Kampioen Valencia wel regelmatig en degelijk
Valencia werd voor de zesde keer in de clubhistorie kampioen van Spanje. De titel is een beloning voor een regelmatig en degelijk seizoen. De ploeg van coach Rafael Benítez profiteerde mede van opzichtig falen van de concurrentie.
Vooral de diepe crisis van Real Madrid was opmerkelijk. Eind februari hadden de Madrilenen nog een voorsprong van liefst acht punten op de concurrentie, die op dat moment werd aangevoerd door Valencia. Van de andere titelpretendenten werd Deportivo La Coruña te veel in beslag genomen door de (mislukte) poging om de finale van de Champions League te halen. Barcelona kwam een paar duels te kort om de dramatische eerste helft van het seizoen goed te maken.
De titel voor Valencia mag niet alleen worden toegeschreven aan de falende concurrentie. De afgelopen jaren kon coach Rafael Benítez voortbouwen op de erfenis die hij in 2001 overnam van de Argentijn Héctor Cúper. De oefenmeester had op dat moment amper een staat van dienst, maar voorzitter Jaime Ortí geloofde in zijn capaciteiten. De beloning volgde meteen met een landstitel in het eerste seizoen onder Benítez. Met het kampioenschap van dit seizoen staat de teller op twee uit drie voor de coach die daarmee het gelijk van de preses bewees.
Te meer het structureel door financiële moeilijkheden gekwelde Valencia nooit geld heeft voor spectaculaire aankopen. Voor de club uit de sinaasappelstad geen Beckhams, Ronaldos en Zidanes, maar juist met bescheiden middelen maximaal presteren.
Voorzitter Ortí was het afgelopen zondag na de zege in Sevilla dan ook duidelijk: 'Ik wil iedereen die het Valencianismo een warm hart toedraagt feliciteren, maar vooral Benítez. Hij verdient méér dan een dikke tien!'
Het was even terecht als symbolisch voor het seizoen dat de eerste treffer in de kampioenswedstrijd tegen Sevilla (2-0) op naam kwam van linkshalf Vicente. De 22-jarige international brak dit seizoen door als sterspeler en staat inmiddels in de belangstelling van Manchester United. Binnen het hechte collectief was Vicente de grote uitblinker. Hij trof in de competitie twaalf keer doel en was daarmee de tweede topscorer van de club achter Mista (negentien treffers). Met doelman Santiago Cañizares, verdediger Roberto Ayala, de middenvelders Rubén Baraja en David Albelda zijn de overige uitblinkers genoemd.
De spelers toonden zich na het bereiken van de landstitel ambitieus. In euforie werd de aanstaande finale om de UEFA Cup niet vergeten. Baraja, in Sevilla maker van het tweede doelpunt: 'De landstitel is prachtig. We hebben ons eerste doel bereikt. Maar nu willen we ook de UEFA Cup. Dat zou een historische prestatie zijn. We hebben honger naar meer!'