'KNVB moet stoppen trainingsopleiding als melkkoe te gebruiken'

De coëfficiëntenpolonaise liepen we door de prestaties van de Nederlandse clubs in Europa al even, maar nu Oranje plaatsing voor het EK 2020 nauwelijks nog kan ontgaan, kunnen we pas echt stellen dat de crisis in het vaderlandse voetbal definitief voorbij is. Het zo vervloekte rapport Winnaars van Morgen kan worden verbrand, we hebben weer een lichting met internationale en potentiële internationale topspelers.

Daarachter dient de volgende groep goede jonge voetballers zich ook alweer aan. Met dank aan de opleidingen in Nederland. Toch zal plaatsing voor het EK en de nieuwe lichting toptalenten de huidige discussie over die opleidingen niet doen verstommen. Bijna alle Oranje-spelers zaten al bij een profclub toen ze nog op de basisschool zaten. Vroeg selecteren lijkt dus lonend.

'Nee', zei Art Langeler (foto), directeur voetbalontwikkeling van de KNVB twee weken geleden in VI. 'Alle onderzoeken wijzen uit dat selecteren in de basisschoolleeftijd heel lastig is. Het is onmogelijk van een zesjarige in te schatten hoe goed hij gaat worden.’ Dat is zo. Maar dat talenten beter worden als ze met de beste spelers en coaches trainen en tegen andere goede talenten voetballen, is ook een gegeven.

Langeler en directeur voetbalzaken Nico-Jan Hoogma mikken met hun nieuwe plannen echter op een veel bredere groep voetballers waaruit vervolgens een betere selectie kan worden gemaakt. Zodat toekomstige Frenkie de Jongs die zich pas op latere leeftijd ontwikkelen niet onzichtbaar blijven.

Daar kan niks op tegen zijn. Maar het is de KNVB zelf die daarin remmend werkt. De voetbalbond heeft de sleutel om de talentenpiramide breder en beter te maken zelf in handen. Want meer prof- en amateurclubs die meer voetballertjes goed opleiden, betekenen inderdaad meer talenten aan de bovenkant.

Voor het project Gelijke Kansen Jeugdvoetbal van de KNVB, waarbij ook laatbloeiers uiteindelijk hun volledige potentie kunnen benutten, heb je vooral heel veel zeer goed opgeleide trainers nodig zodat niet alleen selectieteams toptrainingen krijgen.

En daar zit de crux. De trainersopleidingen van de KNVB behoren tot de duurste in Europa. In IJsland kost het behalen van het UEFA A diploma 3.247 euro en UEFA B 866 euro. Door heel veel goede trainers op te leiden, heeft het IJslandse voetbal zich spectaculair kunnen ontwikkelen. Bij de KNVB kosten dezelfde opleidingen respectievelijk 9.500 en 4.550 euro. Hierdoor worden te veel welwillende en capabele toekomstige trainers buitenspel gezet en daarvan wordt een brede groep voetballertjes uiteindelijk de dupe.

In principe heeft de KNVB met het opleiden en ontwikkelen van talent niets te maken, dat is een taak van de clubs. Maar als de voetbalbond dan toch een verschil wil maken, stopt ze met de trainersopleidingen als melkkoe te gebruiken.