KNVB strijdt met topdrie tegen 'buitenproportionele' Bos-tax
De KNVB, Ajax, PSV en Feyenoord hebben de handen ineengeslagen om een belastingheffing over bonussen voor vertrekkende spelers te wijzigen. Die heffing verslechtert de internationale concurrentiepositie van de clubs, vindt de bond.
De zogenoemde Bos-tax werd in 2009 ingevoerd om enorme vertrekvergoedingen voor bankiers tegen te gaan. Een bankier vertrok bijvoorbeeld omdat hij in zijn functie niet voldeed. Als ontslagvergoeding kreeg hij dan een flinke som geld van zijn werkgever mee. Door de Bos-tax moet de werkgever 75 procent belasting over de bonus betalen, de werknemer 52 procent. De bedoeling hierachter is dat zo'n vertrekvergoeding onaantrekkelijk wordt. De Tweede Kamer besloot destijds dat deze wetgeving ook ging gelden voor vertrekkende spelers bij betaaldvoetbalclubs, maar hier is er geen sprake van een ontslagvergoeding.
'De spelers ontvangen een bonus voor het goed presteren en een aandeel in hun eigen waardeontwikkeling', schrijft de KNVB op zijn website. 'Het Nederlandse voetbal betaalt nu bijna als enige de buitenproportionele heffing over transfers, die nooit voor het voetbal bedoeld is, maar die de graaicultuur in de financiële wereld moest aanpakken.'
Het belastingpercentage dat over deze bonussen betaald moet worden, loopt op tot 127 procent. In het buitenland geldt een dergelijke wet niet, waardoor de KNVB vindt dat deze heffing 'de internationale concurrentiepositie van onze Nederlandse clubs in Europa' verslechtert.
Hier wil de KNVB iets aan doen, in samenwerking met de traditionele topdrie, Ajax, Feyenoord en PSV. De KNVB schrijft dat 'de politiek overtuigd is geraakt van de onredelijkheid van de situatie'. Met z'n vieren manen ze de politiek nu aan om er ook daadwerkelijk iets aan te doen. De Tweede Kamer behandelt het Belastingplan 2017 in oktober en november, donderdag 17 november is de datum van de stemming.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login