Kennedy Bakircioglu: ‘Ik ben klaar voor de volgende stap’
Met Kennedy Bakircioglu (26) als één van de blikvangers is FC Twente hard op weg naar een plaats in de play-offs waarin deelname aan de voorronde van de Champions League kan worden afgedwongen. Genoeg reden voor VI om de Zweedse international uit te nodigen voor een bezoek aan de redactie in Gouda. De rechtsbuiten geniet in Enschede, maar maakt zich daarnaast óók zorgen.
In een van de eerste Engelse Football Manager-spellen, zo’n tien jaar geleden, was het al mogelijk om ene Kennedy Bakircioglu fictief te kopen. Je was toen pas zestien jaar…
Breeduit lachend: ‘Ja, dat weet ik nog! Zelf heb ik het spel nooit gezien of gespeeld, maar velen hebben destijds tegen me gezegd dat ik op de lijst van te kopen spelers stond. Ik vond het natuurlijk hartstikke leuk om dat te horen. Het gaf in mijn ogen aan dat ik goed bezig was, dat ik me aan het bewijzen was als een talentvolle voetballer. Niet veel later debuteerde ik in het eerste elftal van Assyriska Föreningen, de club waar ik ben opgegroeid, en ineens stond Manchester United op de stoep. Zij boden me een stage aan.’
Hoe was het om als jonge knaap te trainen met spelers die op dat moment aan de top van de wereld stonden?
‘Geweldig. Ik was pas zeventien jaar en dan is zo’n kans natuurlijk iets waarvan je droomt. Ineens zat ik in de kleedkamer tussen David Beckham, Jaap Stam, Roy Keane en Andy Cole. De interesse was serieus, ik mocht niet voor niets twee weken trainen. Vervolgens wilde ze me in een wedstrijd zien. Met het tweede elftal van Manchester speelde ik een uitwedstrijd tegen Aston Villa. Samen met Ole Gunnar Solksjær vormde ik de aanval, Jordi Cruijff stond achter ons. We wonnen met 5-1, ik gaf twee assists. Met mijn spel was ik tevreden en Alex Ferguson zei dat ze me zouden blijven volgen. Maar ik heb niets meer gehoord, tot op de dag van vandaag weet ik nog steeds niet waarom.’
Misschien vonden ze je niet goed genoeg?
‘Dat zou kunnen, maar ik hoorde ook dat mijn club in Zweden niet graag wilde meewerken. Het zal wel een combinatie zijn geweest. Bij een club als Manchester lopen natuurlijk iedere dag grote talenten binnen. Dat heb ik letterlijk zelf gezien. Gelukkig was er ook genoeg interesse van de grote clubs uit Zweden. Met mijn overgang naar Hammarby IF was ik ook tevreden.’
Dat klinkt wat makkelijk. Was je niet enorm teleurgesteld?
‘Diep van binnen wel, maar omdat ik nog zo jong was, kon ik het op één of andere manier toch wel relativeren. Ik vond het al geweldig dat ik op die leeftijd met zulke grote voetballers had mogen spelen en trainen. Het was gewoon een hele fijne ervaring. Ferguson was erg aardig, je kon merken dat hij alles onder controle had. Hij was duidelijk een vader voor de spelers. De club maakte een hele familiaire indruk op me. Dat vond ik prachtig en ik weet zeker dat dit een rol heeft gespeeld in de successen die ze in die periode hadden. Ik kijk er nu met plezier op terug, niet met het gevoel van dat ik een kans heb gemist. Ergens in Zweden moet ik nog foto’s hebben liggen van mezelf met die grote spelers. Uitgenodigd worden door Manchester United overkomt je maximaal één keer in je leven. Ik heb daar mijn best gedaan, meer kon ik niet doen.’
Dit alles vond tien jaar geleden plaats. Nu speel je voor FC Twente. Is er in de tussentijd iets fout gegaan?
‘Dat is moeilijk om te zeggen. Ik had maar wat graag vanuit Zweden de stap naar een grote club in een topcompetitie gemaakt, maar dan heb je soms meer nodig dan voetbalkwaliteiten. Een goede zaakwaarnemer is ook van belang bijvoorbeeld. Ik heb me echter nooit laten frustreren door het feit dat er maar geen grote club concrete interesse toonde. Dat heeft geen enkele zin.’
