Joris Mathijsen: ‘Ik wil volgend jaar wereldkampioen worden’

Joris Mathijsen (24) is de grote revelatie van dit seizoen. Verdedigen is zijn vak, de spits uitschakelen zijn missie. De Brabander begon zijn eerste seizoen bij AZ op de bank, inmiddels is hij international.

Joris Mathijsen: ‘Ik wil volgend jaar wereldkampioen worden’

Jij bent zo’n jongen die weet welke tegenstanders van jou hebben gescoord. Zeg het maar: hoeveel waren het er dit seizoen?

‘Nu je het zo stelt, er is dit seizoen nog geen spits die me op kwaliteit of in het duel heeft geklopt. Eigenlijk was Erik Meijer van Alemannia Aachen vorige maand de eerste die tegen me scoorde. Ik zag dat een andere jongen vrij kon inkoppen, in een reflex stapte ik zijn kant op om in te grijpen, de bal schampte en Meijer kon ’m zó binnenkoppen. Daar leer ik wel weer van, ik zal nooit meer tijdens een corner de tegenstander van een ander overnemen. Een andere treffer die je mij eigenlijk niet mag aanrekenen was die van Andrzej Niedzielan namens NEC in de eerste wedstrijd na de winterstop. Hij scoorde nadat de bal via twee palen het veld weer instuiterde.’

Verdedigen is een vak. Jij lijkt helemaal gefixeerd op je tegenstander in de wedstrijd. Klopt dat?

‘Ik breng aanvallend minder dan Tim de Cler en Jan Kromkamp. Ik ben een type dat zich negentig minuten moet vastbijten in een tegenstander, dat vind ik fijn. Ik zeg het niet tegen hem, maar ik denk: Ik maak je af. Ik speel mijn eigen wedstrijd ín de wedstrijd. Als mijn tegenstander scoort, voel ik me de dag erna nog heel erg ellendig. Als je de nul achterin wilt houden zul je toch verdedigers moeten hebben. In Nederland kijken ze eerst of je wel goed kan voetballen, maar het gáát erom die man uit te schakelen. Die spits moet niet scoren, je moet hem opvreten, dat is mijn belangrijkste taak. Dat geeft Co Adriaanse ook steeds aan. Ik moet ervoor zorgen dat we die nul houden, scoren doen we toch wel. Pas als je ver van de eigen goal speelt, is het mogelijk aan te vallen zoals wij dat doen. Er vallen achterin enorme ruimtes waar je een-op-een moet spelen. Kromkamp doet dat echt geweldig, van De Cler wordt weleens gezegd dat hij minder verdedigt, maar dit seizoen speelt hij ook defensief geweldig. Hetzelfde geldt voor Barry Opdam. Zijn inbreng wordt soms onderschat, maar hij legt gewoon Dirk Kuijt aan de ketting. Henk Timmer zet alles neer, hij stáát er altijd. Niet voor niets zaten vier van onze vijf verdedigers in de laatste voorselectie van Oranje.’

Vreemd eigenlijk: in alle cijferklassementen sta je bovenin, je speelt om de titel, bent international en toch speelde je bij Willem II niet veel minder.

‘Grappig dat je dat zegt, want ik had het daar laatst ook al over. Het maakt zoveel uit waar je speelt. In Alkmaar staan we het hele seizoen al in de schijnwerpers, daardoor valt het veel meer op wat je doet. In dit spelsysteem zijn de verdedigers natuurlijk ook erg belangrijk. Wij spelen feitelijk de hele tijd man tegen man. Dat gaat ons fantastisch af, maar ik geloof niet echt dat ik veel beter speel dan voorgaande jaren.’

Tijdens de winterstop voert Co Adriaanse altijd evaluatiegesprekken. Wat had hij te melden?

‘Hij was in de eerste plaats erg tevreden. Dat is natuurlijk geen verrassing, we stonden op dat moment eerste in de competitie en deden nog mee in de beide bekertoernooien. Daarnaast hadden we nauwelijks goals tegen gekregen. De enige aanmerking die hij had, was dat ik meer moest gaan coachen en aanweziger moest zijn in het veld. Daar ben ik ook druk mee bezig.’

Vond Adriaanse wel dat je beter bent geworden?

‘Hij is de trainer die me in Tilburg liet debuteren, maar daarna heeft hij me een paar jaar nauwelijks gezien. Volgens hem is dit het resultaat van vele jaren investeren, hard trainen. Dit niveau kan je niet zomaar halen. Zit misschien ook wel wat in, ik heb mijn hele leven alles gegeven om prof te worden. Het klinkt als een cliché, maar ik doe er alles voor. Mijn grote droom was in het eerste van Willem II te komen, wat er nu allemaal gebeurt besef ik nauwelijks.’

