Kritiek op interlands weerlegd: 'Clubvoetbal is een open sluis'
De impact van de corona-pandemie op het profvoetbal wordt steeds groter. KNVB-arts Edwin Goedhart wijst de kritiek op de Europese wedstrijden en (oefen)interlands van de hand.
Naar de bronnen van de besmettingen in het profvoetbal blijft het in de meeste gevallen gissen. Wel komt er steeds meer kritiek op het spelen van Europese wedstrijden en interlands, mede vanwege de reisbewegingen die dat met zich meebrengt. Goedhart weerlegt die kritiek: 'Tijdens de interlandperiodes in september en oktober, blijkt uit cijfers van de UEFA, dat positieve testen er vooral waren in het begin van het trainingskamp. Rond de derde van de drie interlands was er nauwelijks nog een positieve test. Je zag het ook bij AZ: daar waren de besmette spelers vooral niet-internationals.'
'Overigens kan ik kan me de discussie over het spelen van oefeninterlands in deze periode goed voorstellen', vervolgt Goedhart. 'Maar bedenk goed dat het bij een nationale ploeg een stuk eenvoudiger is een bubbel te creëren dan bij clubs. Want je kunt met een selectie en staf 24 uur per dag in afzondering leven. Clubs zijn de spelers kwijt na de training. Dan gaat iedereen zijn eigen weg. In het clubvoetbal is het niet reëel over een bubbel te spreken. Het is eerder een open sluis. Waarbij de betrokkenen de risico's via goed gedrag gelukkig sterk kunnen verminderen. Net als in het dagelijkse leven elders.'
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login