Je droomde van en was in beeld bij de Europese top, maar je koos voor een middenmoter uit Griekenland, Iraklis Saloniki…
‘Haha, ja, dat is nogal een verschil hè. Na een bezoek aan de stad was ik verliefd. De mensen, het land en de zee… Alles maakte een geweldige indruk op me, ik twijfelde geen moment. Dat de club niet het niveau had waarvan ik droomde, maakte me niet uit. Ik wilde daar een jaartje goed spelen en dan de stap zetten naar de Griekse top, Olympiakos Piraeus, AEK Athene of Panathinaikos. Dát was mijn doel. Het liep echter helemaal anders. De club had blijkbaar ineens grote financiële problemen en had grote moeite met het betalen van de salarissen. In Griekenland schijnt dat heel normaal te zijn, maar ik kon er maar niet aan wennen. Het zorgde voor frustraties en daarom kon ik me niet focussen op de trainingen en de wedstrijden. Als mens had ik het er wél geweldig naar mijn zin. Ik had in Thessaloniki een fantastisch leven, maar dat was natuurlijk niet de reden voor de verhuizing geweest.’
De Griekse voetbalsupporter staat bekend om zijn temperament. Heb je daarvan nog iets gemerkt?
‘Zeg dat wel. Ik heb daar dingen meegemaakt die ik heel mijn leven niet meer vergeet. Het meest bizarre was een uitwedstrijd tegen Aris Saloniki, één van de twee andere clubs uit de stad. Zij hadden de punten nodig in de strijd tegen degradatie, wij omdat we kans maakten op Europees voetbal. Op weg naar het stadion werd onze bus begeleid door zes politiebussen. Duizenden mensen bekogelden ons met flessen, alle ramen lagen eruit. Wij moesten één voor één bedekt onder schilden van de politie naar de kleedkamer gebracht worden. Eenmaal binnen wilden we zo snel mogelijk het veld op, want ze hadden al een paar rookbommen in de catacomben gegooid. Je zag geen hand voor ogen en het stonk verschrikkelijk. En de wedstrijd moest nog beginnen! Toen we voor de wedstrijd het veld opgingen kreeg een ploeggenoot een fles tegen zijn hoofd. Na een kwartier kwamen we op voorsprong en bestormden de supporters het veld. De fans van Aris bekogelden ons met alles wat ze in handen konden krijgen. De wedstrijd werd gestaakt, maar ging uiteindelijk weer verder. Het was rustig volgens de scheids, haha. Na een half uur scoorden we opnieuw en brak de hel weer los. Twintigduizend supporters schreeuwden dat we het stadion niet levend zouden verlaten… Ik ben nog nooit zo bang geweest. Vlak voor rust werd het 1-2, maar dat was geen reden voor de hooligans om zich op het voetbal te concentreren. Weer bestormden ze het veld, onze keeper kreeg een kopstoot en ging tegen de vlakte. De aanvoerder kreeg ook een schop tegen z’n hoofd. Uiteindelijk belandden twee voetballers van mijn team in het ziekenhuis. De rest moest rennen voor het leven om veilig in de kleedkamer te komen. Daar moesten we overigens tot twaalf uur ’s nachts wachten voor we naar een hotel gebracht werden. Zelfs onze partners werden thuis opgehaald. Het zou te gevaarlijk zijn om in je eigen huis te slapen. Sinds die wedstrijd heb ik ook bepaalde plaatsen in de stad vermeden. Ik had geen zin om in een – voor Iraklis-spelers – verkeerde wijk terecht te komen Daarmee vergeleken is Twente-Heracles of andersom niets, als je het over emoties hebt. Niet dat ik het mis hoor. Rivaliteit is prima, maar het moet wel binnen de perken blijven.’
Waarom koos je voor FC Twente om je loopbaan een nieuwe impuls te geven?
‘Ik zocht vooral naar een stabiele club en een trainer die het voor honderd procent in me zag zitten. Rini Coolen sprak een groot geloof in me uit, dat was heel erg belangrijk. Ik ben erg blij dat ik deze keuze heb gemaakt. Inmiddels kan ik wel de waarde inzien van de anderhalf jaar dat ik in Griekenland heb gezeten, maar ik ben blij dat mijn zaakwaarnemer het voor elkaar heeft gekregen dat ze me naar Twente lieten vertrekken.’
Hoe wist FC Twente jou te overtuigen?
‘Vóór ik naar Griekenland vertrok was er al interesse uit Nederland. Feyenoord, Heerenveen, Roda JC en FC Twente volgden me intensief. Mijn vader (eveneens ex-prof van Assyriska Föreningen, red.) had al heel vaak tegen me gezegd dat ik voor Nederland moest kiezen als de kans er was. Volgens hem zou het Nederlandse voetbal mij op het lijf zijn geschreven. Mijn vader ziet het voetbal hier als een school, je leert hier volgens hem nog echt dingen die ze je in andere landen niet leren. Door voor Griekenland te kiezen negeerde ik zijn advies, maar de tweede keer heb ik wel geluisterd. Natuurlijk speelde de aanwezigheid van Sharbel Touma en toen nog Daniel Majstorovic bij Twente ook een rol. Met twee landgenoten in de buurt is het toch wat makkelijker om je ergens thuis te voelen. Roda wilde me opnieuw hebben, maar omdat het verhaal van de club me aansprak en ik bij Twente bekenden zou treffen heb ik voor Enschede gekozen.’