Zagen we jou laatst ineens met de aanvoerdersband om lopen?

‘Klopt. Tegen Alemannia Aachen ontbrak Denny Landzaat, onze vaste aanvoerder. Aangezien de tweede man Michael Buskermolen niet in de basis stond, werd ik het. Adriaanse had vier namen opgeschreven, daar mochten de spelers uit kiezen. Ik kreeg de meeste stemmen. Echt geweldig, als je dan ook nog de winnende goal maakt, is het helemáál fantastisch. Ook tegen Shakhtar Donetsk scoorde ik en éíndigde ik de wedstrijd als aanvoerder.’

Een duidelijker bewijs voor jouw progressie is er niet. De schuchtere Brabantse jongen die nu al bovenaan staat in de hiërarchie.

‘Nou, bovenaan... Zó moet je dat niet zien. De natuurlijke leider bij AZ is zonder twijfel Henk Timmer, maar Adriaanse wil liever geen keeper als aanvoerder. Die kan natuurlijk hele delen van het veld niet bestrijken en kan bijvoorbeeld ook veel minder gemakkelijk met de scheidsrechter praten. Ik sta in de as van het veld en moet dus ook automatisch veel coachen, dat hoort bij die positie. Nu heb ik daar ook meer tijd voor, in het begin ben je toch vooral bezig met jezelf.’

In het begin víél er weinig te coachen, want je zat op de bank.

‘Ik ben geen Angelos Charisteas die door zijn transferprijs al zeker is van een basisplaats. Ik wist ook dat ik niet direct voor de basis was gehaald, geen probleem. De eerste wedstrijden speelde ik nog als linksback, vervolgens kwam De Cler terug en verdween ik naar de bank. Later kwam ik rechts in het centrum. Dat was verrassend, maar het ging goed. Sindsdien speel ik alles. Dat ik op de bank terechtkwam vond ik niet zo vreemd. Martin van Geel (directeur voetbalzaken, red.) had mij dat ook verteld. Dat weet je als je ergens nieuw komt. Deze groep heeft zich vorig seizoen voor Europees voetbal geplaatst, dan moet je er niet van uitgaan dat je zomaar speelt. Pas na een paar wedstrijden vond ik een positie in het centrum naast Barry Opdam, wij vullen elkaar erg goed aan. Mijn sterke punt is het uitschakelen van de vijandelijke spits, ik wil gewoon ieder duel winnen. Barry is sterk in de opbouw, daar leer ik ontzettend veel van.’

Je bent het wel gewend voor je plaats te vechten. Ook in de jeugd was je nooit de beste.

‘Ik speelde vanaf mijn twaalfde bij Willem II, dan steek je er in de regio al wel bovenuit. Maar er was een aantal keren twijfel of ze daar wel verder met me wilden. Zelf had ik nooit het gevoel dat ik het niet aankon. Ik deed het niet slecht maar er waren anderen zoals Marcel Meeuwis die altijd beter waren. Pas toen ik ging groeien werd ik sneller en sterker. Vanaf het moment dat Adriaanse me bij de selectie haalde, ging het in een sneltreinvaart. Een maand later debuteerde ik in het eerste elftal. Het seizoen erop stond er een goede ploeg die zelfs de Champions League haalde. Adriaanse zette me er uiteindelijk gewoon weer in.’

Exact een jaar geleden zag je wereld er nog inktzwart uit. Je verwierf bijna landelijke bekendheid door de knallende ruzie met Willem II. Je wilde er toen niet al te veel over zeggen. Wat was er aan de hand?

‘Je moet je voorstellen dat je al vanaf je twaalfde bezig bent het eerste te halen. Dat lukte veel sneller dan verwacht, ik had op mijn achttiende voor vijf jaar getekend, ervan uitgaand dat ik na een jaar of vier wel in het eerste elftal zou komen. Maar dat gebeurde na een paar maanden al. Daardoor speelde ik de hele tijd voor een jeugdcontractje. Toen ik na vier jaar eindelijk op gesprek mocht komen, was ik echt zo blij als een kind. Ik wilde niets liever dan blijven. Maar dat gesprek was echt een knock-out, dat kwam zó hard aan. Barry Hulshoff (toenmalig directeur voetbalzaken, red.) deed zó raar, ik was maar een simpele verdediger en ze wilden me niet de waardering geven die ik verdiende. Dan gaat het echt niet om het geld, maar hoe je wordt beoordeeld. Dat klopte gewoon niet. De technische staf vond het net zo schandalig. Er zijn dingen voorgevallen waar ik het niet over wil hebben, maar waardoor er wel iets in me knapte. Ik was helemaal gebroken, ik begreep er niets van. Er zijn woorden gevallen die echt niet konden. Toen wist ik het zeker: Ik ga weg

Je koos voor AZ. De komende jaren laten ze je daar echt niet meer gaan.

