Lacazette en omstreden Özil doen piepjong PSG pijn
Arsenal heeft in het kader van de International Champions Cup ruim gewonnen van een piepjong Paris Saint-Germain. In het National Stadium van Singapore won de huidige ploeg van Unai Emery met liefst 5-1 van zijn vorige werkgever, waar inmiddels Thomas Tuchel aan het roer staat.
Beide ploegen speelden tot nu toe één wedstrijd in de ICC, een vriendschappelijk toernooi waarin Europese topteams het op verschillende continenten tegen elkaar opnemen. Arsenal hield Atlético Madrid afgelopen donderdag in Singapore op 1-1, maar verloor na strafschoppen. PSG ging vorige week in Klagenfurt met 3-1 onderuit tegen Bayern München.
Bij alle deelnemende topclubs ontbreken echter nogal wat grote WK-gangers, iets waarvan vooral PSG zaterdag last had. Vedettes als Kylian Mbappé, Neymar, Edinson Cavani, Thiago Silva, Marquinhos, Thomas Meunier en Ángel Di María ontbraken, de bekendste namen die Tuchel het veld in stuurde waren Adrien Rabiot, Lassana Diarra en keeper Gianluigi Buffon. Het elftal van Arsenal was aanmerkelijk sterker, met basisklanten als Henrikh Mkhitaryan, Pierre-Emerick Aubameyang, Hector Bellerín en nieuwelingen Bernd Leno en Sokratis Papastathopoulos.
De meest opvallende naam was echter Mesut Özil, die na het WK op vakantie ging en in Singapore pas zijn eerste speelminuten van deze voorbereiding maakte. Hij droeg bovendien de aanvoerdersband en had nauwelijks dertien minuten nodig om Arsenal op 1-0 te zetten. Aubameyang ging er op de counter vandoor, leverde een puntgave voorzet af, voor de Duitser was scoren daarna een koud kunstje. Daarmee kwam de veelbesproken Özil eindelijk weer eens om een sportieve reden in de spotlights.
De spelmaker was met Duitsland actief op het WK in Rusland, maar besloot na dat dramatische eindtoernooi - de regerend wereldkampioen overleefde de groepsfase niet - een punt te zetten achter zijn interlandcarrière. Hij maakte dat in een officieel statement bekend, daarin sprak hij van 'racisme en een gebrek aan respect' bij de Duitse bond. Daarmee doelde hij op de nasleep van zijn ontmoeting met de omstreden Turkse president Recep Tayyip Erdogan, wat hem in Duitsland op een vrachtlading kritiek kwam te staan.
Ook in het restant van de eerste helft was Arsenal veel beter dan de veredelde beloftenploeg uit Parijs. Halverwege de eerste helft moest oude rot Buffon redding brengen toen Alex Iwobi op hem af kwam, niet veel later keerde de Italiaan een inzet van Aubameyang. Op kansjes van Timothy Weah (de zoon van oud-spits George) en Cristopher Nkunku na liet PSG weinig zien. Dat was na rust aanvankelijk anders. De Parijzenaars speelden beter en kwamen langszij: Sead Kolasinac vloerde Weah in de zestien, Nkunku benutte de strafschop.
Daarmee was de koek wel op voor de jonge ploeg van Tuchel, uitgerekend een Fransman was tegen PSG met twee rommelige goals het goudhaantje. De in de rust ingevallen Alexandre Lacazette werkte eerst een voorzet met wat geluk binnen, kort daarna kopte hij via de paal raak. Het was moeilijk te zien of de bal over de lijn was, voor de zekerheid gaf Reiss Nelson het laatste zetje, maar de treffer kwam op naam van Lacazette: 3-1. De vierde goal kwam van Rob Holding, die fraai raak kopte, het slotakkoord kwam in blessuretijd van Edward Nketiah.