In je eerste seizoen werd je direct door de supporters gekozen tot speler van het jaar.
‘Dat was heerlijk. In Griekenland had ik door alle ellende nooit de kans om de echte Kennedy te laten zien, maar bij Twente lukte dat direct wel. Dat onze supporters dat waardeerden deed me erg goed.’
En je hebt er een goed gevolg aan weten te geven. Jij en FC Twente maken tot nu toe een geweldig jaar door.
‘Ik ben bezig aan mijn beste seizoen in mijn loopbaan tot nu toe en met het elftal gaat het inderdaad ook fantastisch.’
Wie jou wekelijks ziet voetballen kan zich niet aan de indruk onttrekken dat je toe bent aan de volgende stap in je carrière. Hoe zie je dat zelf?
‘Daarmee ben ik het eens. Ik denk dat ik inmiddels heb laten zien dat ik klaar ben voor een niveau hoger. Ik ben nu 26, mijn beste jaren zijn begonnen. Bij FC Twente heb ik het heel goed naar mijn zin. Het niveau van mijn ploeggenoten is hoog, de club is stabiel en ambitieus, maar als er een grotere club interesse toont zal ik zeker gaan luisteren. Een mogelijkheid op promotie zal ik niet laten lopen.’
Denk je dan aan een andere competitie of aan de topclubs in Nederland?
‘Ik wil op voorhand niets uitsluiten. In de voorbije maanden heb ik ervaren dat de Nederlandse manier van voetbal uitstekend bij me past. Een overgang naar een Nederlandse topclub zou wat dat betreft ideaal zijn.’
Wat heb je in Nederland geleerd?
‘Veel, ik kan genoeg voorbeelden. Over het bewegen zonder bal had ik vóór ik naar Nederland kwam nog nooit nagedacht. Dat ik door goed positie te kiezen ruimte voor mezelf kon maken, wist ik niet eens. Daar hebben mijn vorige trainers me nooit op gewezen. Mijn timing is ook stukken beter geworden. Voorheen kon ik bij wijze van spreken niet eens fatsoenlijk een bal koppen. Nu scoor ik inmiddels met het hoofd. De bal één keer raken, een één-tweetje opzetten, ook dat kan ik inmiddels veel beter. Het tempo in mijn spel is ook omhoog gegaan. Ik heb hier heel veel belangrijke dingen geleerd, veel meer dan ik ooit had gehoopt. Mijn vader heeft echt helemaal gelijk gekregen. De nieuwe dingen die ik heb geleerd zorgen ervoor dat mijn manier van voetballen nog beter tot uiting kan komen.’
Je ziet aan je manier van spelen dat je barst van het zelfvertrouwen.
‘Dat klopt. Ik ben voor niemand bang. Voor iedere tegenstander heb ik respect, maar ik zie een wedstrijd op dit moment vooral als een kans om te laten zien hoe goed ík kan voetballen. Ik ga iedere keer weer uit van mijn eigen krachten en niet van die van mijn tegenstander. Van de wedstrijden tegen de topclubs krijg ik een kick. He geloof in mezelf is op dit moment erg groot en dat is een fijn gevoel. Een mindere wedstrijd brengt me niet meer uit balans.’
Je maakt ook weer deel uit van de nationale ploeg.
‘Ik zit er tot nu toe iedere keer bij en dat is fantastisch. Als sinds mijn zestiende speel ik voor de nationale ploegen en dat is iedere keer weer speciaal. In Zweden Onder-21 voetbalde ik al met Zlatan Ibrahimovic en Christian Wilhelmsson. Helaas heeft Zlatan voorlopig bedankt voor de nationale ploeg. We hebben de eerste vier duels in de kwalificatie gewonnen, maar ik hoop dat hij snel weer terug bij de selectie is. Zlatan is één van de beste aanvallers ter wereld. Een speler met zijn kwaliteiten kan in de topwedstrijden het verschil maken.’
Als je kijkt naar de namen mag Zweden in 2008 toch niet ontbreken op het EK in Oostenrijk en Zwitserland?
‘Dat klopt. We kunnen een heel aardig elftal op de been brengen. Als we ons niet kwalificeren zou dat niet goed zijn.’
Niet goed? Zijn jullie Zweden niet gewoon te bescheiden?
