Jubilerende Abramovich is dik 125.000.000 euro kwijt aan oprotpremies

Zijn eerste slachtoffer was Claudio Ranieri na het seizoen 2003/04. De Italiaan moest plaatsmaken voor José Mourinho, die destijds na de Champions League-winst met FC Porto als de kroonprins van het internationale trainersgilde gold. Ranieri was al in dienst ten tijde van de komst van Abramovich in de zomer van 2003.

The Special One is de enige manager die tot twee keer toe de laan werd uitgestuurd door Abramovich. In het najaar van 2007, na een mislukt seizoen en een grillige start van de jaargang waarin de revanche moest komen, en eind 2015, na een extreem zwakke serie.

Ook grote namen als Luiz Felipe Scolari en Carlo Ancelotti kregen hun congé van de Russische miljardair, die vaak ingrijpt als zijn club de aansluiting dreigt te verliezen met de Champions League-zone. Ook Lampard is het slachtoffer geworden van die 'traditie' die de nodige kosten met zich meebrengt. Al voor het nieuws van maandag stond de teller aan oprotpremies onder Abramovich op 110 miljoen pond, oftewel bijna 125 miljoen euro. 

De Chelsea-managers onder Roman Abramovich:

• Meer over

• Chelsea
• Premier League 2020/2021