‘Het verhaal dat AZ had, sprak me aan. Er is een goede organisatie, de club barst van de ambitie. Ik kende Van Geel en Adriaanse, het streelde me dat ze me wilden hebben. Als ik hier over vier jaar nóg zit, is er toch ergens iets niet goed gegaan. Ze willen niet veel spelers laten gaan, logisch, dat is hun goed recht. Ik heb met mijn volle verstand een contract getekend. Maar ik maak me daar niet zulke zorgen over; als er écht grote clubs komen, wordt er toch wel gepraat. Je kunt spelers niet tegen hun zin houden. Ik hoorde de voorzitter laatst bij wijze van grap zeggen dat ik iets van twaalf miljoen euro moest opleveren, dat staat de volgende dag dan meteen met koeienletters in de krant. Voorlopig wil ik alleen maar met voetbal bezig zijn. Mijn zaakwaarnemer weet dat ook. Hij zal mij nooit storen met clubs die hebben geïnformeerd, daar word ik alleen maar onrustig van. Ik ben nog lang niet klaar met AZ.’

Dat kun je wel zeggen, maar een seizoen zoals dit is uniek. Nú is de tijd om te vertrekken.

‘Wie zegt dat? Dit AZ kan alleen maar beter worden, volgend jaar hebben we allemaal meer ervaring. We kunnen deze lijn volgend seizoen rustig doorzetten, waarom niet? Het is voor de meeste spelers pas het eerste jaar dat ze wat presteren. Wie heeft er nu bij de laatste acht om de UEFA Cup gestaan? Wie heeft er tweede gestaan? Wij missen misschien wel een spits zoals Jan Vennegoor of Hesselink of Dirk Kuijt die er altijd wel eentje maakt. Moet je voorstellen dat er zo iemand bij komt. Aan de andere kant scoort bij ons altijd iemand anders, dat is ook weer moeilijk te verdedigen. Mocht er iemand vertrekken, dan komt er veel geld binnen en zullen er ongetwijfeld goede vervangers klaarstaan. Het is in elk geval erg belangrijk dat Barry van Galen heeft bijgetekend. Hij is fantastisch voor de ploeg. Zónder Barry zijn we goed, mét Barry zijn we super. Tegen Donetsk maakt hij ook weer het verschil. Hij is gewoon geniaal, hij leek hard op weg naar een nieuwe selectie voor Oranje. Barry is de beste speler met wie ik ooit heb gespeeld. Hij steekt met kop en schouders boven iedereen uit. Ik ben dan ook ontzettend blij dat hij blijft. Volgend jaar spelen we misschien ook in de Champions League, dat is weer een stap verder. Iedereen lijkt maar te wachten totdat AZ instort, maar waarom zóúden we? We doen nog steeds mee om de titel, en als we die niet halen, dan in elk geval de tweede plaats. Alles wat minder is, zie ik nu als een teleurstelling. Voor wie moeten wij dan bang zijn? Alleen PSV heeft ons in de twee onderlinge duels echt onder druk gezet. Die ploeg is gewoon sterk. Dat is geen schande. Er zijn twee ploegen die recht hebben op de titel: AZ en PSV, klaar! Worden we tweede, dan zie ik dat als een prijs. We hebben het niet meer in eigen hand. Je zag het vlak voor de winterstop, in de laatste twee duels lieten ze opeens vijf punten liggen. Het is dus zaak de druk erop te houden.’

Je droomde van een plaats in het eerste elftal van Willem II, inmiddels ben je international. Het kan snel gaan.

‘Ja, zeg dat wel, dit seizoen is sowieso een roes. In Tilburg speelde je in het weekeinde en een enkele keer om de beker. Nu hebben we al maandenlang een dubbel programma. Dat begon uit tegen PAOK Saloniki en is nooit meer gestopt. Vervolgens kom je dan ook nog bij Oranje; weer vliegen, weer nieuwe indrukken. Ik merkte het toen er opeens geen midweekse wedstrijd was. Meteen zakte er een soort vermoeidheid over me heen, dan doe je weinig. Ik besef eigenlijk nauwelijks wat er allemaal gebeurt. Iedere keer staat er weer een nieuwe wedstrijd voor de deur en de ene is nog belangrijker dan de andere. Kenneth Perez heeft het al eens eerder gezegd: "Daar doe je het toch uiteindelijk allemaal voor?" Dan moet je ook alles geven. Maar genieten? Dat komt in de zomer allemaal wel. Dan ga ik die hele film eens afspelen.’

Tijdens het EK liep je nog als supporter in een oranje shirt. Nu speel je zelf in het Nederlands elftal. Hoe bevalt het onder Marco van Basten?

