgerekend Dennis Bergkamp stond aan de basis van een razendsnelle Arsenal-counter die leidde tot de openingstreffer: Zlatan Ibrahimovic leed balverlies en Bergkamp stuurde de vogelvrije Sylvain Wiltord op rechts de diepte in. De Fransoos had geen moeite om Bogdan Lobont, die wel erg gemakkelijk op zijn kont ging zitten, te verschalken: 1-0.
Ajax - met als onbetwiste uitblinker Steven Pienaar - leek hoegenaamd niet onder de indruk van de vroege achterstand, hoewel geslaagde Amsterdamse aanvallen schaars waren. De eerste was echter prompt raak. Tomás Galásek (foto) bereikte Nigel de Jong met een prachtige lange bal vanaf de middellijn. De jongeling nam aan en haalde ineens uit voor de gelijkmaker, in de zeventiende minuut. Luttele seconden later had Ibrahimovic zelfs de voorsprong op zijn schoen, maar zijn inzet werd geblokt.
Met name dankzij z'n jonge talenten, bleef Ajax voor rust vrij gemakkelijk overeind op Highbury. Nigel de Jong maar vooral Steven Pienaar, leken zich in Noord-Londen bijzonder op hun gemak te voelen. Arsenal was slechts sporadisch gevaarlijk middels schotjes van Thierry Henry vanuit de tweede lijn, maar de beste kans van voor de pauze was nog voor Ajax. Maxwells inzet werd echter gekraakt, waardoor David Seaman er geen problemen mee had.
Na rust - met Stuart Taylor in plaats van Seaman in het Arsenal-doel - nam de druk van de thuisploeg echter met de minuut toe. Kansjes waren er te over voor de Londenaren, voor onder meer Henry, Gilberto Silva én Bergkamp, maar Ajax bleef overeind. De enige dissonant in de Amsterdamse ploeg was eigenlijk Zlatan Ibrahimovic, die een hoogst ongelukkige avond kende. Tien minuten voor het einde werd de Zweed door Koeman uit zijn lijden verlost. Nourdin Boukhari kwam hem vervangen, zoals Richard Witschge de plaats innam van Jelle Van Damme.
Boukhari kreeg prompt geel na te zijn ingevallen, maar vijf minuten voor tijd bovendien nog dé kans op de 1-2. De Rotterdammer dook knap voor Taylor, maar de bal caramboleerde net naast. Dat was terecht, want een Amsterdamse zege zou op Highbury ook teveel van het goede zijn geweest.