‘Soms zijn we in algemeenheid inderdaad te bescheiden, maar dat begint een beetje om te slaan. Toch is het zelfvertrouwen nog niet zo groot als je dat vergelijkt met dat van Nederland. Jullie beginnen ieder toernooi met het gevoel dat je kampioen kunt worden. Misschien is dat niet helemaal terecht gezien de krachtsverhoudingen, maar het is natuurlijk wel een goede houding voor een sportman. Zelf heb ik een groot geloof in de kwaliteiten van Zweden. We hebben jonge talenten en enkele ervaren spelers. Als we de eindronde niet halen, zou dat een enorme teleurstelling zijn. Niet alleen voor de spelers, maar ook voor de fans. De supporters eisen steeds meer van ons en dat mag ook.’
In Enschede is het verwachtingspatroon ook groeiende. Wie had dat gedacht na de uitschakeling in de voorronde van de UEFA Cup tegen Levadia Tallin en de competitienederlaag in de eerste wedstrijd tegen Heracles Almelo.
‘Wij! Binnen de club is er nooit enige sprake van paniek geweest. Niet bij het bestuur, niet bij de trainers en niet bij de spelers. We wisten namelijk dat we een goed elftal hadden, alleen kwam het er in het begin niet uit. De wedstrijden tegen Levadia en Heracles waren niet goed, maar we kregen wel absoluut de meeste kansen. Met wat meer geluk hadden we die gewoon gewonnen.’
Wat is het geheim van dit FC Twente?
‘Alle nieuwe spelers, Rob Wielaert, Orlando Engelaar, Ismail Aissati, Luke Wilkshire en Otman Bakkal, zijn een versterking gebleken. Dat is een compliment voor de scouting waard. Ze passen allemaal perfect bij het voetbal dat we graag willen spelen. Op dit moment zie ik in ons elftal geen zwakke plekken en we voetballen als een eenheid. Dat is de kracht van FC Twente. We zijn ook niet afhankelijk van één speler als het gaat om doelpunten. Als Blaise N’Kufo even niet scoort, doet Touma het, of ik of Engelaar. We hebben meerdere voetballers die het verschil kunnen maken en daarom zijn we moeilijk te stoppen. Als we niet teveel blessures of schorsingen oplopen, hoeven we voor niemand bang te zijn, ook niet voor de topclubs. De cijfers bewijzen dat. Van Feyenoord, PSV en AZ hebben we gewonnen, tegen Ajax speelden we in de Arena gelijk.’
Dat is knap, maar jullie spelen gelijk tegen Willem II als Engelaar en Ramon Zomer afwezig zijn.
Fel: ‘Ieder seizoen heb je twee of drie wedstrijden waarin het gewoon even niet lukt! Daarmee heeft iedere club in iedere competitie te maken. Willem II kreeg een aantal goede kansen, maar ze scoren niet. Als het een keer niet lukt, moet je toch houvast zoeken in de positieve dingen. Het heeft ook met de status van FC Twente te maken. Willem II speelde met elf mensen die vooral verdedigend dachten. De tactiek die hun trainer had bedacht, werd prima uitgevoerd. Dit soort clubs willen niet langer van FC Twente winnen, ze willen vooral niet verliezen.’
We willen je even een doemscenario voorleggen. Aissati gaat zeker terug naar PSV, Bakkal waarschijnlijk ook, Touma is komende zomer transfervrij, Engelaar en jij vlassen op een transfer naar een grotere club. De kans is groot dat FC Twente een eendagsvlieg gaat worden.
‘Tsja, daar zit wel wat in. Als deze voorspelling gaat uitkomen, heeft Twente een groot probleem. Deze vijf spelers kun je niet zomaar vervangen. Dit gegeven speelt zeker in mijn gedachten als ik denk aan mijn eigen toekomst. Ik vind dat we met dit elftal deelname aan de voorronde van de Champions League moeten kunnen afdwingen. Als de helft van het basisteam vervolgens vertrekt, kun je vergeten dat je iets in Europa presteert. Op dit moment is volgens mij alleen het vertrek van Aissati zeker, maar ik zou liegen als ik zeg dat ik me geen zorgen maak over de sportieve toekomst.’
Voorlopig gaat het niettemin crescendo. Waarop moet FC Twente zich richten als het aan jou ligt?
‘Op de tweede plaats. Ik weet dat ze op de club wat bescheidener zijn en daar sta ik helemaal achter, maar persoonlijk ga ik voor de tweede plaats. Dat staat toch leuker op je cv dan een vijfde plaats. Door de play-offs maakt het niet uit of je als tweede of vijfde eindigt, maar ik ben sportman en wil er het maximale uithalen. Op dit moment hebben we het allemaal in eigen hand en ik vind dat we de kwaliteiten hebben om die tweede plaats te mogen nastreven. We zijn op dit moment al nagenoeg zeker van de play-offs om UEFA Cup-voetbal, maar dat wil niet zeggen dat we daarmee tevreden mogen zijn. De doelstelling is bijna bereikt, maar ik wil meer. En als ik zo om me heen kijk in de kleedkamer, ben ik niet de enige die er zo over denkt.’