‘Hij weet heel veel, de kleinste details uit wedstrijden lepelt hij weken later zó op. Dat is echt grappig om te merken, hij praat veel over de manier waarop ik moet spelen. De eerste keer dat hij me meenam naar de wedstrijd tegen Andorra dacht ik: Dit pakken ze me nooit meer af. Op de training liep het zó goed dat hij me volgens mij als beloning liet invallen. Voor de wedstrijd was dat natuurlijk helemaal niet nodig. Het spel van Oranje lijkt ook wel op dat van AZ, je speelt toch met veel ruimte in je rug. AZ is alleen wat aanvallender dan Oranje.’

Je ploeggenoot Denny Landzaat verkondigde op dezelfde stoel als waar jij nu zit dat Nederland in 2006 wereldkampioen ging worden.

‘Ja, dat zou wat zijn, zeg! Ik sluit me bij hem aan. Als we van Roemenië winnen zijn we al een eind op weg, maar het gaat natuurlijk niet alleen om kwalificatie. Ik vind dat Nederland naar Duitsland moet gaan om wereldkampioen te worden, anders hoef je niet eens af te reizen. Met Oranje zijn maar twee prijzen mogelijk: Europees en wereldkampioen. Als speler van Armenië heb je een andere doelstelling... Een land zoals Nederland hoort altijd bij de favorieten, we hebben een geweldige groep. Ik wil wereldkampioen worden in 2006, schrijf dat maar op.’

Jij kreeg redelijke kritieken na je eerste volledige interland.

‘Niet alleen ik, de hele defensie. Er stonden drie nieuwe jongens met Kromkamp, Khalid Boulahrouz en mijn persoontje. En dan uit tegen Engeland... Ik leed in het begin een paar keer snel achter elkaar balverlies, dat blijft dan bij veel mensen hangen. Engeland speelde erg compact, dat maakte het moeilijk. Maar ik heb me goed hersteld en het is weer een extra aandachtspunt voor de volgende keer. Het kan altijd beter. De bondscoach was tevreden en ik kreeg zelfs een complimentje van Edwin van der Sar. Uiteindelijk hebben we wel iets om op verder te bouwen, lijkt me.’

Je treft het wel met trainers zoals Van Basten en Adriaanse en straks weer Louis van Gaal. Is het goed dat Adriaanse vertrekt?

‘Jammer, maar ik begrijp het wel. Hij denkt dat hij ons niet nóg beter kan maken. Als het volgend jaar minder gaat, heeft híj het gedaan. Co is een echte perfectionist. Tegen Donetsk kwamen wij elk klein detail van tevoren te weten, hij laat zich nooit verrassen. Ik snap niet dat Ajax hem heeft laten gaan! Als ze hem de kans hadden gegeven, was hij daar zeker geslaagd. Zo slecht heeft Adriaanse het bij die club niet gedaan, ze profiteren nog steeds van zijn aankopen. Wie weet komt Van Gaal weer met andere dingen, hij lijkt mij de best mogelijke opvolger. Ik hoor weleens dat er een losse trainer moet komen na Adriaanse. Wat is een losse trainer? Is Adriaanse zo strak? Ik zie hier alleen doodnormale regels. Telefoon uit, niet te laat komen, normale auto’s, niet alleen voor jezelf juichen. Verder zijn de voorbereidingen keihard, maar daar profiteren we tijdens het seizoen van. Waarom denk je dat iedereen zo fit is? Ik heb bij Willem II meegemaakt dat Hans Westerhof na Adriaanse kwam, dat was geen succes. Deze groep zit van zichzelf goed in elkaar. Er is hier genoeg te klagen als je wilt. Je gaat echt niet voor je lol onder de douches in De Hout staan, in het spelershome is het standaard te koud. Maar niemand die zich daar druk over maakt. Dat zegt alles.’

Wat zijn jouw plannen? Vind je clubs zoals Ajax en PSV een sportieve verbetering?

‘Als topclubs en qua historie natuurlijk wel. Er zit veel meer publiek, de faciliteiten zijn beter. Dat kan ook niet anders als die begrotingen veertig miljoen hoger zijn. Maar ik snap Van Geel en de voorzitter ook wel als ze zeggen dat wij boven twee topclubs staan en dat het dus sportief géén verbetering is. Dit jaar niet en volgend jaar dus ook niet. Want als wij eerste of tweede worden spelen wij wél Champions League en die twee of drie topclubs niet. Dan kun je inderdaad beter in Alkmaar spelen. Uiteindelijk wil ik graag naar het buitenland. Naar een echte topcompetitie, in Engeland, Duitsland of Spanje.’

Bekijk hier al onze video's
  • Meer over

  • AZ